Make-over voor honderdjarige wetgeving

De tijd van de gaslantaarns, de zeppelin en de stille film. De eerste wet over intercommunales als Fluvius, Farys en Pidpa is sindsdien amper aangepast. Ik heb twintig aanbevelingen klaar voor een make-over. Cruciaal is dat deze gemeentebedrijven taken moeten overlaten aan de markt.

Van Aalst tot Zwijndrecht, onze gemeenten zorgen dat de wereld draait. Ze voorzien ons van energie, zuiveren ons water en recycleren ons afval. Hoe ze dit doen? Door samen te werken. Gemeenten halen samen onze vuilniszak op en rusten de straatverlichting uit met milieuvriendelijke LED-lampen, maar ze leggen evengoed samen padelvelden aan en voeren zelfs crematies uit tegen betaalbare prijzen. Hiervoor richten ze een soort bedrijfje op: een 'intercommunale'. In België zijn er intussen hon-der-den intercommunales actief.

.

Frieten en barsten

Maar de eerste wet die de samenwerking tussen gemeenten regelt, werd aangenomen in 1922. In de juridische wereld is een wet die haar 100ste verjaardag viert vergelijkbaar met een pakje frieten dat je de volgende dag pas opeet: veel te oud en een recipe for disaster. Tijdens mijn doctoraats-onderzoek dook ik de archieven in op zoek naar die stoffige, verouderde wetboeken over samenwerking tussen gemeenten.

Ik speurde naar een oplossing om die opnieuw modern te maken, want ik ontdekte barsten in de wetgeving. Een voorbeeld van zo een barst is dat intercommunales nooit zijn bedoeld als concurrerende marktspelers die winst nastreven. Integendeel, dit was net verboden.

Sinds het ontstaan van de Europese vrije markt in de jaren '80 vestigen private ondernemingen zich echter óók op de markt. Intercommunales zijn daardoor niet langer de enigen die energie mogen leveren, kraantjeswater verkopen of afval ophalen. Ze concurreren met privéfirma’s maar genieten wel bepaalde voordelen omdat ze een ‘overheidsbedrijf’ zijn. Zo hoeven ze vaak geen belastingen te betalen, terwijl een privébedrijf dit wel moet doen. Problematisch, want die ongelijkheid zorgt voor een schending van het gelijkheidsbeginsel in onze Grondwet.

Vandaag is de intercommunale mossel noch vis. Ze zit klem tussen publieke en private sector, en tussen overheid en onderneming

Scandalitis

De afgelopen jaren brachten bovendien heel wat schandalen laakbare gebeurtenissen aan het licht. Zo was er in 2016 de ontdekking dat lokale politici in Luik miljoenen euro’s opstreken om in ‘nepvergaderingen’ te zetelen, waarna de intercommunale-bestuurders werden ontslagen of, nog erger, werden gearresteerd. Dit beruchte Publifinschandaal kreeg zelfs zijn eigen Wikipediapagina.

Wat later concludeerde een parlementaire onderzoekscommissie dat gemeenten die samen bibliotheken automatiseren of windenergie verkopen in Congo, Kenia of de Provence het gemeentelijk belang met de voeten treden.

In 2021 viel dan weer de risicovolle investering van de intercommunale Fluxys in een fossiele gaspijpleiding in Brazilië plots uit de lucht. De gemeenten, zoals Gent en Leuven, wisten hier niets van af en ijveren zelf al jaren voor groene energie.

.

Het tropisch avontuur van intercommunale Fluxys zorgde voor verhitte debatten in het parlement.

Vandaag zit de 'intercommunale' klem tussen de publieke en de private sector en tussen de overheid en een onderneming. Doordat ze mossel noch vis is, bevindt ze zich in troebel water.

Badwater

Afschaffen, zeg je? Nee. De realiteit heeft de wet wel ingehaald, maar het is echt niet allemaal kommer en kwel. Samenwerking tussen gemeenten heeft tál van voordelen, zoals schaalvergroting, het delen van expertise, en – heel belangrijk – het biedt de burger net goedkopere dienstverlening. Het kind mag dus niet met het badwater worden weggegooid, maar tegelijkertijd mogen we niet blijven vasthouden aan structuren die 100 jaar geleden zijn bedacht.

Het eindresultaat? Een menu van twintig aanbevelingen zodat het parlement de wetgeving kan verbeteren

Onze samenleving onderging een onherkenbare metamorfose waardoor intercommunales nood hebben aan een verjongingskuur. De wetgever deed de afgelopen decennia wel al verschillende pogingen om de wetgeving te updaten, maar slaagt er maar niet in om die integraal te moderniseren.

Daarom schiet ik te hulp. Ik analyseerde vonnissen, bestudeerde statuten, en zocht inspiratie in Nederland door te kijken of zij het beter doen. Het eindresultaat? Aan de hand van zes krachtlijnen en een menu van twintig aanbevelingen doe ik een voorstel aan de wetgever om de regelgeving te verbeteren. Cruciaal is dat intercommunales bepaalde taken moeten stopzetten en overlaten aan de markt. Daarnaast moest de wet hun internationale actieradius duidelijk afbakenen en moet het toezicht op deze overheidsbedrijven worden versterkt, maar dit zijn slechts enkele manieren die ik voorstel om onze intercommunales alsnog de 21ste eeuw in te loodsen.

Gelijkspel

De wetgever kan er tegelijkertijd voor kiezen om echt fundamenteel in te grijpen. In mijn doctoraat stelde ik het algemeen uitgangspunt voorop dat we vandaag door een 'nieuwe bril' naar overheidsoptreden moeten kijken. De tijd waarin de overheid, en dus ook de gemeenten, enkel actief zijn in verlieslatende sectoren, ligt ver achter ons. Overheden die winst nastreven, zouden juridisch gezien steeds meer moeten worden gelijkgesteld met private bedrijven.

Dit zou ook passen bij de trend waarin de Europese Unie het speelveld tussen overheid en bedrijfsleven steeds meer gelijk trekt via Europese richtlijnen en verordeningen, bijvoorbeeld op het vlak van concurrentie en consumentenbescherming. Alleen zo is er een toekomstbestendig wettelijk kader te creëren met een duurzaam evenwicht tussen traditionele en economische overheidstaken.

Wint de burger daar bij?

Ik doe een oproep aan het parlement om aan de slag kan met mijn voorstel om de wet te verbeteren en onze intercommunales de make-over te geven die ze dringend nodig hebben. Of dit ook daadwerkelijk wordt geïmplementeerd, hangt af van de verkiezingen van volgend jaar.

.

Van gedachten wisselen over wetgeving in de Commissie Binnenlands Bestuur in het Vlaams Parlement.

Maar er is goede hoop. In het voorjaar van 2023 lichtte ik mijn aanbevelingen toe op het kabinet van de minister van Binnenlands Bestuur en in het Vlaams Parlement. Dat wijst alvast op de nodige politieke wil om onze afvalverwerking en energielevering weer in een modern juridisch jasje te steken. Zodat wij, de burgers, opnieuw de dienstverlening krijgen waar we anno 2023 recht op hebben.

Marie DeCock dingt mee naar de Vlaamse PhD Cup 2023. Ontdek meer over dit onderzoek op www.phdcup.be.