Eos Blogs

Van Romeins badhuis tot moderne spa: dit is de badgeschiedenis van België

De opgraving van een privaat badhuis in Pompeji haalde de afgelopen weken het wereldnieuws. Een opzienbarende vondst, maar eigenlijk niet zo ongewoon. Ook België kent een lange geschiedenis van badhuizen die begint in de Romeinse periode. Een nieuwe podcast duikt in dit verleden.

Beeld: Badhuis van de Romeinse villa van Basse-Wavre (provincie Waals-Brabant). Credit: Universiteitsbibliotheek Gent.

De nationale en internationale media pikten de beelden van het nieuw opgegraven private badhuis in Pompeji gretig op. Het zwembad, de vloerverwarming, de loden waterleidingen en de decoratie met wandschilderingen en marmers getuigen van de welvaart en de gezonde levensstijl die de eigenaars van dit huis erop nahielden. Toch is de vondst van zo’n badhuis in een rijk Romeins huis zeker niet buitengewoon. In alle hoeken van het Romeinse rijk werden immers dergelijke privébaden aangetroffen, vaak met meerdere verhitte kamers en zowel kouden als warme badkuipen. Ook in België zijn niet minder dan 120 voorbeelden opgegraven, sommige eerder bescheiden, andere groter en luxueuzer dan die in Pompeji. Het merendeel van die Romeinse villa’s, zoals in Haccourt (in provincie Luik) of Basse-Wavre (in Waals-Brabant), is echter opnieuw bedolven onder de aarde.

De populariteit van private en publieke badhuizen in de Romeinse tijd kan niet enkel worden toegeschreven aan de hygiënische en therapeutische functie. Het waren in de eerste plaats sociale ontmoetingscentra, waar alle lagen van de bevolking elkaar konden treffen. Die drieledige functie – hygiënisch, geneeskundig en sociaal – bleef ook na de Romeinse periode als een rode draad doorheen de geschiedenis van badhuizen lopen. Ook tijdens de middeleeuwen werden er overigens nog publieke baden gebouwd, al werden deze dan wel aangeduid als ‘stoven’, naar de stoof die de ruimte verhitte. Menig Vlaamse stad heeft trouwens nog een ‘Stoofstraat’. Zo telde een stad als Gent in de 15de eeuw nog steeds zo’n veertig badhuizen en dat voor een bevolking van 45.000 mensen. De angst voor de verspreiding van nieuwe ziektes, zoals syfilis, en een diep wantrouwen vanuit overheden voor politieke onrust die ontstond in de sociale context van die badhuizen, zorgden ervoor dat vele stoven verplicht moesten sluiten in de loop van de 16de eeuw. Het zou nog tot het einde van de 18de eeuw en vooral het begin van de 19de eeuw duren totdat baden opnieuw in de gratie vielen van de geneeskunde en er opnieuw baden werden geïnstalleerd in de huizen van de vermogende klasse.

Vandaag de dag hebben simpele badhuizen voornamelijk plaatsgemaakt voor eclectische wellness-resorts.

‘Sociaal thermalisme’

Met die hernieuwde medische interesse voor baden, werden ook thermale bronnen steeds populairder in Europa. In België maakte vooral de stad Spa naam en faam, zelfs in die mate dat het een synoniem werd voor een thermaal wellness-centrum. Eigenaardig genoeg heeft Spa geen warmwaterbronnen, maar is het thermale kuuroord dat er verrijst louter het gevolg van slim ondernemerschap. Zo werd het sterk ijzerhoudende bronwater, waar Spa eigenlijk om bekend stond, simpelweg verwarmd om handig in te spelen op de steeds toenemende vraag naar warmwatertherapieën. Omdat dergelijke luxueuze thermale resorts enkel betaalbaar waren voor de gegoede burgers, besloten overheden om te investeren in publieke baden voor het volk en via de mutualiteit de terugbetaling te voorzien van een verblijf in een kuuroord. Dit ‘sociaal thermalisme’ was een unicum in Europa. Vaak werden publieke baden en douches voorzien in de talrijke zwembaden die verschenen in de eerste helft van de 20ste eeuw.

Na de Tweede Wereldoorlog zorgden betere watervoorzieningen voor een opmars van de private badkamers. Maar de migratie in het laatste kwart van de 20ste eeuw leidde tot een opmerkelijke heropleving van een gemeenschappelijk badbezoek, in het bijzonder door de introductie van Finse sauna’s en hamams. Vandaag de dag hebben simpele badhuizen voornamelijk plaatsgemaakt voor eclectische wellness-resorts, waar een waaier aan stoombaden, zwembaden en behandelingen wordt aangeboden aan iedereen die bereid is een aardige duit neer te tellen om even aan de dagelijkse stress te ontsnappen. In een wereld die steeds digitaler wordt, waarin schoonheidsidealen gedicteerd worden door filters en contact via sociale media verloopt, kunnen persoonlijke interactie en ongefilterde lichamen in gemeenschappelijke baden een tegengewicht vormen voor een toenemende artificiële, polariserende en vereenzamende samenleving.

Meer weten over dit onderwerp? De podcast ‘Een badgeschiedenis van België’ is een samenwerking tussen Sadi Maréchal (UGent) en reporter Lotte Knaepen, met steun van de Universiteit Gent en het Fonds  Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen (FWO), en staat integraal op Spotify.