Waarom we onbekenden niet vertrouwen

31 januari 2018 door EV

We beoordelen onbekenden op basis van hoe sterk ze lijken op mensen die we eerder ontmoetten.

We vertrouwen onbekenden als ze lijken op mensen waarvan we weten dat ze betrouwbaar zijn. En we wantrouwen hen als ze lijken op mensen die we onbetrouwbaar vinden. Zelfs als de gelijkenissen miniem zijn en we ons niet bewust zijn van de gelijkenis.

Onderzoekers van New York University lieten een aantal proefpersonen een serie spelletjes spelen.

In het eerste spelletje kregen ze geld en de garantie dat ze dat geld vier keer terug konden verdienen als ze het investeerden in een van drie partners waarvan ze alleen een foto te zien kregen. Die partner kon besluiten om het geld te delen met de proefpersoon of het allemaal voor zich te houden.

De ene partner deelde zijn geld in 93 procent van de gevallen en was dus zeer betrouwbaar. De tweede deed dat maar in 60 procent en was minder betrouwbaar. De derde hield het geld in 93 procent van de gevallen voor zichzelf en was dus onbetrouwbaar.

In het tweede spelletje mochten de vrijwilligers zelf nieuwe partners kiezen. Wat ze niet wisten, was dat de onderzoekers de foto’s van de nieuwe partners hadden aangepast, zodat ze qua uiterlijk leken op de partners uit het eerste spelletje. De proefpersonen kozen massaal voor de nieuwe partners die het meest leken op de betrouwbare partner uit het eerste spelletje en lieten de nieuwe partners die het meest leken op de onbetrouwbare partner compleet links liggen.

In een volgend experiment bestudeerden de onderzoekers de hersenactiviteit van de proefpersonen terwijl ze beslissingen namen over de betrouwbaarheid van de nieuwe partners. Op het moment dat ze moesten uitmaken of een partner er betrouwbaar uitzag of niet, werden de hersengebieden actief die ze hadden gebruikt in het eerste spelletje, op het moment dat ze leerden hoe betrouwbaar hun partners waren.

De amygdala, het hersengebied dat onze emoties regelt, was daar een van. Hoe groter de overeenkomst in activiteit was in de hersengebieden toen ze inzagen dat een partner onbetrouwbaar was, hoe minder ze de toekomstige partner vertrouwden. Hoe groter de overeenkomst in hersenactiviteit toen ze inzagen dat een partner betrouwbaar was, hoe meer ze de toekomstige partner vertrouwden.

We maken met andere woorden morele inschattingen over onbekenden op basis van onze eerdere ervaringen.