Pest had vrij spel door zwakke volksgezondheid

30 juli 2015 door Eos-redactie

Dat mensen in de 14de eeuw zo massaal overleden, is misschien meer te wijten aan de gebrekkige algemene gezondheid dan aan de dodelijkheid van de pestbacterie.

Dat mensen in de 14de eeuw zo massaal overleden, is misschien meer te wijten aan de gebrekkige algemene gezondheid dan aan de dodelijkheid van de pestbacterie. Dat besluit een onderzoekster van de Universiteit van South Carolina in het vakblad American Journal of Physical Anthropology.

De Zwarte Dood of de pest kostte in de 14de eeuw (1347-1351) het leven aan zo’n zestig procent van de Europese bevolking. Dat hoge sterftecijfer werd steeds toegeschreven aan de kracht van de bacterie Yersinia pestis, die de ziekte veroorzaakt. Maar volgens de Amerikaanse onderzoekster Sharon DeWitte kon de bacterie zo hard toeslaan dankzij de slechte gezondheid van de bevolking.

DeWitte bepaalde voor 597 individuen uit de 11de, 12de en 13de eeuw de leeftijd waarop ze stierven. Die leeftijd bleek sterk te verschillen tussen de twee periodes. Zo bleken de individuen uit de 13de eeuw minder lang te leven in vergelijking met de individuen uit de 11de en 12de eeuw. Daarnaast constateerde DeWitte een toegenomen sterftecijfer in de periode voorafgaand aan de Zwarte Dood. De resultaten duiden volgens de Amerikaanse onderzoekster op een gebrekkige gezondheid van de toenmalige bevolking. Die slechte gezondheid schrijft ze toe aan hongersnood en ziekte.

De verklaring van DeWitte lijkt plausibel omdat pestuitbraken in de 20ste eeuw niet zoveel slachtoffers eisten als de Zwarte Dood in de 14de eeuw. Nochtans werden de uitbraken door dezelfde bacterie veroorzaakt. Toch lijkt de theorie niet sluitend. Zo benadrukt een Engelse historicus dat ook de rijken, die wel in goede gezondheid verkeerden, niet gespaard bleven van de Zwarte Dood in de 14de eeuw. (nvm)