Kunstmatige geslachtshormonen worden vaak gezien als een zegen voor vrouwen. Sinds de jaren 1940 brachten ze emancipatie, seksuele vrijheid en verlichting van allerhande ‘vrouwenklachten’. Maar achter dat succesverhaal schuilt een vergeten geschiedenis van medische overmoed.
In de jaren 1940 werden kunstmatige geslachtshormonen uitgevonden. In een mum van tijd groeiden ze uit tot het meest gebruikte medicijn ter wereld. Tot vandaag slikken vrouwen ze massaal, om tal van redenen: als anticonceptiepil, tegen overgangsklachten, om hun menstruatie te reguleren.
Meestal zien we dat als een succesverhaal. Vooral de uitvinding van de pil staat in ons collectieve geheugen symbool voor vrouwenemancipatie, seksuele vrijheid en zelfbeschikking. In dat verhaal is de opkomst van hormonen een mijlpaal: eindelijk konden vrouwen hun lichaam sturen in plaats van erdoor gestuurd te worden.
Toch bestaat er ook een andere geschiedenis van hormonen. Achter het beeld van vooruitgang schuilen vergeten verhalen over onnodig gebruik en een gebrek aan voorzichtigheid. In mijn onderzoek keek ik naar drie voorbeelden hiervan: hormonale zwangerschapstesten, groeiremmers, en het hormoon DES (diethylstilbestrol) dat werd voorgeschreven om zwangerschapsverlies te voorkomen. Samen tonen ze de schaduwzijde van de hormonale revolutie.
Hormonen als zwangerschapstest
Ongeveer dertien morning-afterpillen of veertig gewone anticonceptiepillen. Dat is de hoeveelheid hormonen die vrouwen van de jaren 1950 tot 1978 toegediend kregen om te weten of ze zwanger waren. Een hormonale zwangerschapstest was eenvoudig: vrouwen kregen een spuit of twee pillen. Normaal gezien wekte de hoge dosis hormonen de menstruatie op. Gebeurde dat niet, dan was je zwanger. Geen bloeding? Proficiat!
Al in de jaren 1950 rezen vragen. Verstoorde die hormonenbom de zwangerschap niet? Dierstudies brachten de inname van hoge dosissen, vooral oestrogenen, in verband met geboorteafwijkingen en miskramen. In 1956 bleek dat zo’n vijf procent van de zwangere vrouwen toch een bloeding kreeg na een hormonale test. In 1967 bracht een studie het gebruik ervan in verband met spina bifida, een open ruggetje.
Er was een rotsvast vertrouwen in medische autoriteit, de cultuur van meneer doktoor
Ondertussen waren er al perfect veilige urinetesten op de markt. Toch bleven hormonale zwangerschapstesten in België –en ook in andere landen– verkrijgbaar tot 1978. Er werden amper waarschuwingen gepubliceerd. Tot vandaag bestaat er onzekerheid over hoe schadelijk ze precies waren voor het ongeboren kind.
Hormonen als groeiremmer
Niet lang na de uitvinding van kunstmatige hormonen ontdekten artsen een nieuwe toepassing: meisjes –letterlijk– klein houden. Wie volgens de groeicurves ‘te groot’ dreigde te worden, kreeg dagelijks hoge dosissen hormonen. Die joegen het lichaam vroegtijdig de puberteit in, waardoor de groeischijven sloten en de uiteindelijke lengte enkele centimeters lager uitviel.
Wat was ‘te groot’? Dat hoefde niet meer te zijn dan 1m80, een lengte die we bij mannen doodnormaal vinden. Hormonale groeiremming werd niet voorgeschreven om medische redenen, maar omdat een te grote lengte voor meisjes volgens artsen een “sociale handicap” was. De angst was dat een vrouw van die lengte moeilijker een (mannelijke) partner zou vinden.
Dag na dag slikten de meisjes, meestal vanaf hun elfde, een dosis hormonen die neerkwam op zeven anticonceptiepillen. Een gemiddelde behandeling duurde twee jaar. Hun lichaam reageerde meteen: gewichtstoename, vochtophoping, striemen op de huid. Pas in 2010 werd duidelijk dat de hormonen hun vruchtbaarheid blijvend konden aantasten. Sommige vrouwen die als meisje groeiremmers kregen voorgeschreven, hopen nog altijd op een zwangerschap.
Hormonen tegen zwangerschapsverlies
Diethylstilbestrol (DES) is misschien wel het bekendste voorbeeld van verkeerd hormoongebruik. Artsen geloofden dat dit synthetische oestrogeen miskramen kon voorkomen. Het middel werd wereldwijd voorgeschreven, ook in België. Later bleek dat DES niet hielp, maar juist schade veroorzaakte. Zowel bij de vrouwen zelf als bij hun ongeboren kinderen.
DES bleek kankerverwekkend en verstorend voor de ontwikkeling van de voortplantingsorganen. De vrouwen die het middel slikten, liepen zelf een verhoogd risico op borstkanker. Hun dochters, blootgesteld in de baarmoeder, kregen vaker te maken met onvruchtbaarheid, miskramen en zeldzame vormen van vaginakanker. Intussen groeit het bewijs dat ook de kleinkinderen nog schadelijke gevolgen ondervinden.
DES bleef in België tot in de jaren 1970 op de markt, lang nadat andere landen het verboden. Er vonden amper sensibiliseringscampagnes plaats. Vrouwen die een rechtszaak aanspanden tegen de producent, het farmaceutische bedrijf UCB, kregen te horen dat de feiten verjaard waren. Tot vandaag de dag ontbreekt een correcte medische opvolging.
Verzwegen
Vandaag lijkt het onbegrijpelijk dat zulke risico’s zo lang onopgemerkt of genegeerd konden blijven. Toch keren in al deze geschiedenissen dezelfde mechanismen terug. Er was een rotsvast vertrouwen in medische autoriteit, de cultuur van meneer doktoor. De regulering van geneesmiddelen verliep traag, zeker in België, waar de farmaceutische industrie belangrijk was (en nog steeds is) voor de economie. Er heerste een nieuw, maar haast onwrikbaar geloof in de maakbaarheid van het vrouwenlichaam. Het idee dat hoge dosissen hormonen onschuldig waren –zwangere vrouwen hadden er immers óók veel van in hun lijf– maakte dat er niet voorzichtig mee werd omgesprongen.
Over veel van deze schandalen werd decennialang gezwegen: uit schaamte, uit schuldgevoel, uit seksisme, of omdat de getroffen vrouwen simpelweg niet op de hoogte waren. De voorbije jaren is dat stilzwijgen eindelijk beginnen breken. DES-dochters vertellen hun verhaal in documentaires en podcasts. Vrouwen die groeiremmers kregen, zoeken elkaar op in online groepen. In Duitsland en het Verenigd Koninkrijk voeren slachtofferorganisaties rond hormonale zwangerschapstesten nog steeds actie om meer onderzoek af te dwingen.
De schaduwzijde van de hormonale revolutie herinnert ons eraan dat vooruitgang niet vanzelf spreekt. Kunstmatige geslachtshormonen veranderden het leven van miljoenen vrouwen. Vaak op een bevrijdende, maar soms ook op een vernietigende manier. Pas wanneer we beide kanten erkennen en evenwaardig onderzoeken, begrijpen we wat vooruitgang eigenlijk waard is.
Dit artikel is gebaseerd op het onderzoeksproject The Hazards of Hormones (12I9322N), gesteund door het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO). Eerder verschenen delen van dit onderzoek in Knack, De Standaard en Social History of Medicine.