Vergroeid met de smartphone

Negen van de tien 12- en 13-jarigen heeft een eigen smartphone – en dus toegang tot allerlei gruwelijke beelden en berichten, en de mogelijkheid contact te maken met wildvreemden. Hoe kan je als ouder je kind helpen op een verantwoorde manier om te gaan met de nieuwe technologische mogelijkheden?

Met een kapmes hakten terroristen gevangenen het hoofd af. De filmpjes van IS gingen de wereld rond. Jonge ogen bleven niet gespaard. Op een middelbare school in Frankfurt stuurde een leerling van de zesde klas zo’n gruwelelijke video via WhatsApp naar al zijn klasgenoten. Sommigen stuurden hem weer door naar vrienden, en binnen de kortste keren hadden bijna honderd jongeren de beelden gezien.

“Pas zes weken later hadden de eerste ouders in de gaten dat er iets aan de hand was”, zegt Günter Steppich, “omdat hun kind al weken last had van nachtmerries”. Steppich is niet alleen leraar aan een gymnasium in Wiesbaden, maar ook als adviseur van het ministerie van cultuur van de Duitse deelstaat Hessen werkzaam op de afdeling die verantwoordelijk is voor de bescherming van de jeugd op het gebied van de media. In die functie wordt hij vooral geconfronteerd met de risico's en gevaren die smartphones met zich meebrengen, zoals ongevraagde blootstelling aan beelden en berichten die schadelijk kunnen zijn voor jonge mensen: martelvideo's, scènes uit horrorfilms, porno. In Duitsland zegt een op de twintig kinderen wel eens ongewenste berichten te hebben gekregen van vrienden. Bij twaalf- en dertienjarigen was dat een op de tien.

Smartphonegebruik door minderjarigen heeft veel positieve aspecten. Jongeren zijn vooral enthousiast over het gemak waarmee ze onderling kunnen communiceren

Zijn smartphones daarom gevaarlijk voor kinderen en jongeren? Niet per se. Het smartphonegebruik van minderjarigen heeft zelfs veel positieve aspecten, constateerde de Duitse communicatiewetenschapper Karin Knop (Universiteit van Mannheim) in 2015. Kinderen en jongeren zijn enthousiast over de talrijke vormen van amusement, zoals gamen, filmpjes bekijken en naar muziek luisteren. Vooral jongeren gebruiken hun mobieltje daarnaast ook om informatie op te zoeken, bijvoorbeeld de dienstregeling van bus of trein, het weerbericht of wijzigingen in hun lesrooster. 

Maar het belangrijkst bleek de mogelijkheid met elkaar te communiceren. “Uit onze gesprekken met de kinderen kwam naar voren dat ze het vooral waardevol vinden dat de smartphone hen in staat stelt met anderen in contact te staan”, legt Knop uit. “Je kunt op elk gewenst moment een berichtje naar je beste vriendin sturen om haar te laten weten dat je aan haar denkt of om haar succes te wensen voor een proefwerk.” 

Het Vlaamse onderzoek Apestaartjaren (2018) ligt in dezelfde lijn. Heel wat lagereschoolkinderen hebben hun eigen tablet, waarop ze vooral spelletjes spelen, filmpjes kijken en muziek luisteren. Vanaf 12 jaar gaat de tablet eruit en komt de smartphone in de plaats. Acht op de tien Vlaamse jongeren zitten op Facebook, SnapChat, Instagram en/of YouTube.

Smartphones maken het in veel opzichten makkelijker om de dagelijkse activiteiten te plannen. Via groepsapps kan je afspraken maken en jongeren kunnen hun werkende ouders via een berichtje op de hoogte brengen dat er een les wegvalt en dat ze vroeger thuis zullen zijn. 

Maar het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Een op de vijf Duitse jongeren is al eens terechtgekomen op websites die niet voor alle leeftijden geschikt zijn. Nog eens een op de vijf kreeg al eens happy slapping-filmpjes, waarin een willekeurige voorbijganger of de nerd van de klas onverhoeds een pak slaag krijgt. De pestkoppen filmen alles met een mobiele telefoon en verspreiden de beelden via internet.

