Shocktherapie tegen depressie

28 oktober 2013 door LG

Elektrische stimulatie van het brein geeft mensen met een zware depressie weer levensvreugde. Maar voor u hoera roept: het gaat nog om een experimentele therapie die zeker (nog) geen honderd procent kans op genezing geeft.

Elektrische stimulatie van het brein geeft mensen met een zware depressie weer levensvreugde. Maar voor u hoera roept: het gaat nog om een experimentele therapie die zeker (nog) geen honderd procent kans op genezing geeft.

Bij diepebreinstimulatie krijgt een patiënt tijdens een operatie elektrodes ingeplant in een bepaald hersengebied. Een batterij onder het sleutelbeen zorgt permanent voor stroom, en drijft op die manier de activiteit in die hersenregio op. De behandeling wordt al succesvol toegepast bij parkinson- en epilepsiepatiënten en bij mensen met obsessief-compulsieve stoornissen. Studies wijzen uit dat ze ook voor zwaar depressieve personen uitkomst zou kunnen bieden, zo is deze week te lezen in een overzichtsartikel in Science.

Wie depressief is, krijgt vandaag gewoonlijk het advies om psychotherapie te volgen of medicatie te slikken. Die antidepressiva zorgen voor meer neurotransmitters in de hersenen, zoals serotonine en noradrenaline. Een populaire aanname is immers dat een tekort aan deze stoffen aan de basis ligt van een depressie. Maar antidepressiva en psychotherapie werken niet bij iedereen. Bovendien hebben de pillen de eerste weken soms ernstige bijwerkingen, zoals – helaas – een verhoogd risico op zelfdoding.

Verstoorde communicatie

Niet de hele wetenschappelijke wereld gelooft in het chemisch onevenwicht in de hersenen als basis voor een depressie. Het kan ook aan slecht werkende circuits van hersencellen liggen – en dus aan een verstoorde communicatie in het brein. Diepebreinstimulatie kan ervoor zorgen dat die verstoorde communicatie wordt hersteld.

Sinds 2003 is diepebreinstimulatie als onderdeel van klinische studies al uitgevoerd bij meer dan tweehonderd depressieve patiënten. Ruim een derde van hen reageerde volgens de onderzoekers erg goed op de behandeling, en heeft intussen de draad van zijn leven opnieuw opgenomen. Nog eens een derde zou matige vooruitgang vertonen. De overigen laten geen verbetering zien.

‘Hersenscans van depressieve patiënten laten abnormale patronen zien van hersenactiviteit’, zegt psychiater Ronald Durman (Yale University School of Medicine) in Science. ‘Andere studies concluderen dan weer dat depressieve personen minder hersenvolume hebben in sleutelgebieden die betrokken zijn bij de verwerking van emoties. Dat alles wijst erop dat het model van een onevenwichtige chemie in het brein te simplistisch is als verklaring voor depressie.’ Tegelijk laat het succes van diepebreinstimulatie zien dat we mogelijk afwijkende hersenactiviteit kunnen ‘resetten’, zoals we een computer herstarten die vastloopt.

Placebo

Als het depressieve brein inderdaad een ‘resetknop’ heeft, dan zit die vermoedelijk in ‘hersengebied 25’, denkt Helen Mayberg van de Emory University in Atlanta. Zij is een van de belangrijkste experts als het gaat om diepebreinstimulatie tegen depressie. Hersengebied 25 ligt onder het corpus callosum, de band zenuwvezels die de linker- en rechterhersenhelft met elkaar verbindt. Mayberg en collega-onderzoekers identificeerden gebied 25 voor het eerst als een interessante piste toen ze breinscans maakten van depressieve mensen dit Prozac namen. Wie goed reageerde op het medicijn, vertoonde een getemperde activiteit in regio 25. Wie niet reageerde op Prozac, liet een onveranderde hersenactiviteit zien. Vervolgstudies toonden aan dat regio 25 meer activiteit gaat vertonen als ‘gezonde’ mensen aan een trieste gebeurtenis terugdenken.

Er zijn overigens nog andere hersenregio’s in de running. Sommige onderzoekers zien wat in de nucleus accumbens (een regio gelinkt met genot en beloning), de laterale habenula (een gebied dat meer activiteit vertoont bij depressieve mensen) of de inferieure thalamische pedunculus (betrokken bij depressie en obsessief-compulsieve stoornis). Ook deze hersengebieden zijn al meermaals het doelwit geweest van experimentele diepebreinstimulatie bij depressieve patiënten.

