Gezondheid

De gevolgen van vuurwerk

De jaarwisseling zal rustiger verlopen dan normaal. In Nederland kunnen ze de honderden vuurwerkslachtoffers missen als kiespijn nu er weer een verzorginfarct dreigt door de coronacrisis. Een landelijk vuurwerkverbod moet ook helpen om de virusoverdracht in te perken. Al stemt het evengoed tot nadenken over de impact op mens en dier.

Dit is een artikel van:
Eos Wetenschap

Een gesel voor dieren

Dieren hebben dikwijls een veel scherper gehoor dan mensen. De onverwachte luide knallen van vuurwerk zijn een marteling voor honden, katten en vele andere dieren. ‘De meeste studies naar de impact van vuurwerk op dieren zijn weliswaar op honden uitgevoerd’, zegt Michel Vandenbosch, voorzitter en beleidsdirecteur van dierenrechtenorganisatie Gaia. ‘Honden reageren dan ook duidelijk op vuurwerk. Ze reageren ingehouden door te janken, te bibberen, overmatig speeksel te produceren of te urineren. Of reactief door weg te lopen, te blaffen en agressief of destructief gedrag te vertonen.’

Katten vertonen eerder passieve angstreacties. ‘Ze verbergen zich of lopen weg, wat hun eigenaars minder snel opmerken en dus ook minder vaak rapporteren. Baasjes schatten de angstintensiteit bij katten gemiddeld lager in dan bij honden, ook al duren de paniekreacties vrijwel even lang.’ Naar de invloed van geluid op vogels is al veel onderzoek gebeurd, alleen ging dat nooit specifiek over vuurwerk. ‘Vogels blijken over het algemeen minder gevoelig te zijn voor geluid dan mensen’, zegt Vandenbosch. ‘Als ze opschrikken van lawaai, dan vliegen ze op en zoeken ze dekking. Soms blijven ze lang weg van de plek waar het lawaai zich voordeed. Of die reacties er ook zijn bij vuurwerk is minder bekend.

’s Nachts heb je speciale apparatuur en gevoelige radars nodig om hun gedrag waar te nemen. Dergelijk onderzoek is niet zo makkelijk te organiseren.’

Over andere dieren zijn volgens Vandenbosch alleen anekdotische verhalen bekend, zoals paarden die een hartaanval krijgen of in paniek dwars door prikkeldraad heen lopen en daarbij zichzelf en anderen in gevaar brengen.

Uit de onderzoeken bij honden komen wel een aantal opmerkelijke resultaten naar voren. Van alle honden reageert 40 tot 50 procent angstig op harde geluiden. Vuurwerk, onweersbuien en geweerschoten zijn de grootste boosdoeners. Minstens een kwart van de viervoeters lijdt aan een buitensporige angst of geluidsfobie. Dat ligt in 83 procent van de gevallen aan vuurwerk. Meer dan 15 procent van de angstige honden heeft meerdere dagen nodig om gedragsmatig te herstellen van een vuurwerkevenement. Daarvan vertoont 3 procent nog weken tot zelfs maanden gedragswijzigingen.

Oorbeschermers moeten voorkomen dat honden een fobie ontwikkelen voor vuurwerk.

‘Zelfs als de angst beperkt is en je enkel over een aversie voor geluid kunt spreken, wordt de levenskwaliteit aangetast. De band met het baasje verandert ook’, aldus Vandenbosch. ‘Wordt de angst een fobie, dan kunnen honden buitenproportioneel en zelfs gevaarlijk reageren op alle geluiden die op vuurwerk lijken. Vlees dat in de pan sist, een dichtslaande deur of een fles champagne die wordt ontkurkt: het kan voldoende zijn om een paniekreactie uit te lokken.’

Dat vuurwerk de andere helft van de honden niet deert, heeft met verschillende zaken te maken. De gevoeligheid varieert van individu tot individu. Ook genetische factoren spelen een rol: herdersrassen als bordercollies en Duitse herders lopen een groter risico dan jachthonden als pointers, retrievers en spaniels. Medische condities, zoals dementie, kunnen de gevoeligheid beïnvloeden.

Baasjes kunnen vuurwerkangst bij hun honden voorkomen door puppy’s in hun eerste drie à vier levensmaanden te laten wennen aan vuurwerk. Ook regelmatig bewegen helpt. Dat heeft een effect op het serotonineniveau in de hersenen dat een rol speelt bij angst. Kan je je huisdier zelf niet meer geruststellen, dan kunnen desensitisatie en counterconditionering soelaas bieden. Bij deze behandelingen wordt het dier blootgesteld aan de angstige stimulus – het vuurwerk of het geluid ervan – en tegelijk ook aan een positieve stimulus, zoals voedsel. Er bestaan zelfs tal van angstremmers voor dieren, zoals feromonentherapie – een mix van stoffen die teven aanmaken na de bevalling. Die hebben vaak wel negatieve bijwerkingen.