Man zkt meisje

Als ouder lig je misschien nog het meest wakker van online contact met vreemden, zeker als je een dochter hebt. Het Duitse onderzoek laat zien dat ruim een op de vier smartphonegebruikers tussen 8 en 14 jaar wel eens berichten heeft gekregen van iemand die ze niet kennen. Gelukkig leken de meeste ondervraagde kinderen zich bewust te zijn van de risico's en ze wisten hoe ze de gebruiker in kwestie konden blokkeren, zodat ze geen verdere berichten ontvingen. In Vlaanderen zeggen zeven op de tien jongeren erg voorzichtig te zijn met het accepteren van vriendschapsverzoeken. 

Toch gebeurt het telkens weer dat een kind zich laat overhalen om aan een onbekende persoonlijke gegevens en privézaken toe te vertrouwen, foto's of filmpjes van zichzelf op te sturen of een ontmoeting in levenden lijve te arrangeren met iemand die het alleen via internet kent.

“Ongewenste activiteiten van pedofielen vormen nog altijd een plaag op het internet”, zegt ook mediawaakhond Steppich. Vroeger zochten de daders vooral contact via chatforums. In het smartphone-tijdperk maken ze steeds vaker gebruik van de berichtenfunctie van spelletjes voor de mobiele telefoon die populair zijn bij kinderen, zoals Quizduell en Clash of Clans. 

Dat kan je aan den lijve ondervinden. Kies gewoon een gebruikersnaam die de indruk wekt dat er een minderjarig meisje achter schuilgaat, en al na enkele minuten krijg je berichten van onbekenden. De enige remedie hiertegen is voorlichting: druk je kind op het hart dat het vreemden op internet nooit persoonlijke gegevens of foto's mag toevertrouwen. 

Gecompliceerder ligt het in het geval van sexting. Jongeren maken pikante, soms pornografische foto’s van zichzelf en sturen die door naar hun liefje. Uit het Vlaamse onderzoek blijkt dat 12% van de jongeren geregeld zo’n sext van zichzelf verstuurt. Dat kan problemen opleveren als de ontvanger van de beelden ze aan anderen laat zien of doorstuurt. 43% van de Vlaamse jongeren zag al eens een sext op de smartphone van een vriend.

Naakt aan de schandpaal

Aangezien veel kinderen ook vrienden en kennissen buiten de school hebben, bijvoorbeeld via clubs waar ze lid van zijn, duurt het vaak maar een halve dag voor een naaktfoto op alle scholen in een stad de ronde doet, zegt Steppich. Het enige wat hiertegen te doen is, is preventie. “In de meeste gevallen had het onheil voorkomen kunnen worden als er iemand met het kind in kwestie had gepraat over dit onderwerp”, zegt hij. Volgens hem zijn intieme foto's op zich niet het probleem. Het gaat meer om principiële kwesties van vertrouwen en respect.

De grootste problemen zijn waarschijnlijk de constante afleiding en 'fomo' – fear of missing out

Zo kijkt ook mediapsycholoog Nicola Döring (Technische Universiteit van Ilmenau, Duitsland) ertegenaan. Zij pleit ervoor, in elk geval vanaf de puberteit, sexting met wederzijdse instemming als een normale uitingsvorm van seksualiteit te beschouwen, vooral als het binnen een liefdesrelatie plaatsvindt. De vooroordelen over sexting moeten dringend veranderen, meent ze. Meisjes die een sext versturen staan al snel te boek als slet en krijgen te maken met pesterijen. De maker van de beelden valt niets te verwijten, zegt Döring. Wie ze verspreidt zonder toestemming is de boosdoener. 

“Als het om fysiek misbruik gaat, is inmiddels tot de meeste mensen doorgedrongen dat het slachtoffer geen blaam treft. In het geval van misbruik van intieme foto's zijn we nog niet zo ver”, aldus Döring.

Pesterijen en ongewenste ervaringen op het gebied van seks en geweld zijn dus reële dreigingen als kinderen en jongeren smartphones gebruiken. In het dagelijks leven hebben twee factoren een nog veel grotere impact, meent Knop: de constante afleiding en de angst iets te missen – of fomo (fear of missing out). 

Jongeren hebben het altijd al belangrijk gevonden te weten waar hun leeftijdgenoten mee bezig zijn. Als de angst uitgesloten te worden van feestjes en andere leuke activiteiten de overhand krijgt, voelen ze de onbeheersbare drang om telkens weer op hun smartphone te kijken. Uit een onderzoek van Andrew Przybylski van de Universiteit van Essex (VK) komt naar voren dat vooral weinig zelfstandige jongeren en jongens en meisjes die het gevoel hebben dat ze er niet bij horen gevoelig zijn voor fomo.

