Neanderthaler van Spy joeg op mammoetbaby’s

21 november 2012 door KV

Neanderthalers waren capabele mammoetjagers. Dat leiden paleontologen af uit fossiele vondsten in de grot van Spy bij Namen.

De grot van Spy is wereldberoemd voor de resten van Neanderthalers, die er meer dan honderd jaar geleden werden ontdekt door Belgen Maximin Lohest en Marcel De Puydt. De fossiele schat van Spy bevat echter ook meer dan tienduizend dierlijke resten uit het pleistoceen: onder andere van een wolharige mammoet, wolharige neushoorn, paard, rendier, runderen, holenbeer, grottenhyena, holenleeuw en wolf.

Een team Belgische wetenschappers, onder leiding van paleontoloog Mietje Germonpré, bestudeerde drie jaar lang de vondsten en kwam tot nieuwe inzichten. Opvallend is bijvoorbeeld het grote aantal schedelelementen en kiezen van mammoeten, wat betekent dat vooral de kop tot in de grot werd gebracht. De beenderen zijn 37.000 jaar oud of ouder, en dus is het aannemelijk dat Neanderthalers – en niet anatomisch moderne mensen – hierachter zitten. Het gaat bovendien om zeer jonge kalfjes, die nog sterk door hun moeder werden beschermd. Het geeft aan dat Neanderthalers zeer capabele jagers waren.