Mayberg en andere onderzoeksgroepen voeren momenteel de eerste grote klinische studies uit met een placebogroep. Alle proefpersonen worden geopereerd en krijgen elektrodes in hersengebied 25. Maar bij de helft van de proefpersonen wordt het apparaat niet, of pas na een bepaalde tijd, aangeschakeld. ‘Alle ogen in het veld zijn gericht op deze placebogecontroleerde studies’, zegt Wayne Drevets, neurowetenschapper bij Janssen Pharmaceutica, in Science. ‘Wetenschappers houden hun adem in om ervoor te zorgen dat dit écht gaat werken.’

Betere kaart

Het klinkt allemaal veelbelovend. Maar voor we iedereen met een zware depressie onder het mes laten gaan, moet er nog heel wat water door de zee. De eerste resultaten van – een andere – placebogecontroleerde studie zijn teleurstellend. De studie vond zestien weken na de operatie geen verschil tussen de behandelde groep patiënten en de onbehandelde groep. Daarbij moet wel opgemerkt dat zestien weken mogelijk te kort is om een verschil te merken, en dat het doelwit van de diepebreinstimulatie het striatum ventrale (waarin de nucleus accumbens ligt) was, een minder veelbelovend gebied dan regio 25. De onderzoekers kozen dit gebied uit omdat het al goedgekeurd was als doelwit voor diepebreinstimulatie bij mensen met een obsessief-compulsieve stoornis, en omdat er bij stimulatie veranderingen in de stemming van de patiënten optraden.

‘Voordat diepebreinstimuatie op grote schaal wordt ingezet tegen depressie, moeten we de circuits in het brein veel beter in kaart kunnen brengen’, zegt Eric Nestler (Mount Sinai Hospital, New York). ‘Het is bovendien nog niet duidelijk wat elektrische stimulatie precies doet bij netwerken van hersencellen.’ Dat laatste probeert Nestler zelf uit te zoeken in proeven met muizen.


Bron: Science

De onderzoeker stimuleerde de mediale prefrontale cortex van muizen die vooraf langdurig waren gepest om hen depressief te maken. De stimulatie gebeurde niet met ingeplante elektrodes, maar met krachtige lichtbundels. De mediale prefrontale cortex bij muizen zou vergelijkbaar zijn met het menselijke hersengebied waarin hersenregio 25 ligt. De behandeling leek te werken: de muisjes raakten weer geïnteresseerd in gezelschap en in voedsel. Vervolgens gebruikte Nestler zogenoemde optogenetics, een techniek waarbij licht wordt gebruikt om specifieke hersencellen en –circuits te zien oplichten wanneer ze activiteit vertonen. Hij concludeert dat een bepaald subtype van hersencellen, die de neurotransmitter glutamaat gebruiken om signalen over te brengen, cruciaal zou kunnen zijn voor depressie. Sommige van die cellen ‘breken uit’ hun eigen hersengebied en strekken zich uit naar de nucleus accumbens, een hersenregio die bij mensen positieve of negatieve betekenis geeft aan onze ervaringen. Wanneer Nestler de activiteit van deze specifieke hersencellen stimuleerde net op de plaats waar ze ingrijpen op de nucleus accumbens, fleurden de depressieve muizen weer op. Diezelfde hersencellen onderdrukken met chemische stoffen, zorgde ervoor dat de diertjes terugvielen in hun depressieve staat. Nestler stelt zijn resultaten half november voor op een congres over neurowetenschap in San Diego, Californië. 

Gevoelig en complex

Het is nog te vroeg om te concluderen dat dezelfde mechanismen kunnen verklaren hoe diepebreinstimulatie bij depressieve mensen werkt. Maar dit is wel een eerste stap. Dat je de stemming van een muis kan beïnvloeden door de activiteit van slechts een paar hersencellen te wijzigen, toont in elk geval aan hoe gevoelig en complex de circuits in de hersenen zijn. Zodra we veel gedetailleerder weten welke hersencellen – en niet welke grote hersengebieden – betrokken zijn bij depressie, kan diepebreinstimulatie veel gerichter worden toegepast dan vandaag.

En wie weet, wordt zelfs het openen van de schedel in de toekomst overbodig, door precieze elektrische stimulatie op de schedel, of door medicijnen te ontwikkelen die specifieke hersencellen kunnen activeren, dromen de onderzoekers. Wordt ongetwijfeld vervolgd ...

Dit artikel verscheen ook in Eos Weekblad op iPad. Elke vrijdag bieden we u een nieuwsgedreven weekblad, gelardeerd met beeld en geluid. De Eos-app kunt u gratis downloaden in de App-store van iTunes. Met die app haalt u de wekelijkse uitgaven gratis binnen.