Is het noorderlicht aan het verschuiven?

De magnetische noordpool van de aarde verplaatst zich in ijltempo richting Siberië. Wat betekent dat voor het poollicht?

Zoals de meeste planeten in ons zonnestelsel heeft de aarde haar eigen magnetisch veld. Dankzij haar kern, die voornamelijk uit gesmolten metalen bestaat, is onze planeet eigenlijk een beetje zoals een staafmagneet. Naast de geografische polen heeft de aarde namelijk ook een magnetische noord- en zuidpool, met daartussen een veld dat die twee met elkaar verbindt. Dat veld beschermt onze planeet tegen straling uit de ruimte en is verantwoordelijk voor het noorderlicht en zuiderlicht - spectaculaire fenomenen die enkel zichtbaar zijn nabij de magnetische polen.

Nu de magnetische noordpool met een snelheid van maar liefst 50 kilometer per jaar is beginnen te verschuiven - en weldra misschien Siberië voorbij zal zijn - is het lange tijd onduidelijk geweest of het noorderlicht zou meeschuiven. Nu heeft een nieuwe studie, gepubliceerd in het vakblad Geophysical Research Letters, een antwoord klaar.

Ons planetair magnetisch veld biedt heel wat voordelen. Al meer dan 2.000 jaar helpt het reizigers om zich te oriënteren overal in de wereld. Ook sommige dieren lijken zelfs hun weg te vinden dankzij het magnetisch veld. Toch vervult het een nog veel belangrijkere functie: het beschermt al het leven op aarde.

Het magnetisch veld van de aarde strekt zich vanaf de aardkern honderdduizenden kilometers uit in de hoogte. Het gaat tot in de interplanetaire ruimte en vormt wat wetenschappers een "magnetosfeer" noemen. Deze magnetosfeer helpt zonnestraling en kosmische stralen af te buigen en voorkomt zo de vernietiging van onze atmosfeer. Die beschermende magnetische bubbel is niet perfect. Soms komt er wat zonnematerie en -energie in de magnetosfeer terecht. Dat wordt dan door het veld richting de polen gestuwd, wat resulteert in het spectaculaire noorderlicht.

Pool op de dool

Aangezien het magnetisch veld van de aarde voortkomt uit haar bewegende kern van gesmolten metalen, blijven de polen niet op een vaste plaats liggen. Bovendien dolen ze onafhankelijk van elkaar rond. De noordelijke magnetische pool heeft sinds zijn formele ontdekking in 1831 al meer dan 2.000 kilometer afgelegd, van Boothia Peninsula in het verre noorden van Canada tot hoog in de Noordelijke IJszee. Die verschuiving verliep over het algemeen vrij traag, met zo'n 9 kilometer per jaar. Dat stelde wetenschappers in staat om zijn positie gemakkelijk op te volgen. Maar sinds de eeuwwisseling is die snelheid toegenomen tot 50 kilometer per jaar. De magnetische zuidpool verschuift ook, maar aan een veel trager tempo (10-15 kilometer per jaar).

Deze snelle verschuiving van de magnetische noordpool veroorzaakt problemen voor wetenschappers en zeevaarders. De computermodellen die aangeven waar de magnetische pool zich in de toekomst zou bevinden, zijn sterk verouderd. Dat maakt het moeilijk om met een kompas accuraat te navigeren. In dat geval is er wel nog gps, maar dat is niet altijd betrouwbaar in de poolstreken. De pool beweegt zelfs zo snel dat de wetenschappers die verantwoordelijk zijn voor het in kaart brengen van het magnetisch veld onlangs verplicht waren om hun model opnieuw aan te passen, veel vroeger dan verwacht.

En de poollichten?

Het poollicht komt meestal voor in een ovaal rond de magnetische polen. Als deze polen verschuiven zou het niet onlogisch zijn dat het poollicht mee verschuift. Er zijn voorspellingen die suggereren dat de magnetische noordpool zich binnenkort dicht bij het noorden van Siberië zal bevinden. Welk effect heeft dat op het noorder- en zuiderlicht?

Het noorderlicht is tegenwoordig vooral zichtbaar vanuit Noord-Europa, Canada en het noorden van de VS. Dat zou weleens sterk kunnen veranderen als het noorderlicht samen met de magnetische noordpool verder naar het noorden zou verschuiven, tot voorbij de geografische noordpool. In dat geval zou het noorderlicht zichtbaarder worden vanuit Siberië en Noord-Rusland en minder zichtbaar van de dichter bevolkte Amerikaans-Canadese grens.

Toch hoeven de poollichtfans op het noordelijk halfrond nog niet te treuren: het lijkt erop dat het noorderlicht niet richting Siberië en Rusland verschuift. In een recent onderzoek maakten wetenschappers een computermodel van het poollicht en de magnetische polen van de aarde op basis van data die teruggingen tot 1965. Dat model toonde aan dat het poollicht niet zozeer de magnetische polen volgt, maar wel de "geomagnetische polen". Het verschil tussen de twee is niet groot, maar wel belangrijk.

De magnetische polen zijn die punten op het aardoppervlak waar de naald van een kompas verticaal omhoog of omlaag wijst. Deze polen zijn niet noodzakelijk met elkaar verbonden en als je een lijn zou trekken tussen de twee, dan zou die niet noodzakelijk door het middelpunt van de aarde gaan. Om betere modellen te kunnen maken, stelden wetenschappers dat de aarde in het midden te vergelijken is met een staafmagneet. Zo creëerden ze twee polen die exact tegenover elkaar staan, zogenaamde "antipoden". Als je een lijn zou trekken tussen die twee punten, zou die recht door het middelpunt van de aarde gaan. Op de punten waar die lijn het aardoppervlak snijdt, bevinden zich de geomagnetische polen.

De geomagnetische polen zijn een soort betrouwbare, uitgebalanceerde versie van de magnetische polen die voortdurend op een onregelmatige manier bewegen. De geomagnetische polen blijken een stuk minder snel te verschuiven dan de magnetische noordpool. Bovendien lijkt het poollicht eerder de uitgebalanceerde versie van het magnetische veld te volgen, wat betekent dat ook het noorderlicht zich eerder traag verplaatst. Het ziet er dus naar uit dat het noorder- en zuiderlicht op hun plek blijven - voorlopig toch.

We hoeven ons dus geen zorgen te maken: een dolende pool, hoe snel hij zich ook verplaatst, zal niet al te veel problemen veroorzaken - behalve dan voor de wetenschappers die er een model voor moeten maken.