Na de dood van haar zoontje streed Andrée Blouin voor onafhankelijkheid en vrouwenrechten

De vrouwen die een belangrijke rol speelden in het dekolonisatieproces van het Afrikaanse continent zijn amper bekend. Ter ere van Black History Month brengt Eos hen voor het voetlicht. Deze week: Andrée Blouin.

Beeld: Autobiografie van Andrée Blouin

Een adviseur van Patrice Lumumba en een belangrijke onafhankelijkheidsstrijder. Andrée Blouins stempel op de geschiedenis is niet min, maar toch kennen weinigen de rol die ze gespeeld heeft. Wie is de vrouw die door heel wat geschiedenisboeken vergeten wordt? 

Blouin wordt in 1921 geboren als dochter van een 40-jarige Franse vader en een 14-jarige moeder uit de Centraal-Afrikaanse Republiek. Ze is amper drie jaar oud wanneer haar vader haar plaatst in een klooster voor meisjes ‘van gemengde rassen’ in Congo-Brazzaville, geleid door Fransen nonnen.

In haar eigen biografie beschrijft Blouin haar ervaringen in het klooster als erg negatief. Nadat de nonnen haar richting een huwelijk willen dwingen, ontsnapt Blouin. Ze zou nadien twee keer trouwen.

‘Ze was moedeloos geworden over de onderdrukking die zelfs na het kolonialisme voortduurde’

In het boek legt Blouin uit dat haar verlangen naar dekolonisatie sterk aangewakkerd werd door een persoonlijke tragedie. Wanneer haar tweejarige zoontje René in de jaren 1940 in het ziekenhuis in de Centraal-Afrikaanse Republiek belandt met malaria, wordt hulp hem geweigerd. Omdat René voor een kwart Afrikaans is, krijgt hij geen medicijnen. Enkele weken later sterft het jongetje.

‘De dood van mijn zoon politiseerde me zoals niets anders dat kon,’ schrijft Blouin in haar memoires.

Onderdrukking

Na de dood van René verhuist Andrée Blouin met haar tweede man naar Guinee. Daar start het volgende hoofdstuk in haar leven, een dat gewijd is aan Afrikaanse onafhankelijkheid en nationalisme.

Eind jaren 1950 zet Blouin zich in om de banden tussen Frankrijk en Guinee door te knippen. Door haar activisme, in combinatie met haar strijd voor vrouwenrechten in Congo, komt ze terecht in de kring van Afrikaanse onafhankelijkheidsstrijders. En in die van Patrice Lumumba. Wanneer die bij de onafhankelijkheid de eerste premier wordt van de Democratische Republiek Congo, kiest hij Blouin als zijn ‘chef protocol’ en speechschrijver. 

Al snel krijgen de koloniale machten en de internationale pers Blouin in het vizier. Ze beschuldigen haar er onder andere van dat ze ‘de courtisane van alle Afrikaanse staatshoofden’ is. Blouin is een begenadigd redenaar, maar in de ogen van haar westerse critici is ze een dreiging. 

Wanneer Lumumba afgezet en vermoord wordt, wordt Blouin Congo uitgezet. Vanuit Parijs blijft ze tot op het einde van haar leven trouw aan haar overtuigingen. Blouin sterft in 1986 op 65-jarige leeftijd, maar is tegen die leeftijd depressief en wanhopig, vertelt haar dochter Eve Blouin later. ‘Ze was moedeloos geworden over de onderdrukking die zelfs na het kolonialisme voortduurde.’

Ze rouwde om de dood van haar droom, zozeer zelfs dat ze weigerde medicijnen te nemen tegen de kanker die haar lichaam teisterde, klinkt het. Volgens Eve werd de dood van haar moeder door de wereld beantwoord met ‘sombere onverschilligheid’.