Slaaptekort

Afleiding is verreweg de grootste narigheid die het smartphonegebruik met zich meebrengt. Op dit punt is er maar weinig verschil tussen jongeren en volwassenen. Berichtenapps, spelletjesapps en digitale media in het algemeen doen voortdurend een beroep op je aandacht. Kinderen en jongeren komen niet meer aan huiswerk of slapen toe. Tal van studies hebben aangetoond dat tieners die voortdurend met hun telefoon in de weer zijn later inslapen en korter slapen dan leeftijdgenoten die daar minder mee bezig zijn. 

Slaapgebrek heeft niet alleen een nadelig effect op de schoolprestaties. Het gaat ook gepaard met een verhoogd risico op depressies en angststoornissen. Of er werkelijk een oorzakelijk verband is, is niet duidelijk. 

‘Zelfs als het apparaat niet biept, kijk je toch om de paar minuten om te controleren of er iets gebeurd is'

De belangrijkste vaardigheid die kinderen, maar ook volwassenen, nodig hebben in de omgang met hun smartphone is zelfdiscipline, zegt Karin Knop. Dat wil zeggen: je behoeftebevrediging een tijdje uit kunnen stellen. 

Dat is deels een algemene karaktereigenschap, die onder andere invloed heeft op schoolprestaties. Voor een ander deel is het een vaardigheid die zich ontwikkelt naarmate kinderen opgroeien. In de puberteit vertoont de stijgende lijn van deze vaardigheid een ‘knik’. Pubers die als kind goed in staat waren te wachten op een beloning worden nu impulsiever. Van de Vlaamse tieners zegt een op de vijf onrustig te worden als ze niet op hun smartphone kunnen kijken. Ze slagen er niet in er minder tijd aan te spenderen en slapen daardoor te weinig. 

Wie geen zelfdiscipline heeft, loopt het risico dat de smartphone zijn leven beheerst, waarschuwt Knop. “Bij elk binnenkomend bericht grijp je naar je mobieltje en zelfs als het apparaat niet biept, kijk je toch om de paar minuten om te controleren of er iets gebeurd is.”

Peuter met tabletverslaving?

De experts zijn het er nog niet over eens of we dit gedrag al moeten betitelen als een verslaving. Eén ding is wel duidelijk: ook menig volwassene besteedt soms meer aandacht aan zijn smartphone dan aan de aanwezigen van vlees en bloed. Kinderen nemen dat gedrag over. De voorbeeldfunctie van volwassenen begint al in de zandbak. Als ouders in de speeltuin voortdurend verdiept zijn in hun mobieltje moeten ze niet vreemd opkijken als na een tijdje blijkt dat hun kroost ook naar het beeldscherm gezogen wordt.

“Kinderen kopiëren het gedrag van hun ouders. Dat is heel natuurlijk”, zegt mediapsycholoog Markus Appel (Universiteit van Würzburg, Duitsland). “Vooral als ouders iets heel vaak en met kennelijk enthousiasme doen.”

Is het überhaupt wenselijk dat kleuters en kinderen al gebruikmaken van digitale media? Volgens Appel is het in elk geval belangrijk dat ze alleen dingen te zien krijgen die bij hun leeftijd passen. “Veel ouders denken dat jonge kinderen nog niet snappen wat ze zien. Maar op basis van onderzoek naar tv-kijken weten we dat kinderen op heel jonge leeftijd – zelfs als ze bepaalde woorden en details nog niet begrijpen – al drommels goed door hebben wat zich op het scherm afspeelt.” 

'Niemand is ooit op het idee gekomen om van een prentenboekverslaving te spreken'

Over het algemeen is er geen reden om aan te nemen dat apps die aan de leeftijd van een kind zijn aangepast slechter zijn dan analoge media, zegt Appel. Behalve misschien als het gaat om prentenboeken voor de allerjongsten. Die bevatten vaak ook elementen die de tastzin prikkelen, en die kan een beeldscherm niet vervangen.

