Meer angst door angstremmers

07 oktober 2016 door Eos-redactie

Middelen die angst onderdrukken, veroorzaken de eerste dagen dat je ze slikt net méér angst.

Middelen die angst onderdrukken, veroorzaken eerst meer angst.

Serotonine is een signaalstof in onze hersenen die een belangrijke rol speelt bij onze emoties. Afwijkingen in het serotoninesysteem, kunnen leiden tot angstgevoelens. Een behandeling met serotonineopnameremmers, een soort antidepressiva die de heropname van serotonine in de hersenen verhindert, laat hoge concentraties van de stof in de amygdala terechtkomen, wat de angst dempt.

Helaas hebben serotonineremmers een vervelende bijwerking. Hoewel ze de angst na enkele dagen onderdrukken, veroorzaken de middelen de eerste dagen van gebruik een toename van de angstklachten. Tot nu toe tasten onderzoekers over de oorzaak daarvan in het duister.

Een internationale onderzoeksgroep heeft nu een mogelijke verklaring gevonden. Bij muizen brachten ze de angstroutes in kaart door individuele zenuwcellen aan- en af te schakelen en te kijken welk effect dit had op hun gedrag. De onderzoekers zagen dat een angstreactie leidt tot afgifte van serotonine in de hersenstam, waarna de stof in de bed nucleus terecht komt, een hersengebied dat een rol speelt bij basale emoties. Daar activeert de serotonine een serie zenuwcellen, wat de gevoelens van stress en angst versterkt.

Aangezien het angstremmende effect van antidepressiva in de amygdala even op zich laat wachten, zijn de effecten in de bed nucleus direct. Vandaar dat serotonineopnameremmers eerst de angst laten toenemen vooraleer ze die doen afnemen. (ev)

Bron: Radboud Universiteit Nijmegen