‘Slimheidsgen’ ontdekt

17 april 2012 door Eos-redactie

Een grootschalig onderzoek heeft een gen blootgelegd met een meetbare invloed op de intelligentie.

Een grootschalig onderzoek heeft een gen blootgelegd met een meetbare invloed op de intelligentie: maximaal 2.58 IQ-punten.

Wetenschappers hebben nooit een specifiek gen gevonden dat bepaalt hoe slim iemand is. Intelligentie is afhankelijk van een combinatie van honderden genen tegelijk. Nu heeft een internationaal team van onderzoekers het gen gevonden met de grootste invloed op het IQ en de grootte van het brein. Op een bepaalde plek in het gen HMGA2 zorgt de DNA-letter ‘C’ voor een IQ dat 1.29 punten hoger ligt dan wanneer op die plaats de letter ‘T’ zou zitten. Iemand die van beide ouders de letter ‘C’ erft, heeft 2.58 punten meer intelligentie dan in het geval dat zijn vader en moeder hem elk de letter ‘T’ meegeven.

Eén C of T scheelt een hersenvolume van 0.58 procent, wat gemiddeld neerkomt op negen kubieke centimeter hersenweefsel. Door naar dat volume te kijken kwam het onderzoeksteam het ‘slimheidsgen’ ook op het spoor. Ze bekeken de hersenen van ruim twintigduizend proefpersonen met een fMRI-scanner, en namen hun DNA af. Na vergelijking van de resulterende grote datasets viel de relatie op tussen de invulling van het HMGA2-gen en de grootte van het brein. In een (kleinschaligere) vervolgstudie namen Australische wetenschappers IQ-tests af bij mensen, en vergeleken die met de aanwezigheid van een C of een T op de bewuste plek in HMGA2.

Dat het gen met de grootste bijdrage - waarmee het boven de rest uitsteekt - slechts een verschil maakt van maximaal 2.58 punten, onderstreept de theorie dat een groot aantal genen samen het IQ bepaalt. Daarom waren zoveel proefpersonen nodig om het invloedrijkste gen te ontdekken. (ea)