Eos Blogs

Historisch DNA onthult eerste bewijs voor pest in middeleeuws Vlaanderen

Wat vertelt DNA over het verleden van een stad? In Sint-Truiden heel wat. Op de Groenmarkt – eeuwenlang de begraafplaats van de Onze-Lieve-Vrouwekerk – onderzochten Leuvense onderzoekers DNA van vierhonderd mensen die er tussen de 8ste en 18de eeuw begraven werden. De studie brengt een tot nu toe onbekende pestuitbraak in de 14de eeuw aan het licht.

Beeld: © Aron bvba

De stad Sint-Truiden ontstond in de 7de eeuw rond een abdij gesticht door de heilige Trudo. Na zijn dood in 693 groeide de abdij uit tot een invloedrijk pelgrimsoord, waarrond een bloeiende handelsstad met internationale connecties ontwikkelde. Dankzij een goed bewaarde abdijkroniek is de geschiedenis van Sint-Truiden in grote lijnen bekend, maar het DNA van haar vroegere inwoners vult het plaatje aan met verrassende inzichten.

Tijdens archeologische opgravingen in 2019 werden meer dan 3000 skeletten blootgelegd onder de huidige Groenmarkt. Al bij de start van de opgravingen trokken de teams van collega-professor Toomas Kivisild en mijzelf talloze keren naar Sint-Truiden om tanden van een representatieve groep skeletten te bemonsteren. Uit deze collectie kon onze doctoraatsstudent Owyn Beneker het genetisch materiaal van vierhonderd personen analyseren. Nooit eerder werden wereldwijd zoveel ancient DNA-stalen van één locatie onderzocht.

Leuvense genetici verzamelden tanden van 400 individuen in GAZO, het archeologisch depot in Sint-Truiden. © GAZO, Anneleen Mombaerts.

Een genetische tijdlijn van duizend jaar

De oudste graven op de site – uit de 8ste tot 10de eeuw – bleken genetisch verrassend diverser te zijn dan die uit de jongere periodes. Onder deze individuen bevonden zich ook vijf mensen met een genetisch profiel dat sterk overeenkomt met dat van middeleeuwse Ieren of Schotten, al vonden we hiervoor geen enkel aanknopingspunt in geschreven bronnen. Vanaf de 11de eeuw zien we dat de genetische diversiteit in Sint-Truiden afneemt en de populatie homogener wordt. Het DNA van de Truienaars lijkt sindsdien opmerkelijk sterk op dat van de huidige Limburgers.

Onder de Groenmarkt werden in 2019 meer dan 3000 skeletten opgegraven. © Aron bvba

De grotere diversiteit in de vroege middeleeuwen past binnen een breder patroon dat we ook in andere sites vaststelden, zoals op de laat-Merovingische begraafplaats in Koksijde. De genetische verschillen tussen de oudste skeletten uit Sint-Truiden en die van de gelijktijdige site in Koksijde waren zelfs bijna even groot als die tussen Vlamingen en Spanjaarden vandaag. De vroege middeleeuwen waren dus bijzonder bepalend voor het genetisch profiel in Vlaanderen.

Bovendien blijkt de genetische opbouw van de bevolking in de Lage Landen voortgekomen uit een menging van twee grote voorouderlijke groepen: een ‘Gallische’ en een ‘Germaanse’. Deze vermenging ligt aan de basis van de genetische noord-zuidgradiënt die vandaag nog steeds zichtbaar is in Vlaanderen en Nederland. Die genetische achtergrond liet ook sporen na in uiterlijke kenmerken en stofwisselingsprocessen. Mensen met meer Germaanse voorouders hadden destijds vaker aanleg voor rood haar, terwijl wie genetisch dichter bij de Gallische groep stond, vaker een variant droeg die het vitamine D-gehalte in het bloed verhoogt.

De pest in DNA, niet in de kronieken

Een van de opvallendste bevindingen was het directe bewijs van een pestepidemie in het 14de-eeuwse Sint-Truiden. De eerste keer dat er zelfs bewijs is voor de pest in middeleeuws Vlaanderen. In de tanden van vijf individuen troffen we immers genetische sporen aan van Yersinia pestis, de bacterie die de pest veroorzaakte. Deze slachtoffers lagen verspreid over het kerkhof en niet in massagraven. Opvallend is dat er in geen enkele historische bron uit Sint-Truiden melding wordt gemaakt van de pest in de 14de eeuw. Dat we de ziekte nu toch kunnen aantonen, toont de kracht van genetisch onderzoek om vergeten hoofdstukken van de geschiedenis bloot te leggen.

© Aron bvba

Opmerkelijk genoeg had de epidemie op lange termijn weinig impact op de genetische opmaak van de bevolking. We vonden geen blijvende veranderingen in immuniteitsgenen en ook de algemene genetische diversiteit bleef vrij stabiel. De epidemie lijkt genetisch gezien dus amper littekens na te laten.

Naast de pest vonden we trouwens ook sporen van andere ziektekiemen die gelinkt zijn aan slechte hygiënische omstandigheden: onder meer Borrelia recurrentis, de bacterie die ‘terugkerende koorts’ veroorzaakt, en Leptospira interrogans, de veroorzaker van leptospirose – ook bekend als de rattenziekte – die via urine van ratten wordt verspreid. Het ging er in middeleeuws Sint-Truiden dus niet altijd even proper aan toe.

Verwanten vlak bij de abdij

Ook het onderzoek naar biologische verwantschappen bracht interessante inzichten. Op een totaal van 400 onderzochte individuen vonden we opvallend weinig biologische verwanten – veel minder dan in andere middeleeuwse steden zoals Cambridge. Alleen in het oudste deel van de begraafplaats, vlak bij de abdij, lagen meer verwanten samen begraven. Dat suggereert dat de toewijzing van graven in die periode mogelijk gelinkt was aan sociale status of aan een nauwe band met de abdijgemeenschap. Een plekje op de middeleeuwse begraafplaats werd dus duidelijk niet willekeurig toegekend.

Op tal van invalshoeken geeft het genetisch onderzoek op de Groenmarkt van Sint-Truiden ons voor het eerst een gedetailleerd beeld van hoe een middeleeuwse stadsbevolking evolueerde over duizend jaar. Door migratie, ziektes en sociale structuren in kaart te brengen op basis van DNA, krijgen we een uniek venster op het verleden van niet alleen Sint-Truiden, maar van de hele regio van de Lage Landen.

Waren ratten echt verantwoordelijk voor de pest?

Lees het antwoord op ikhebeenvraag.be