Deed vroege mens grote vleeseters uitsterven?

27 april 2012 door Eos-redactie

Volgens een nieuwe theorie is de vroege mens de oorzaak dat 2 miljoen jaar geleden grote vleeseters in Afrika massaal uitstierven.

Volgens een nieuwe theorie deed de vroege mens 2 miljoen jaar geleden grote vleeseters in Afrika massaal uitsterven.

Een vroege voorouder van de otter (Enhydriodon dikikae), van wel 200 kilogram, zou in de strijd met onze menselijke voorouders aan het kortste eind getrokken hebben. Ook een aantal andere grote vleeseter-soorten in Afrika blijken rond 2 miljoen jaar geleden verdwenen. Volgens Lars Werdelin, curator van het Zweedse Museum of Natural History in Stockholm, heeft dat alles te maken met het verschijnen van de eerste telgen van het Homo-geslacht. Hij presenteerde zijn bevindingen op een symposium aan Columbia University in New York. Hoewel bewijs voor het causale verband ontbreekt, is het volgens Werdelin niet toevallig dat de dieren verdwenen op het moment dat de vroege mens (onder meer Homo habilis) bedreven werd in het maken van gereedschap. Met sommige diersoorten concurreerde de mens indirect door hun habitat in te nemen.

Werdelin presenteerde nog ongepubliceerde data van fossiele tanden, kaakbenen en schedels uit verschillende archeologische sites in Afrika. Ze geven volgens de paleontoloog aan dat tussen 3 en 1,5 miljoen jaar geleden vier (van 19) grote vleesetende soorten waren verdwenen. Ook de diversiteit bij de grote vleeseters daalde. Vóór 2 miljoen jaar geleden waren er nog veel soorten met een gevarieerd dieet van vlees, vis, planten en vruchten. Fossielen die jonger waren, geven aan dat een groter deel van de roofdieren uitsluitend vleeseters waren.

Andere onderzoekers denken dat de verdwijning van de dieren het gevolg was van veranderingen in klimaat en vegetatie – droger met meer open savannes – in het Afrika van die tijd. Herbivoren, zoals antilopen, olifanten en voorouders van het moderne varken pasten zich aan de open savanne aan, en floreerden. Maar, een miljoen jaar later, in het late pleistoceen, begonnen ze ook sterk in aantal af te nemen. Een van de laatste ‘slachtoffers’ was de wolharige mammoet. ‘Vroege mensen kunnen een rol hebben gespeeld, maar er waren wellicht nog andere factoren’, zegt antropoloog René Bobe van George Washington University, die niet betrokken was bij de studie. (nd)