Vandenbosch is voorstander van een algemeen verbod op vuurwerk – los van coronamaatregelen. ‘De Vlaamse regering had in 2019 op initiatief van minister van Dierenwelzijn Ben Weyts een akkoord om vuurwerk structureel te verbieden in Vlaanderen, met een aantal uitzonderingen. Dat verbod is er uiteindelijk niet gekomen.’ Vandenbosch pleit voor alternatieven, zoals een stille lichtshow, geluidsarm vuurwerk of een combinatie van beide. ‘Gewoon vuurwerk heeft een volume tot 170 decibel, bij geluidsarm vuurwerk ligt de grens op maximaal 85 dB. Dat is vergelijkbaar met een voorbijrijdende vrachtwagen, een deurbel of een juichend kind. Geluidsarm vuurwerk produceert trouwens alleen lawaai bij de ontsteking. Ideaal is het nog steeds niet, maar dieren ervaren alvast veel minder hinder.’ Ook consumenten kunnen geluidsarm vuurwerk kopen, al zou het volgens Vandenbosch ook helpen als ze zich meer aan de regels hielden. ‘De tijd waarbinnen je als particulier vuurwerk mag afsteken is beperkt. We hebben gasboetes nodig voor individuen die zulke regels aan hun laars lappen.’

Pieken in fijnstof

Bij het afsteken van vuurwerk komt fijnstof vrij. Vooral in grote steden, waar op een paar uur tijd veel vuurwerk tegelijk de lucht in knalt, kan de fijnstofconcentratie behoorlijk oplopen. Door de dichte bebouwing waaien de verontreinigende stoffen minder snel weg. Rond de jaarwisseling tekenen experts zowel in België als in Nederland fijnstofpieken op. ‘Een meetstation aan Park Spoor Noord in Antwerpen registreert al sinds 2015 de fijnstofconcentraties in de omgeving’, zegt Frans Fierens van de Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu. ‘Op oudjaar en nieuwjaar zien we daar gemiddelde concentraties van 20 à 30 microgram per kubieke meter. Net na nieuwjaar meten we een verdubbeling, met concentraties tot 60 microgram per kubieke meter. Dat zijn bescheiden pieken – ze hebben een beperkte impact op het daggemiddelde, dat volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) niet hoger mag liggen dan 45 microgram per kubieke meter.’

In Nederland staan de zaken er anders voor. ‘Op sommige meetplaatsen, in het bijzonder in de centra van grote steden, worden vaak pieken waargenomen tot 1.000 microgram’, zegt Fierens. ‘Gelukkig bleven zulke cijfers in 2020 uit, door het landelijke vuurwerkverbod.’

Een verhoogde concentratie aan fijnstof in de lucht kan een impact hebben op de gezondheid. Blootstelling aan fijnstof kan leiden tot hart- en vaatziektes en een verminderd longfunctioneren. Bij patiënten met luchtwegaandoeningen, zoals astma, kunnen de klachten toenemen. Maar in hoeverre vuurwerk nu precies de gezondheidsimpact beïnvloedt, valt moeilijk in te schatten. ‘De WHO geeft voor gezondheidseffecten op de korte termijn alleen advies over daggemiddelde concentraties’, weet Fierens. ‘Voor kortdurende pieken zoals van vuurwerk bestaan geen normen. Wat natuurlijk niet betekent dat gezondheidseffecten uitgesloten zijn.’ Veel hangt af van hoe lang je aan de schadelijke stoffen wordt blootgesteld, zegt Fierens. ‘Wie zelf vuurwerk afsteekt of daarbij in de buurt is, komt wellicht meer in contact met de rook die erbij vrijkomt. Die personen krijgen de grootste hoeveelheid fijnstof binnen. Bij professioneel vuurwerk gaat het over veel grotere hoeveelheden dan wat amateurs afsteken. Anderzijds bedienen professionals het vuurwerk meestal van een afstand. Toeschouwers blijven ook verder uit de buurt, om letsels te voorkomen.’

Fijnstof van vuurwerk heeft een andere samenstelling dan de partikels die bij het verkeer of houtverbranding vrijkomen. ‘Aan vuurwerk worden verschillende chemicaliën toegevoegd, zoals metaalzouten. Daarmee creëer je kleureffecten’, aldus Fierens. ‘Het is onduidelijk of het fijnstof daardoor schadelijker is.’

