Zoals het klokje in de hersenen tikt

09 december 2016 door Eos-redactie

Wetenschappers hebben neuronen ontdekt die de perceptie van tijd lijken te beïnvloeden.

Wetenschappers hebben neuronen ontdekt die de perceptie van tijd lijken te beïnvloeden.

Een dag telt 24 uren en in een minuut zitten welgeteld zestig seconden. Toch lijkt in onze perceptie de tijd vaak sneller te gaan (wanneer we ons amuseren) of, integendeel, trager (wanneer we ons vervelen). Hoe zou dat toch komen?

Natuurlijk hebben onze hersenen er iets mee te maken. Je zou onze tijdsgewaarwording een soort zintuig kunnen noemen, ook al is de manier waarop vergaarde prikkels worden omgezet in perceptie dan niet zo eenduidig als bij ons zicht of ons gehoor.

Portugese neurowetenschappers hebben nu een stel neuronen geïdentificeerd die de perceptie van tijd beïnvloeden – althans, bij muizen. In de zogenaamde substantia nigra (de ‘zwarte kern’, een basaal gebiedje in ons brein) troffen ze hersencellen aan die oplichtten wanneer de proefdieren een tijdsgerelateerde beslissing maakten. In concreto moetsen de muizen aangeven of het tijdsinterval tussen twee geluidstonen korter was dan een bepaald (aangeleerd) interval, of langer. De muizen waren hier maandenlang voor getraind en ze kregen een beloning als ze het juist hadden.

Volgens de onderzoekers speelt dopamine een belangrijke rol in de regulering van de tijdsperceptie in de hersenen

Maar de interessantste resultaten van het onderzoek kwamen pas tevoorschijn wanneer de wetenschappers de neuronen die ze hadden ontdekt gingen manipuleren – door ze te stimuleren of, integendeel, te blokkeren. Ze deden dat met een methode genaamd optogenetica, waarbij via lichtstralen specifieke gebieden in de hersenen kunnen worden beïnvloed.

Als de neuronen in de substantia nigra actiever waren dan normaal (door stimulatie), dan bleken de muizen het tijdsinterval vaker (foutief) korter in te schatten dan het in werkelijkheid was. Je zou die perceptie kunnen vergelijken met het ‘de-tijd-vliegt-effect’ wanneer we onszelf amuseren. Werden de neuronen inactief gehouden, dan overschatten de muizen het interval.

Volgens de onderzoekers speelt dopamine, een neurotransmitter, een belangrijke rol in de regulering van de tijdsperceptie in de hersenen. Of de resultaten bij muizen zomaar extrapoleerbaar is naar ons, mensen, valt trouwens nog te bezien. Ook al is het bestaan van een vergelijkbaar systeem in onze hersenen zeer waarschijnlijk, dan nog zegt dit niets over onze eigen perceptie van tijd. Bij de muizen werd immers alleen maar het gedrag geregistreerd. Hoe de diertjes de voortgang van de tijd zélf ervoeren tijdens het experiment, daar heeft de wetenschap het raden naar. (sst)

Bron: Sofia Soares, Champalimaud Centre for the Unknown, Lissabon in Science