Commerciële ruimtevaart schiet uit startblokken

24 mei 2012 door PS

Deze week raakte voor het eerst een commercieel ruimtevaartuig, Dragon van Space X, tot bij het Internationale Ruimtestation ISS. De eerste signalen dat er een betrouwbare opvolger van de Space Shuttle in de maak is.

Deze week raakte voor het eerst een commercieel ruimtevaartuig met een vracht tot bij het Internationale Ruimtestation ISS. De eerste signalen dat er een betrouwbare opvolger van de Space Shuttle in de maak is.

Intussen sloot de laatste vlucht van de Space Shuttle Atlantis al een tijdje terug het shuttletijdperk definitief af. Dertig jaar lang speelden ruimtevliegtuigen zo groot als een DC-9-vliegtuig de hoofdrol op het ruimtevaarttoneel. Dat is nu geschiedenis. Even zat ruimtevarend Amerika in zak en as toen president Barack Obama aankondigde dat het transport naar de ruimte voortaan aan de commerciële sector zou worden overgelaten. En die overstap kost tijd. Voorlopig is er geen eigen vervoer voor Amerikaanse astronauten. Die moeten meeliften met de Russische Sojoez als ze het Internationale Ruimtestation ISS willen bezoeken. 
 

Maar de commercie is wel erg voortvarend begonnen om de leemte op te vullen. Koploper is het piepjonge ruimtevaartbedrijf Space Exploration Technologies – kortweg SpaceX. Het werd in 2002 opgericht door de bedenker van betaalsysteem PayPal, Elon Musk. Eind 2010 al lanceerde het een nieuwe krachtige draagraket, de Falcon-9, met daarop een eveneens fonkelnieuw ruimteschip, de Dragon. De testvlucht verliep perfect en de Dragon-capsule landde behouden aan drie grote parachutes in de Stille Oceaan. 
 

Deze week was het dan zover: de Dragon meerde als eerste commercieel ruimtependel aan bij het ISS. Dit is het eerste positieve signaal dat de privésector de verwachtingen kan inlossen. Met dit soort capsules zal SpaceX het vrachtvervoer naar en van het ISS in de toekomst gaan verzorgen. De enige andere nieuwe spelers die zich klaarmaken om een ruimteveer te ontwikkelen zijn Orbital Sciences (met de Taurus-raket) en United Launch Alliance (met een variant van de Delta-raket), maar tot nog toe hebben die bedrijven nog weinig laten zien.

Weer naar het oude NASA

Obama’s plan ontlast NASA van de geld- en expertisevretende taak van het ruimtevervoer. De ruimtevaartorganisatie gaat nu anders om met privébedrijven, die ook vroeger al de vernuftige tuigen voor NASA-astronauten bouwden. NASA betaalt nu voor wat het krijgt, terwijl het vroeger àlle gemaakte extra kosten door het bedrijf sowieso vergoedde, plus een gegarandeerd winstpercentage. Bedrijven die nu een kans willen maken, moeten manieren vinden om te besparen. SpaceX bijvoorbeeld drukte de kosten enorm door eigen productie: ze produceerde zelf geanodiseerde aluminium bouten, ontwikkelde haar eigen thermische materiaal zodat de leverancier van het materiaal niet meer nodig was, vond een goedkoper alternatief voor peperdure buizen om turbulentie te verhinderen en creëerde een nieuw ontwerp dat het gebruik van goedkopere stukken buis mogelijk maakt.  
 

Door die besparing en een lossere controle heeft NASA weer de ademruimte om te groeien en zich te richten op verre ruimtemissies naar Mars of een planetoïde, op onderzoek en ontwikkeling en de studie van de aarde en het heelal. NASA moet dus weer het research en developmentinstituut van in de gloriedagen van de jaren zestig worden. 

Bemande vlucht?

SpaceX heeft van NASA een contract (ter waarde van 70 miljoen dollar) gekregen voor de ontwikkeling van een ontsnappingssysteem op de Dragon. Zo’n systeem is nodig om van de Dragon een bemanbare versie te maken. Het ontsnappingssysteem maakt het mogelijk om de capsule met de astronauten los te trekken van de draagraket als er tijdens de lancering iets mis zou gaan, waarna het ruimteschip een noodlanding kan maken. 
 

