Transgenderbrein werkt omgekeerd

24 mei 2018 door MVDB

Het brein van een transgender werkt grotendeels zoals dat van mensen van het geslacht waarmee ze zich identificeren.

Transgenders identificeren zich niet met hun biologische geslacht. Die frictie gaat vaak gepaard met een gevoel van onbehagen, wat genderdysforie wordt genoemd. Julie Bakker, bioloog aan de Université de Liège, voerde een onderzoek uit naar de oorzaken van de diagnose. Ze nam MRI-scans van zowel mannelijke als vrouwelijke adolescenten die lijden aan genderdysforie.

De deelnemers aan het onderzoek kwamen in contact met een feromoon, een signaalstof die genderspecifieke activiteit uitlokt. Hierna maten de scans de patronen van de hersenactivering. De resultaten tonen aan dat de hersenactiviteit van jonge transgenders sterk lijkt op die van mensen van het geslacht waarmee ze zich identificeren.

In een vervolgonderzoek wil Bakker de rol van hormonen bij de ontwikkeling van de hersenen onderzoeken. Zo hoopt ze adolescenten die lijden aan genderdysforie beter te kunnen helpen in de toekomst. Genderdysforie treedt soms al op zeer jonge leeftijd op. Het kan tot psychologische problemen leiden als het niet tijdig behandeld wordt. Psychotherapie is een van de middelen die momenteel wordt ingezet om personen die lijden aan genderdysforie te behandelen. De behandelende arts en de patiënt kunnen kiezen met hormonen de puberteit uit te stellen. Op deze manier kan de patiënt op latere leeftijd eventueel nog beslissen om transgendertherapie te ondergaan.

Bakker verwacht dat haar onderzoek zal leiden tot betere, en meer gevarieerde middelen om mensen die aan genderdysforie lijden te ondersteunen. ‘We zullen mensen die lijden aan genderdysforie niet langer naar de psychiater moeten sturen in de hoop dat de problemen vanzelf weer verdwijnen.’

Bron: Julie Bakker, Université de Liège