Waarom lachen we om andermans leed?

In een deuk liggen om valpartijen van anderen of glimlachen als de concurrentie een pijnlijke fout begaat. Iedereen ervaart weleens leedvermaak. Waar komt dat vandaan?

In een deuk liggen om valpartijen van anderen of glimlachen als de concurrentie een pijnlijke fout begaat. Iedereen ervaart weleens leedvermaak. Waar komt dat vandaan? 

Leedvermaak is een positieve emotie. Ze activeert het beloningscentrum in de hersenen (de nucleus accumbens en het ventrale tegmentum). Het beloningscentrum is ook actief als we seks hebben, drugs gebruiken of een cadeau of compliment krijgen. 

Bij leedvermaak levert de ellende van de ander je doorgaans iets op. Er zijn grofweg twee situaties waarin dat gebeurt. In de eerste zorgt het leed van de ander voor een gevoel van rechtvaardigheid. Bijvoorbeeld als iemand met een, volgens jou, onterecht verkregen hoge status een terugval krijgt. Dat is grappig omdat het rechtvaardig aanvoelt. Het gaat om wat je zelf rechtvaardig vindt, dat is subjectief. Deze vorm van leedvermaak noemen sommigen ook poetic justice.  

In de tweede situatie versterkt het leed van een ander je zelfwaardering. Je krijgt bijvoorbeeld een goed gevoel als het met een ander niet zo goed gaat. Met jou gaat het dan namelijk relatief goed. We zijn geneigd om onszelf te vergelijken met anderen.

Als het gaat over zelfwaardering, ervaren mannen en vrouwen in verschillende situaties leedvermaak. Mannen hechten meer belang aan status, vrouwen aan uiterlijk. Mannen ervaren vooral leedvermaak als andere mannen falen op het gebied van presteren, en vrouwen als andere vrouwen bijvoorbeeld dik of lelijk zijn geworden. De meeste psychologische winst behaal je dan als de ander belangrijk voor je is, als datgene waar de ander op faalt dat ook is, én als hem of haar iets overkomt wat volgens jou rechtvaardig is. 

Wie een negatief zelfbeeld heeft, heeft vaker leedvermaak

Wie een negatief zelfbeeld heeft, is gevoeliger voor leedvermaak. Dat blijkt zelfs uit experimenten waarbij de proefleider negatieve gedachten activeert door proefpersonen een slechte score te geven op een IQ-test. Die vinden vervolgens filmpjes waarin anderen voor schut staan grappiger dan wie een goede score kreeg. 

Leedvermaak bestaat ook op groepsniveau, bijvoorbeeld als de rivaliserende sportclub verliest. Hoe meer je je identificeert met je eigen club, hoe meer plezier je dan hebt. Een deel van je zelfbeeld heeft te maken met de groepen waartoe je behoort, en het verlies van een andere groep levert in dit geval ook voordelen op. Daarom vinden Nederlanders het doorgaans ontzettend leuk als het Duitse nationale elftal met voetbal verliest. In 2010, tijdens het WK voetbal, schakelden Nederlanders massaal over naar de Duitse televisie toen Duitsland dreigde te verliezen van Spanje. Boze of verdrietige commentatoren zijn namelijk extra grappig. 

Filosofen buigen zich over de morele kant van leedvermaak. Als waargenomen rechtvaardigheid je een goed gevoel geeft, ben je dan een slecht mens? Of als je het leed van een ander gebruikt om je beter over jezelf te voelen? Het leed moet natuurlijk in proportie staan. Als het leed heel erg is, vinden we het meestal niet langer grappig. Anderzijds kan de dood van een dictator wel vreugde opleveren. Leedvermaak moet ook niet leiden tot geweld, haat of agressie. Maar het is heel menselijk te lachen om iemand die iets ongelooflijk doms doet. 

Wilco van Dijk is hoogleraar Psychologie aan de Universiteit Leiden. Hij onderzocht onder meer het verschil in leedvermaak tussen mannen en vrouwen en leedvermaak bij mensen met een (gemanipuleerd) negatief zelfbeeld.

Wetenschapsjournalist Anouk Bercht legde hem deze vraag voor en tekende zijn antwoord op. In deze rubriek beantwoordt een wetenschapper een vraag uit de Vlaamse wetenschapsagenda.