Waarom feiten zelden overtuigen

18 januari 2017 door MS

We zijn vaak nog meer overtuigd van ons gelijk als het tegenbewijs overweldigend is.

Heb je al ondervonden dat mensen altijd van gedachten veranderen als je ze feiten voorschotelt die ingaan tegen hun diepste overtuigingen? Neen. Ik ook niet. Mensen lijken juist nog meer overtuigd van hun gelijk als het tegenbewijs overweldigend is.

Creationisten betwisten het bewijs van evolutie, zoals fossielen en DNA, omdat ze bang zijn dat seculiere krachten hun geloof binnendringen. Anti-vaxxers wantrouwen de farmaceutische sector en denken dat hij meer op geld dan op medicatie gericht is. Hierdoor denken ze dat vaccins autisme veroorzaken ondanks de ongemakkelijke waarheid dat het enige onderzoek dat dit suggereert ingetrokken is en dat de hoofdauteur beschuldigd is van fraude.

Mensen die de “waarheid over 9/11” denken te kennen, focussen op details zoals het smeltpunt van het staal in de ingestorte WTC-torens. Ze denken dat de overheid liegt en operaties onder valse vlag uitvoert om een Nieuwe Wereldorde in te voeren. Klimaatcritici bestuderen groeiringen van bomen, ijskernen en de hoeveelheid broeikasgassen omdat ze gedreven zijn door een vrije markt en industrie die ongehinderd zijn door beperkende overheidsreglementeringen. Tegenstanders van Obama ontleedden wanhopig zijn geboorteakte op zoek naar fraude omdat ze geloven dat de eerste zwarte Amerikaanse president een socialist is die het land wil vernietigen.

In deze voorbeelden hebben mensen het gevoel dat hun wereldbeeld bedreigd wordt door sceptici, waardoor feiten ‘vijanden’ worden. Deze kracht van overtuiging boven bewijs is het resultaat van twee factoren: cognitieve dissonantie en het backfire-effect. In hun boek When Prophecy Fails uit 1956 beschrijven psycholoog Leon Festinger en zijn coauteurs wat er gebeurde met een UFO-sekte toen het moederschip niet op het vastgestelde tijdstip verscheen. In plaats van te erkennen dat ze fout zaten, “probeerden leden van de groep de wereld van hun geloof te overtuigen” en “probeerden ze wanhopig hun pijnlijke dissonantie te verbergen door voorspelling na voorspelling te maken in de hoop dat er een uit zou komen.” Festinger noemt dit cognitieve dissonantie, of de spanning die er is wanneer je twee tegenstrijdige gedachten hebt.

Twee sociaal psychologen, Carol Tavris en Elliott Aronson (een voormalig student van Festinger) beschrijven in hun boek uit 2007 Mistakes Were Made (But Not by Me) duizenden experimenten die aantonen hoe mensen feiten manipuleren om aan hun vooroordelen te voldoen om de dissonantie te verminderen. Hun metafoor van de “keuzepiramide” plaatst twee personen samen aan de top van de piramide en toont hoe snel ze divergeren en onderaan aan de uiterste hoeken van de basis een punt nemen om te verdedigen.

In een reeks experimenten van professor Brendan Nyhan van Dartmouth College en professor Jason Reifler van de universiteit van Exeter, vonden de onderzoekers een verwante factor die ze het backfire-effect noemen. “Hierin vergroten correcties de misverstanden van de groep.” Waarom? “Omdat ze hun wereldbeeld of zelfconcept bedreigen.” Deelnemers kregen bijvoorbeeld valse krantenartikels die wijdverspreide misverstanden bevestigen, zoals het feit dat er massavernietigingswapens (WMD’s) waren in Irak.

Toen de deelnemers een correctieartikel kregen dat zei dat er geen WMD’s waren, verwierpen Amerikanen die tegen de oorlog waren het eerste artikel en geloofden ze het tweede. Amerikanen die de oorlog steunden deden het omgekeerde, en waren na de correctie nog meer overtuigd dat er WMD’s waren. Ze zeiden dat het tweede artikel juist bewees dat Saddam Hoessein de wapens verborg of vernietigde. Nyhan en Reifler merken op dat veel oorlogsgezinde Amerikanen “nog lang na de rechtzetting door de administratie van Bush geloofden dat Irak WMD’s had voor de Amerikaanse invasie.”

Als corrigerende feiten alles alleen maar erger maken, wat kunnen we dan doen om mensen de fouten in hun overtuigingen te doen zien?

1. Hou emoties erbuiten

2. Praat, val niet aan

3. Luister aandachtig en probeer de andere positie duidelijk te verwoorden

4. Toon respect

5. Maak duidelijk dat je begrijpt waarom iemand die opinie kan hebben

6. Probeer aan te tonen dat veranderingen in feiten niet noodzakelijk een verandering in wereldbeeld moet zijn.

Deze strategieën werken niet altijd om iemands gedachten te veranderen, maar ze kunnen onnodige verdeeldheid verminderen.

Bron: Scientific American

Vertaling: Marc Lebailly