Als een peuter of kleuter tien keer achter elkaar de video wil bekijken waarop hij of zij zelf van de glijbaan glijdt, is dat nog geen teken van een beginnende smartphoneverslaving, aldus Appel. Filmpjes trekken nu eenmaal meer aandacht dan foto’s – dat geldt net zo goed voor volwassenen. En jonge kinderen vinden het geweldig om bekende dingen opnieuw te zien. “Vooral peuters en kleuters hebben veel meer tijd nodig om structuren te herkennen: ze leren vooral door herhaling”, zegt Appel. Dat fenomeen zien we trouwens ook bij kinderboeken. En niemand is ooit op het idee gekomen om van een prentenboekverslaving te spreken.

Volgens deskundigen is het ook bij tienjarigen nog van cruciaal belang dat de ouders erop toezien wat hun kind met zijn mobieltje doet, wat hij te zien krijgt en hoe lang hij met het apparaat in de weer is. Maar vanaf welke leeftijd kunnen we een minderjarige een eigen smartphone, wellicht zelfs met internetverbinding, geven zonder dat dat onverantwoorde risico's met zich meebrengt?

Angst voor smartphone-zombies is overdreven

Over deze kwestie lopen de meningen uiteen. Jongeren die vaak gebruikmaken van sociale media blijken iets meer van computers af te weten dan leeftijdgenoten die minder met de smartphone in de weer zijn. Dat kan later van pas komen in hun werkende leven, hoor je vaak. In erg beperkte mate, weliswaar. Je hoeft niet echt een technisch genie te zijn om een selfie op Instagram te gooien of een spelletje op je mobiel te spelen. De praktische vaardigheden die je nodig hebt om dit soort apps te gebruiken zijn iets heel anders dan de kennis en vaardigheden die later van een ambtenaar of een accountmanager worden geëist – laat staan van een programmeur.

Volgens mediadeskundigen hoeven we trouwens niet bang te zijn dat de jonge generatie zal muteren tot vereenzaamde smartphone-zombies. “Gelukkig spelen de meeste kinderen nog altijd buiten, ook als ze een smartphone hebben”, zegt Karin Knop. “Uiteraard mogen digitale media niet de enige vrijetijdsbesteding zijn. Er moeten periodes overblijven zonder mobieltje. Maar als vier jongeren aan de rand van het zwembad op hun smartphone zitten te drukken en te swipen, betekent dat vaak dat ze via WhatsApp met elkaar ‘praten’ – en daarnaast ook nog met andere vrienden die thuis gebleven zijn.” 

Overtuigende aanwijzingen dat het gebruik van sociale media schadelijk is voor de ontwikkeling van kinderen zijn er dus niet, stelt Markus Appel. De alarmerende berichten die soms de ronde doen, leiden er alleen toe dat ouders ervoor terugschrikken zelf een mening te vormen en zich wat meer in de nieuwe technologie te verdiepen – met als gevolg dat ze hun kroost op dat gebied niet kunnen ondersteunen.

Ook mediawaakhond Steppich staat allesbehalve afwijzend tegenover de moderne techniek. Op de school waar hij lesgeeft, heeft hij eigenhandig een Wifi-netwerk geïnstalleerd. Hij maakt in zijn lessen dankbaar gebruik van tablets en beheert in zijn vrije tijd verscheidene websites. Toch adviseert hij ouders om hun kinderen pas op hun veertiende een smartphone te geven. Al beseft hij dat dat onrealistisch is.

Alle experts zijn het er wel over eens dat het belangrijk is met kinderen te praten over de mogelijke problemen die smartphonegebruik kan opleveren. Ouders kunnen bijvoorbeeld met hun kind een ‘contract’ opstellen met regels voor de omgang met het mobieltje. Niet aan tafel, niet mee in bed, niet tijdens het huiswerk, bijvoorbeeld.

Steppich is vastbesloten zijn strijd tegen windmolens voort te zetten, zo zegt hij zelf. Op zijn initiatief heeft de onderwijsinspectie in de Duitse stad Wiesbaden in 2016 een brief gestuurd naar alle ouders van kinderen die het schooljaar daarop zouden starten in een van de 55 middelbare scholen in de stad. In die brief stond dat de onderwijsinspectie en de leiding van de betreffende scholen het geen goed idee vonden kinderen jonger dan veertien jaar een smartphone te geven. Twee ouders stuurden Steppich een e-mail waarin ze de spot dreven met zijn wereldvreemdheid. Meer dan duizend ouders lieten weten dat ze hem dankbaar waren. Ze waren blij dat ze eindelijk een argument hadden om hun kind uit te leggen waarom het nog geen smartphone mocht.