Eerste landdieren niet stevig op de poten

De eerste vierpotige dieren gebruikten hun ledematen wellicht alleen om als een zeehond voort te ‘floppen’. Dat was bij de eerste amfibieachtige dieren, de ichthyostega, alvast het geval, zegt onderzoek in Naturedeze week.

Konden de eerste vierpotige dieren, die deels in het water, en deels op het landen leefden, lopen of niet? Er is discussie onder paleontologen of de poten van die allereerste amfibieachtige dieren wel geschikt waren om het lichaam van de grond op te tillen.

Onderzoekers van The Royal Veterinary College lijken een antwoord te hebben. Ze bestudeerden tientallen exemplaren van ichthyostega, een uitgestorven dier dat 370 miljoen jaar geleden vermoedelijk de overgang vormde van beenvissen naar amfibieën. Met scans maakten de paleontologen een reconstructie van de gewrichten en vergeleken die met moderne dieren zoals de zeehond en de krokodil. Hun conclusie: het dier kon zijn  poten op en neer bewegen en naar voor en naar achter, maar draaiende bewegingen zaten er nog niet echt in. Weinig waarschijnlijk dus dat ichthyostega al vlotte stapbewegingen maakte. Wellicht ‘flopt’ hij zich met de achterste ledematen voort zoals een zeehond. (nd)