'Ik schrijf mijn patiënten meditatie voor'

Niemand gaat zonder problemen door het leven. Volgens Steven Laureys verwaarlozen we op moeilijke momenten vaak onze emoties en mentale gezondheid. 'Door te mediteren leer je beter omgaan met zulke situaties, met jezelf en met anderen.'

Na tientallen wetenschappelijke publicaties over onder meer bewustzijn, hypnose en het comateuze brein buigt neuroloog Steven Laureys zich over meditatie. In Het no-nonsense meditatieboek legt hij uit welke effecten meditatie heeft op onze lichamelijke en mentale gezondheid. Hij beschrijft wat m­editeren voor hemzelf betekent, en geeft een aantal toegankelijke oefeningen voor beginners. Hij werkte nauw samen met de boeddhistische monnik Matthieu Ricard, die meer dan zestigduizend uur meditatie op de teller heeft. Maar: “Mediteren is niet alleen voor boeddhistische monniken, maar voor iedereen. Je kunt het op elk moment en overal beoefenen”, bepleit Laureys.

U bent niet alleen als wetenschapper geïnteresseerd in meditatie, het heeft u ook op persoonlijk vlak geholpen.

“In 2012 werd ik, door een onverwachte echtscheiding, een alleenstaande vader. Dat was heel moeilijk. Ik ging er slecht van slapen, sprak met psychiaters en psycho­logen en slikte een tijdje slaappillen en antidepressiva. Ook deed ik aan yoga. Mijn lerares vertelde toen dat meditatie een doeltreffende manier kan zijn om te leren omgaan met moeilijke gebeurtenissen.”

Welke rol speelt monnik Matthieu Ricard in uw onderzoek naar meditatie en in het boek?

“Hij is niet alleen meditatiemeester, maar ook wetenschapper in de moleculaire biologie en de p­ersoonlijke vertaler van de veertiende Dalai Lama. Hij is als proefkonijn naar mijn lab in Luik gekomen. We hebben samen wetenschappelijke papers gepubliceerd over meditatie. Ricard heeft in zijn leven meer dan zestigduizend uur gemediteerd. We bestudeerden zijn brein uitgebreid onder de hersenscanner en zagen dat het anders is. Zijn grijze stofbanen (cellichamen van neuronen, belangrijk voor de verwerking van informatie, red.) zijn beter ontwikkeld. Vooral in de prefrontale cortex, hippocampus en amygdala. Die gebieden zijn onder meer belangrijk voor achtereenvolgend aandacht, geheugen en emotie. Ook bleek Ricards brein zeer geconnecteerd. Zijn witte stofbanen (uitlopers van neuronen, belangrijk voor communicatie tussen neuronen, red.) zijn dikker. Daardoor heeft hij een grotere controle over zijn gedachten en emoties, en piekert hij minder snel.”

Wat gebeurt er in zijn brein tijdens het mediteren?

“We vroegen Ricard om in diepe meditatie te gaan terwijl we zijn brein met een grote magneet op bepaalde plekken een elektrische prikkel gaven. Tegelijk maten we zijn hersenactiviteit. Met deze techniek – transcraniële magnetische stimulatie – verstoor je gericht de activiteit van specifieke hersengebieden. Door vervolgens naar de complexiteit van de hersenactiviteit te kijken, kun je iets zeggen over het bewustzijn. Is er weinig, vooral simpele of lokale hersenactiviteit, dan duidt dat waarschijnlijk op een laag bewustzijn. Is er veel samenwerking tussen alle hersengebieden en complexe activiteit, dan duidt dat op een hoge mate van bewustzijn. Uit het onderzoek met Ricard kwam een wereldprimeur: de me­ditatie­­­-meester was bij mijn weten de eerste persoon ooit die, door te mediteren, deze test beïnvloedde. Zijn bewuste aandacht zorgde voor een haast comateuze of super-bewuste toestand in zijn brein.”

Is mediteren voor iedereen nuttig?

“Mediteren is niet alleen voor b­oeddhistische monniken, maar voor iedereen. Bijna niemand wordt oud zonder moeilijke tijden te kennen. Dat kan op professioneel, existentieel en op persoonlijk vlak gebeuren. Het is goed om die momenten meer aandacht te schenken. Meditatie kan helpen om er weer bovenop te komen, ook bij burn-out. Net zoals we ons lichaam trainen door bijvoorbeeld te sporten, moeten we ook onze geest trainen. Dat kan door aandacht te schenken aan onze emoties en i­rrationele gedachten. We gaan steeds minder naar de kerk, waardoor zingeving weinig aan bod komt.”

“Mediteren kan je ook helpen om een beter mens te worden. Bijvoorbeeld door na te denken over hoe we omgaan met onze medemens, de vluchtelingenproblematiek, de planeet … Iedereen voelt aan wat goed is en wat slecht. De uitvoering daarvan is een tweede stap. Denk aan altruïsme of onbevooroordeeld zijn. De variant die daar aandacht aan schenkt heet compassion-meditatie.”

U noemt in uw boek een aantal misvattingen over meditatie. Wat is de belangrijkste?

“Dat je bij meditatie aan ‘niks’ denkt. Zelfs boeddhistische monniken hebben nog gedachten. Daarnaast is het ook helemaal niet zweverig en heeft het niets met drugs, h­ippies en afgoderij te maken. Zelf was ik een aantal jaren terug nogal sceptisch en vooringenomen over meditatie. Mede doordat er tijdens mijn universitaire studie geen woord over gerept is. Heel jammer.”

Hoe helpen we die misvattingen de wereld uit?

“Er zijn genoeg wetenschappelijk studies. Slechts een greep uit de resultaten daarvan: mediteren zorgt voor minder stress, meer focus en beter slapen. Daar kan niemand onderuit. Voor wie net begint: mediteren is net als sporten. Het kent veel varianten. Nieuwelingen moeten dus meerdere vormen uitproberen. Begin met de oefeningen uit mijn boek, of zoek een gratis app op het internet. Er zijn ook varianten van yoga die focussen op meditatie. Kritisch blijven is natuurlijk goed! Want sommige mensen verdienen geld aan meditatie-apps. Het is daarom een uitdaging om mensen op te leiden tot meditatiecoaches. Met kiespijn klop je ook graag aan bij een tandarts met een diploma. Scholen moeten meer aandacht geven aan emoties en meditatie. Dat is net zoiets als lichamelijk opvoeding, maar dan voor het mentale. Nu wil iedereen snel met een pilletje of zalfje van zijn problemen af: een quick fix. In Nederland en België worden bijvoorbeeld veel kalmeringsmiddelen en slaappillen gebruikt.”

“Tot slot moet er meer onderzoek gebeuren naar meditatie of andere mind-body-interventies. Hier in Luik doen we dat wel, maar er zijn nog te weinig anderen. Dat vind ik schandelijk. Het is goed dat er veel onderzoek naar medicijnen wordt gedaan, maar meditatie verdient meer aandacht. Zelf schrijf ik als neuroloog meditatie voor aan mijn patiënten. Niet als alternatief voor andere behandelingen, maar daar bovenop. Ik zie dat het hen goed doet. Stress maakt je vaak zieker. Het is simpel om een pilletje te nemen, maar laten we ook naar andere manieren kijken.”