Sterrenstelsel op extreem grote afstand ontdekt

24 oktober 2013 door EE

Het zwakke licht van het sterrenstelsel heeft er 13 miljard jaar over gedaan om de aarde te bereiken.

Astronomen hebben een sterrenstelsel ontdekt waarvan het zwakke licht er 13 miljard jaar over heeft gedaan om de aarde, of beter gezegd: de Hubble-ruimtetelescoop, te bereiken. Nooit eerder werd een stelsel op deze kolossale afstand opgespoord.

Het verre sterrenstelsel, dat de catalogusaanduiding z8_GND_5296 draagt, produceert ongeveer driehonderd nieuwe sterren per jaar. Ter vergelijking: in onze Melkweg worden jaarlijks hooguit twee sterren van het formaat zon gevormd. Het is dus een echte ‘sterrenfabriek’.

De ontdekking biedt een kijkje in de prille begintijd van het heelal. Het licht dat we nú van z8_GND_5296 ontvangen, is immers vertrokken toen het heelal amper 700 miljoen jaar oud was.

Volgens de astronomen zou het wel eens problematisch kunnen worden om sterrenstelsels op nóg grotere afstanden te ontdekken. Bij het opsporen van stelsels als z8_GND_5296 wordt gebruik gemaakt van zeer lang belichte Hubble-opnamen. De verste stelsels op deze foto’s vallen op door hun afwijkende kleur. Vervolgonderzoek met een grote telescoop op aarde – in dit geval de Keck-telescoop op Hawaï – moet dan uitsluitsel geven over de afstand van het object.

Voor dat laatste is het nodig dat in het spectrum van het stelsel een specifieke heldere lijn van het element waterstof te zien is. Bij stelsels die verder weg staan dan 13 miljard lichtjaar is dat echter lang niet altijd het geval. Dat komt vermoedelijk doordat toen hun licht werd uitgezonden het heelal nog was gevuld met een ‘mist’ van neutraal waterstofgas. Deze ondoorzichtige mist trok pas op toen de straling van de eerste generaties sterren de kosmische waterstof hadden geïoniseerd.