Online slaaptherapie werkt

01 december 2016 door Eos-redactie

Dat is de conclusie van een klinisch onderzoek waaraan meer dan driehonderd volwassenen met slaapproblemen deelnamen.

Dat is de conclusie van een klinisch onderzoek waaraan meer dan driehonderd volwassenen met slaapproblemen deelnamen.

Insomnia is een probleem – je zou het zelfs een aandoening kunnen noemen – dat vele mensen treft. Het ligt ook vaak aan de basis van ernstigere kwalen zoals depressie, lichamelijk ongemak en zelfs financiële zorgen.

Je kunt natuurlijk elke nacht een slaappil slikken, maar daarmee los je het probleem natuurlijk niet op – bovendien zet je dan de deur open naar een gevaarlijke verslaving. Cognitieve gedragstherapie is een betere optie, en die hoeft zelfs niet verschaft te worden door een psychiater in levende lijve.

Op het internet is sedert kort een online therapeutisch programma beschikbaar dat ontworpen werd door Amerikaanse slaapexpert – SHUTi heet het, oftewel Sleeping Health Using the Internet. De therapie, die negen weken in beslag neemt en tussen de honderd à tweehonderd euro kost, maakt gebruik van online games, tekstopdrachten, grafische tools en quizjes om slaaptechnieken te ondersteunen.

De therapie probeert deelnemers vooral een verbeterde ‘slaaphygiëne’ aan te leren: geen lezen of televisiekijken meer in de slaapkamer, geen dutjes meer overdag en andere evidente en minder evidente raadgevingen.

Onderzoekers hebben de online therapie nu onderworpen aan een gerandomiseerd, klinisch onderzoek. Daarvoor volgden ze meer dan driehonderd mensen waarvan één groep de therapie volgde en de andere gewoon toegang kreeg tot een website met informatie over insomnia.

De resultaten laten er volgens de experts geen twijfel over bestaan: de online therapie blijkt wel degelijk effect te hebben. Volgens de wetenschappers is de therapie vooral een middel om grote groepen te bereiken die anders toch nooit de stap naar professionele hulp zouden zetten. (sst)

Bron: Lee M. Ritterband, University of Virginia, Charlottesville, VS in JAMA Psychiatry