Uiteraard spelen ook de weersomstandigheden een rol. ‘Als het hard waait verdunt de concentratie aan fijnstofdeeltjes heel snel en blijven de pieken beperkt. Maar op een droge en windstille nacht blijft de vervuiling veel langer hangen. Zeker als er ook nog eens sprake is van een temperatuursinversie, waarbij een warme luchtlaag bovenop een koudere ligt.’

Harder dan een geweerschot

De knal die vuurwerk veroorzaakt is vaak luider dan 150 decibel. Dat is meer dan bij een geweerschot (140 dB). ‘Blootstelling aan lawaai van 120 dB en meer kan acute gehoorschade veroorzaken’, zegt neus-, keel- en oorarts Marc Lammers (UZ Antwerpen). ‘Als je heel dicht bij zo’n klap staat, kan je trommelvlies scheuren of de keten van je gehoorbeentjes beschadigen. Dat leidt tot geleidingsgehoorverlies: de geluidsgolven die door het buiten- en middenoor naar het binnenoor gaan, worden geblokkeerd.’

Gaat de drukgolf na de knal nog verder door naar het slakkenhuis, dan kan perceptief gehoorverlies optreden. Daarbij sterven haarcellen af. Die zetten de geluidstrillingen om in een elektrisch signaal dat de hersenen kunnen interpreteren. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat ook de ondersteunende cellen van deze haarcellen die in de wand van het slakkenhuis zitten averij oplopen.

In het eerste geval – bij een gescheurd trommelvlies of beschadigde gehoorbeentjes – kunnen chirurgen de schade nog enigszins herstellen. Schade aan het slakkenhuis is daarentegen vaak permanent. ‘Geluiden klinken dan gedempter en vervormd. Je kunt de ene frequentie minder goed van de andere onderscheiden’, zegt Lammers.

‘Als je heel dicht bij de klap van een vuurwerkpijl staat, kan je trommelvlies scheuren’

De gevolgen zijn onprettig. ‘Je krijgt moeite met anderen verstaan, zeker in een rumoerige omgeving. Tinnitus of oorsuizen is niet uitgesloten.’

Als een vuurpijl vlakbij je oor ontploft, dat merk je vrijwel altijd meteen dat er iets fout loopt. Je krijgt onmiddellijk last van een luide piep in je oor, je ervaart druk of pijn en je hoort meteen minder scherp. Patiënten moeten zich na een acuut lawaaitrauma zo snel mogelijk laten behandelen – idealiter binnen de twee dagen. Hoe langer ze wachten, hoe meer bijkomende schade er kan optreden. ‘Zodra er haarcellen afsterven, zet het lichaam een ontstekingsreactie in gang’, zegt Lammers. ‘Daarbij komen stoffen vrij die nog meer schade kunnen veroorzaken aan de haarcellen en de naburige cellen.’ De behandeling bestaat uit een hoge dosis ontstekingsremmers en medicijnen. Sommige patiënten ondergaan hyperbare zuurstoftherapie, waarbij ze anderhalf uur lang in een decompressietank 100 procent zuurstof toegediend krijgen via een masker. De zuurstofboost in het bloed gaat direct naar het slakkenhuis, en moet de opgelopen schade reduceren. Dan nog blijft een groot deel van de schade onomkeerbaar.

Over het aantal gevallen van gehoorschade door vuurwerk tasten artsen in het duister. Betrouwbare cijfers zijn er niet, wegens gebrek aan goede registratie. Bovendien laten veel feestvierders het na om naar het ziekenhuis te komen, omdat hun gehoorverlies beperkt blijft tot 10 of 20 decibel. ‘Dat is jammer, zeker bij jongeren’, vindt Lammers. ‘Met de jaren gaat ieders gehoor erop achteruit. Als je op jonge leeftijd al grote schade lijdt, dan heeft dat grote consequenties voor je toekomst.’

Lammers en andere specialisten raden consumenten aan om alleen legaal vuurwerk te kopen dat het maximale geluidsniveau van 120 dB respecteert. En ook dan moeten ze voldoende afstand houden en oordopjes of koptelefoons dragen. Illegaal en professioneel vuurwerk gaat meestal luider dan 120 dB.

Twee blinde ogen per uur

In de jaarwisseling van 2008 naar 2009 riep het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG), de beroepsvereniging van Nederlandse Oogartsen, alle collega’s op om een medische enquête in te vullen over de vuurwerkletsels die ze in die periode te zien kregen. ‘Tot dan toe hadden we alleen cijfers van hoeveel patiënten zich meldden in het ziekenhuis. We hadden geen flauw idee hoe ernstig hun letsels waren’, zegt woordvoeder Tjeerd de Faber.

