'Einstein-planeet': gevonden dankzij nieuwe techniek

14 mei 2013 door Govert Schilling

Sterrenkundigen hebben een exoplaneet ontdekt met behulp van een nieuwe techniek, die gebruik maakt van subtiele relativistische effecten.

Sterrenkundigen hebben een exoplaneet ontdekt met behulp van een nieuwe techniek, die gebruik maakt van subtiele relativistische effecten. De planeet, Kepler-76b geheten, is een zogeheten 'hete Jupiter': een gasvormige reuzenplaneet in een zeer kleine omloopbaan rond zijn moederster.

De meeste exoplaneten - planeten bij andere sterren dan de zon - worden ontdekt doordat ze hun moederster een klein beetje aan het wiebelen brengen, of doordat ze eens per omloop een klein beetje sterlicht onderscheppen wanneer ze (gezien vanaf de aarde) voor hun moederster langs bewegen.

Bij de nieuwe techniek wordt het bestaan van de planeet afgeleid uit extreem kleine helderheidsvariaties van de ster, die door drie verschillende effecten worden veroorzaakt. Het eerste effect volgt uit de relativiteitstheorie van Albert Einstein: wanneer de ster, als gevolg van de zwaartekracht van de rondcirkelende planeet, periodiek naar ons toe en van ons af beweegt, wordt hij een klein beetje helderder en zwakker. Vanwege die 'relativistic beaming' wordt Kepler-76b ook wel de 'Einstein-planeet' genoemd.

De andere twee subtiele helderheidseffecten worden veroorzaakt doordat de ster als gevolg van getijdenkrachten van de planeet een klein beetje wordt uitgerekt, en doordat de planeet een beetje sterlicht weerkaatst. Tijdens de baanbeweging van de planeet zien we het stelsel vanaf de aarde steeds vanuit een andere richting, waardoor de gemeten helderheid niet precies constant is.

Kepler-76b is 25 procent groter en ongeveer twee keer zo zwaar als Jupiter, en beschrijft één omloop in anderhalve dag. Uit de metingen blijkt bovendien dat er krachtige stormen waaien in de dampkring van de planeet. (GS)