Dinobaby’s bewogen al in hun ei

10 april 2013 door Eos-redactie

De ontdekking van een verzameling botten van dinosaurusembryo’s werpt nieuw licht op hun prenatale ontwikkeling.

De ontdekking van een verzameling botten van dinosaurusembryo’s werpt nieuw licht op hun prenatale ontwikkeling. Paleontoloog Robert Reisz en zijn collega’s beschrijven in Nature een ware goudmijn aan embryofossielen nabij Lufeng, in de Yunnanprovincie in China. De botten zijn afkomstig van embryo’s van de Lufengosaurus, een planteneter uit het vroeg-jura, die gigantische proporties kon aannemen.

Door de beperkte hoeveelheid gevonden prenatale dinosaurusfossielen bestaat er maar weinig onderzoek naar de evolutie van de dieren voor ze uit het ei kwamen. De vondst van Reisz brengt hier verandering in. De verzameling van ongeveer 200 botten is immers afkomstig van embryo’s in verschillende stadia van hun ontwikkeling, wat onderzoekers toestaat ontwikkelingspatronen bloot te leggen. Eerst konden de paleontologen uit de vorming van de beenderen afleiden dat Lufengosaurusbaby’s enorm snel groeiden, ook wanneer ze nog in het ei zaten. Dat doet de wetenschappers vermoeden dat het dier een korte incubatietijd had. Ook uit het ei groeide de dinosaurus snel, waardoor het één van de grootste soorten uit zijn tijd was.

Een verdere studie van de fossielen bracht aan het licht hoe het skelet van de reptielen zich ontwikkelde tot een sterke constructie die het gewicht van de plantenetende reus kon dragen. Net zoals muizen en kippen dat vandaag nog doen, kon het embryo zich al bewegen in het ei. Die vroegtijdige activering van de spieren leidde ertoe dat bepaalde botten sterker werden en meer gewicht konden dragen.

Tot slot onderwierpen Reisz en zijn team de fossielen aan een infrarood-spectroscopie. De scan legde de aanwezigheid van organisch materiaal, dat waarschijnlijk is ontstaan door de afbraak van complexe proteïnen, bloot. Uitzonderlijk, want tot nu toe bleven vondsten van organisch dinosaurusmateriaal controversieel omdat besmetting met bacteriën nooit uit te sluiten was. (ma)