Bolden: ‘Mars is een realistisch doel’

26 september 2012 door RV

NASA-topman Charles Bolden viert samen met Dirk Frimout en zeven andere astronauten de twintigste verjaardag van hun vlucht met Spaceshuttle Atlantis.

NASA-topman Charles Bolden viert samen met Dirk Frimout en zeven andere astronauten de twintigste verjaardag van hun vlucht met Spaceshuttle Atlantis. Bolden sprak kort met de pers over de toekomstplannen van NASA.

NASA-topman Charles Bolden is in het land. Hij viert samen met Dirk Frimout en zeven andere astronauten de twintigste verjaardag van hun vlucht met Spaceshuttle Atlantis. Bolden sprak kort met de pers over de toekomstplannen van NASA.

Charlie Bolden was commandant van STS-45, de shuttlemissie in 1992 die van Dirk Frimout de eerste Belg in de ruimte maakte. President Obama benoemde Bolden – een voormalig generaal bij de marine en sinds 1980 astronaut – drie jaar geleden tot hoofd van NASA. Hij mocht kort daarna het Constellation-programma van George W. Bush helpen ontmantelen, het plan om terug te keren naar de maan. Nu ligt het doel verder: ‘deep space’. ‘NASA’s verre toekomst voor de menselijke ruimtevaart ligt in een missie naar een asteroïde en naar Mars’, zegt Bolden. ‘En dat is heel realistisch. De enige beperkingen zijn financiering en wilskracht. Daarom moeten we het publiek wereldwijd betrokken en enthousiast houden. We hopen dat Marsrover Curiosity dat kan doen, want hij is de wegbereider voor een Marsmissie met astronauten. Jongeren communiceren via Twitter met Curiosity, alsof het een mens is. De antwoorden komen weliswaar van een jonge dame bij NASA (Curiosity heeft geen intelligente spraakcomputer aan boord, red.), maar de jongeren malen daar niet om.’

Onvoorziene omstandigheden
1.400 Belgische middelbare schoolstudenten troepten samen in een auditorium van de Université Libre de Bruxelles om te luisteren naar een enthousiasmerende speech van NASA-topman Charles Bolden. Bolden werd even emotioneel toen hij het over ‘doorzettingsvermogen’ had en daarbij een van NASA’s grootste dieptepunten, het ongeval met Challenger in 1986, aanhaalde. Bolden had het van dichtbij meegemaakt en stond na het Challenger-ongeval in voor de veiligheid van de shuttles. Het was trouwens een van die zeven betreurde bemanningsleden die Bolden begin jaren tachtig aanspoorde zich kandidaat te stellen als NASA-astronaut.



De jongeren mochten vragen stellen aan de hele bemanning van STS-45. Veel vragen gingen over veiligheid en hoe astronauten omgaan met onvoorziene omstandigheden in de ruimte. De Brits-Amerikaanse astronaut Michael Foale, ‘mission specialist’ van de Atlantis-vlucht van Dirk Frimout, en zeven ruimtevluchten op het palmares, kon daarover meespreken. ‘Toen ik in Russische ruimtestation Mir werkte (in 1997, red), werden we geraakt door een cargo-schip, dat moest aanmeren. Het sloeg een gat in het station. We hadden maar een twintigtal minuten om het te dichten, voor alle lucht uit het station was. Waar het gat zat, moesten we heel veel materiaal en kabels verwijderen om een dichtingsplaat te kunnen te aanbrengen. Sommige kabels konden we niet verwijderen, en moesten we doorsnijden. Maar mijn collega Sasha (Lazutkin, red.) was bang dat de vonken bij het doorsnijden een brand zouden doen ontstaan. Hij had net voor mijn komst naar Mir al een brand meegemaakt. Het vergde overtuigingskracht, maar hij sneed uiteindelijk de kabels door waardoor we het lek konden dichten. Maar toen doken allerlei andere problemen op: het station begon te tuimelen en de zonnepanelen kregen onvoldoende energie. Het licht en alle apparaten vielen uit. Toen hebben we in het donker uren de koppen bijeengestoken. We zijn uiteindelijk in een aangekoppelde sojoez-capsule gekropen om het station zo te manoeuvreren dat de zonnepanelen voldoende belicht werden. Je moet in dergelijke situaties alle kennis gebruiken die je voorhanden hebt.'

Bryan Duffy, piloot van de Atlantis-vlucht in 1992, getuigde hoe hij onverwacht hoogtevrees kreeg bij zijn eerste ruimtewandeling. 'Ik stak mijn hoofd buiten de opening en keek recht naar de aarde. Ik heb de ruimtewandeling uitgevoerd, maar de greep van mijn handen staan wellicht nog altijd in de metalen leuning afgedrukt’, lachte hij.

Een bemanden missie naar de rode planeet kan geen solo-project zijn. ‘Als je de meest efficiënte weg wil, zul je alle talent van de wereld nodig hebben. De Russen doen dingen die wij niet kunnen, ook de Belgen. Het kostenplaatje zelf is niet de voornaamste reden om samen te werken.’ Maar voor samenwerking met China is het nog afwachten, want er staat een Amerikaanse wet in de weg. ‘Het is NASA verboden om een bilaterale samenwerking met China aan te gaan. Samenwerking met China én andere internationale partners, multilateraal dus, mag wel.

ISS blijft cruciaal
Hoewel de verre ruimte NASA’s nieuwe doel is binnen 15 à 20 jaar, blijft het Internationaal Ruimtestation het fundament voor NASA. ‘We hebben het ISS nodig om de technieken te vervolmaken die we nodig hebben voor een missie naar een asteroïde of naar Mars. Mogelijk is de manier waarop we naar de maan gingen – met één raket die ook de landingsmodule bevat – niet de beste tactiek om naar Mars te gaan. We zouden de astronauten eerst kunnen lanceren en de landingsmodule erachteraan, om ze daarna te koppelen – zoals bij het ISS – in een baan om Mars.’

Obama en NASA zien een asteroïde als een tussenstap op weg naar Mars. ‘Asteroïden zijn een enorme uitdaging: hun baan om de zon is moeilijk te berekenen, ze zijn moeilijk te bereiken – soms maanden reizen van hier – en je moet een groot exemplaar vinden om erop te kunnen landen. Maar het landen zelf is voor ons niet cruciaal, wel in een baan errond werken, en een koppeling kunnen uitvoeren. Daarvan kunnen we leren. En als het rond een asteroïde lukt, wordt Mars ‘piece of cake’.’