Oermens overleefde hoog in Andes

23 oktober 2014 door Eos-redactie

Een team archeologen heeft in de Peruviaanse Andes bijna 4.500 meter boven de zeespiegel sporen gevonden van menselijke bewoning tijdens de ijstijd. Nooit eerder werden zulke archeologische resten op die hoogte aangetroffen.

Een team archeologen heeft in de Peruviaanse Andes bijna 4.500 meter boven de zeespiegel sporen gevonden van menselijke bewoning tijdens de ijstijd. Nooit eerder werden zulke archeologische resten op die hoogte aangetroffen.

Bovendien dateren de sporen van 12.800 jaar geleden, duizend jaar vroeger dan tot dusver geweten was. De Amerikaanse onderzoekers vonden onder meer 260 handbijlen, pijlpunten en snijwerktuigen op de site, die zich in het zuiden van Peru bevindt nabij de grens met Chili en Bolivië. Daar ligt de archeologische site van Pucuncho, op een hoogte van zo'n 4.480 meter boven de zeespiegel.

Het is verrassend dat onze voorouders al zo vroeg op grote hoogte woonden. De omstandigheden zijn er immers niet van de poes: koude temperaturen, fel zonlicht en een lager zuurstofniveau in een desolaat, boomloos gebied. 'Door te kijken hoe de mensen zich aan zulke extreme omstandigheden aanpasten, komen we meer te weten over onze culturele en genetische aanleg om te overleven', aldus antropoloog Kurt Rademaker van de University of Maine (VS), die het archeologieteam assisteerde. De wetenschappers vermoeden overigens dat de weersomstandigheden indertijd iets gematigder waren dan vandaag. Hun onderzoeksresultaten werden gepubliceerd in Science.

De gevonden werktuigen zijn gemaakt van obsidiaan, andesiet en jasper, gesteentes die ter plaatse in het gebied gewonnen werden. De ijstijdbewoners jaagden er vooral op vicuña's, kameelachtige zoogdieren die verwant zijn aan de bekendere lama's. (adw)