De keizer en de president

Wat een dubbelportret van Rubens en een foto van de Amerikaanse president gemeen hebben.

Seneca en Nero waren twee Romeinse figuren waarvoor de erudiete Peter Paul Rubens een levenslange fascinatie koesterde. Seneca was zijn favoriete wijsgeer. Hij bewonderde hem om de stoïcijnse rust die hij had gepredikt en waar Rubens zelf en zijn vrienden naar verlangden. In Nero las hij de uitwassen van alles wat er gebeurt wanneer je de stoïcijnse standvastigheid loslaat, en je jezelf overlevert aan emoties en impulsen.

In een van de vele portretten die Rubens van de beide Romeinen schilderde, nam hij een vraag uit de achtste satire van Juvenalis als uitgangspunt: ‘Als je vrij zou mogen stemmen, wie zou dan zo dom zijn om niet Seneca te verkiezen boven Nero?’

In dit schilderij brengt Rubens genadeloos in beeld hoe Seneca zich verhoudt tot Nero in een web van complexe relaties. Seneca heeft een bruingetinte huid, zijn haren zijn warrig, onverzorgd. Dat associeer je niet met staatsmanschap. Maar Seneca staart wel voor zich uit als een keizer: in profiel, bedachtzaam, statig. Nero, de feitelijke keizer, heeft een bleke huid, opgewerkt met een rode blos en een gecoiffeerde haardos. Maar zijn blik is vunzig. Het dedain spat ervan af.

Rubens opent met dit dubbelportret een scala aan vragen over klasse, uitstraling en staatsmanschap. Vier eeuwen later zijn deze nog brandend actueel. Over Trump en Obama bestaan misschien miljoenen opinies en duizenden analyses, maar in het ongrijpbare opbod tussen facts en alternative facts is het misschien goed om wat meer aandacht te schenken aan de vraagstelling. Want ook Juvenalis wist al: ‘Altijd als ik deze slechte en decadente voorbeelden aanhaal, zijn er nog meer die erger zijn’.