Bracht asteroïde die dino’s uitroeide leven op Mars?

12 december 2013 door Eos-redactie

De asteroïde die 66 miljoen jaar geleden de dinosauriërs uitroeide, zou mogelijk leven hebben gekatapulteerd naar Mars en de manen van Jupiter.

De asteroïde die 66 miljoen jaar geleden de dinosauriërs uitroeide, zou mogelijk leven hebben gekatapulteerd naar Mars en de manen van Jupiter. Dat schrijven Amerikaanse onderzoekers.

Ze berekenden hoeveel aardse rotsblokken – die groot genoeg waren om leven te herbergen – door inslaande asteroïden de ruimte in werden geslagen in de voorbije 3,5 miljard jaar.

De impact van de asteroïde die op het schiereiland Yucatan (Mexico) de bekende Chicxulub-krater achterliet, was zo groot dat brokstukken helemaal tot bij Jupiters maan Europa zouden zijn geraakt, zeggen de onderzoekers in het tijdschrift Astrobiology. Duizenden rotsblokken zouden moeiteloos Mars hebben gehaald, die 4 miljard jaar geleden warmer, natter en modderiger was dan vandaag, en dus mogelijk ‘levensvatbaar’.

‘Het is goed mogelijk dat vanaf de aarde en vanaf Mars rotsen met levensvormen erop getransporteerd zijn naar de andere planeten in ons zonnestelsel’, zegt Rachel Worth van Penn State University aan BBC. ‘Alle missies die naar leven zoeken op Titan of de Jupiter-manen zouden moeten nagaan of het biologisch materiaal er onafhankelijk is ontstaan, of een nieuwe tak is van de aardse familiestamboom.’

Panspermia heet dit idee dat organismen zouden zijn meegelift doorheen het zonnestelsel, op de ‘rug’ van kometen en van brokstukken die bij een meteoorinslag de ruimte werden ingekatapulteerd. Zo is er ook een hypothese dat bacterieel leven op Mars ontstond en via een meteoorinslag meereisde naar de aarde.

Simulaties

Dankzij computersimulaties kunnen wetenschappers die ruimtetrips nabootsen. In deze studie hielden de onderzoekers alleen rekening met rotsblokken groter dan drie meter, het minimum, denken ze, om bacteriën te beschermen tegen de straling van de zon tijdens een trip van soms wel tien miljoen jaar.

Ze schatten het aantal brokstukken en brachten de reisroute ervan in kaart. Veel stukken bleven dicht bij de aarde en kwamen uiteindelijk weer terug in de dampkring. Anderen werden tot in de zon of zelfs tot buiten ons zonnestelsel geschoten. Maar een klein aantal haalde ‘buitenaardse’ werelden. Naar schatting 360.000 grote rotsen haalden Mars, 6 geraakten zelfs tot bij Europa, een maan van Jupiter die met meren onder een dikke ijslaag.

Chicxulub
De bekendste imslagkrater is de Chicxulub-krater op Yucatan in Mexico, die 66 miljoen jaar geleden ontstond. Een object ter grootte van een stad sloeg er in. De inslag wordt verantwoordelijk gehouden voor het uitsterven van de dino’s, doordat ze aanleiding gaf tot vulkaanuitbarstingen, die op hun beurt de aarde in een rook en stof hulden. Volgens de onderzoekers werd toen naar schatting 70 miljard kilogram aan rotsmateriaal de ruimte ingestuwd, waarvan 20.000 kilogram Jupiter-maan Europa kon hebben bereikt.
 

Eerder werd al aangetoond dat bacteriën en andere kleine levensvormen de barre omstandigheden van de ruimte kunnen overleven, of na miljoenen jaren uit een slaaptoestand kunnen ontwaken.

Deze simulatie van panspermia is de meest uitgebreide tot nu toe. ‘Deze studie versterkt het idee dat grote brokstukken van het oppervlak van de aarde of van Mars gemakkelijk hun weg vinden van de ene naar de andere planeet’, vertelt astrobioloog Jay Melosh van Purdue University, die niet betrokken was bij de studie, aan BBC. (rvb)