Elon Musk zou Elon Musk niet zijn als hij bij het ontwerp van dit systeem platgetreden paden zou bewandelen. Het zou voor de hand liggen een kleine raket bovenop het ruimteschip te monteren, die de capsule weg kan trekken. Zo’n systeem stond op de Apollo’s die in de jaren 1960 en ‘70 naar de maan vlogen. Musk en zijn mensen hebben het treksysteem vervangen door een duwsysteem: de levensreddende raketten zijn in de zijwand van de grote kegel verwerkt en kunnen later tijdens de vlucht nog dienst doen of zelfs werken bij de landing om de klap bij het neerkomen te verzachten. 
 

Naast een ontsnappingssysteem moet er natuurlijk ook een systeem in om de astronauten in leven te houden en stoelen en een instrumenten- en besturingspaneel te huisvesten. Toch hoopt Elon Musk al in 2014 zijn ruimteschip bij NASA te kunnen afleveren voor de eerste bemande vlucht naar het ISS. Dat zou minstens twee jaar eerder zijn dan volgens de oorspronkelijke NASA-plannen, gemaakt vóór Obama zijn commerciële ommezwaai maakte. Hoewel de kegelvorm en het parachutesysteem heel sterk doen denken aan de oude Apollo’s is Dragon aanmerkelijk ruimer en kan hij zeven mensen vervoeren in plaats van drie. Dat is evenveel als de Space Shuttle. Maar die weegt ruim honderd ton terwijl een bemanbare Dragon slechts twaalf ton zal wegen. De spaceshuttle had weliswaar een veel grotere vrachtcapaciteit, maar de vracht zal in het vervolg worden vervoerd door de onbemande Dragon-versies. De opzet van SpaceX reduceert de prijs per stoel aanzienlijk: NASA moet de Russen 60 miljoen dollar betalen voor de lancering van een enkele astronaut in hun Sojoez, Dragon kan het voor een derde van die prijs.

De orbitale economie

De privésector gaat niet alleen ruimteveren produceren. Een tiental bedrijven heeft plannen aangekondigd om toeristen in de ruimte te brengen. Suborbitale plezierreisjes zullen mogelijk zijn aan boord van vaartuigen gebouwd door Xcor, Virgin Galactic, Blue Origin of Armadillo Aerospace. Het Amerikaanse ruimtevaartbedrijf Bigelow Aerospace ontwikkelt dan weer opblaasbare cabines die in de ruimte in elkaar gezet kunnen worden. En ook andere bedrijven zullen niet lang wachten om woonruimtes, opslagplaatsen en andere voorzieningen te bouwen.
 

Tenzij er zich een alternatief aandient zal ruimtetoerisme de komende jaren de hoeksteen van de ruimte-economie worden. In de nabije toekomst zal het een markt voor de multimiljonairs zijn. Sinds 2001 heeft Rusland al zeven rijke toeristen naar het ISS gebracht, voor dertig tot vijftig miljoen dollar per vlucht. Als de prijs voor een ruimteretourtje zou zakken naar één miljoen, zouden er mogelijk honderden gegadigden zijn. Een loterijsysteem waarbij zeg maar honderd dollar je één kans op 10.000 geeft om als winnaar naar de ruimte te mogen, zouden verkoopcijfers en de leefbaarheid van commerciële ruimtevaartbedrijven alleen maar opkrikken. Alleen is de vraag of een ongeval met een toeristisch ruimtetoestel, met verschillende doden, de sector meteen de doodsteek geeft, of ons juist toleranter zal maken voor risico’s. Net zoals Everest-expedities of skydiven niet meer in vraag worden gesteld. Uitkijken hoe het Vrigin Galactic binnenkort vergaat bij zijn eerste ruimtevlucht met passagiers. Er zijn al zeker 500 zitjes verkocht. Prijskaartje voor een twee uur durende vlucht: 140.000 euro.