Toen De Faber en zijn collega’s de gegevens hadden geïnventariseerd, schrokken ze zich een hoedje. ‘Tijdens de acht gedooguren – de periode waarin consumenten vuurwerk mochten afsteken – telden we maar liefst zestien blinde ogen, twee per uur’, zegt De Faber. ‘De gemiddelde leeftijd van de slachtoffers was 21 jaar. Ongeveer een derde liep blijvende schade op. Bij 3 à 4 procent moesten we een oog verwijderen.’

Het NOG pleitte meteen voor een algemeen verbod op consumentenvuurwerk in Nederland. De organisatie startte ook het zogeheten Vuurwerkmanifest op, een website waarop particulieren en organisaties zich konden verenigen in hun vraag om consumentenvuurwerk te verbieden. Na een verschrikkelijk ongeval op 1 januari 2020 – waarbij een vader en zijn vierjarige zoon omkwamen en de moeder en dochter zwaargewond raakten – telde het manifest op de website plots 670.000 handtekeningen.

Toen kwam corona. Door het acute verzorginfarct besloot de Nederlands overheid eind 2020 om eenmalig een landelijk vuurwerkverbod af te kondigen. De maatregel wierp zijn vruchten af: waar bij de jaarwisseling van 2019 op 2020 ongeveer 1.300 vuurwerkletsels werden geteld, meldden zich vorig jaar maar 108 feestvierders aan in de ziekenhuizen en 275 bij de huisartsenposten. De regering besloot ook voor de vorige jaarwisseling een landelijk vuurwerkverbod af te kondigen.

‘We hebben toen eigenlijk een medisch experiment uitgevoerd met de nationale bevolking’, zegt De Faber. ‘Twaalf jaarwisselingen lang hadden we de cijfers over oogletsels door consumentenvuurwerk bijgehouden. Vorig jaar hebben we dan de ‘ziekmakende’ factor weggehaald. We stelden vast dat het aantal oogletsels met 75 procent was afgenomen: van 181 eind 2019 tot 47 eind 2020.’

‘Bij andere medische experimenten moet je vervolgens de ziekmakende factor opnieuw introduceren, bij wijze van controle’, vervolgt De Faber. ‘Mochten we dat hier doen – wat in de praktijk zou betekenen dat vuurwerk opnieuw mag worden afgestoken – dan zou geen enkele ethische commissie dat toelaten.’

De meeste zware letsels zijn te wijten aan illegaal vuurwerk. Het gaat dan om slachtoffers die handen verliezen of die ernstig aan het gezicht zijn verminkt. Maar voor zware oogletsels staan de zaken er anders voor, zegt De Faber. ‘We weten dat 75 procent van de oogletsels wordt veroorzaakt door legaal vuurwerk. Van slechts 5 procent weten we zeker dat het om illegale varianten gaat. Voor de overige 20 procent weten we het niet, onder andere omdat omstanders meestal niet weten waardoor ze geraakt zijn. Dat betekent dat ook onschuldige kleine rotjes en vuurpijltjes en zelfs siervuurwerk wel degelijk ernstige oogletsels kunnen geven.’

‘Vuurwerk is een van de mooiste dingen die je ogen kunnen zien, maar het moet niet het laatste zijn’

In de helft van de gevallen zijn de slachtoffers omstanders. Voor De Faber is dat een doorslaggevend argument om consumentenvuurwerk te verbieden. ‘De overheid is verantwoordelijk voor de veiligheid van de burgers. Kiezen individuen ervoor om zichzelf in gevaar te brengen, dan is dat hun eigen verantwoordelijkheid. Maar dat een omstander het slachtoffer kan worden van het pretpakket van iemand anders, dat mag niet toegelaten worden.’

In België registreert de Stichting Brandwonden al een paar jaar de vuurwerkongevallen tijdens de kersten nieuwjaarsperiode. Dat waren er 108 in 2018-2019 en 102 in 2019-2020, wat zo’n 30 procent meer was dan de jaren voordien. De voorbije eindejaarsperiode viel in volle coronacrisis. Maar zelfs een avondklok en een vuurwerkverbod konden niet verhinderen dat er nog altijd 21 mensen gewond raakten door vuurwerk en dat twee mensen om het leven kwamen.

Het veiligste alternatief voor een vuurwerkverbod is volgens De Faber om alle consumentenvuurwerk laten vervangen door professionele shows. De vuurpijlen worden van een afstand elektronisch afgestoken, en het publiek is enkele honderden meters van het schouwspel verwijderd. De Faber: ‘Vuurwerk is een van de mooiste dingen die je ogen kunnen zien, maar het moet niet het laatste zijn.’