Diabetespatiënten in de toekomst verlost van dagelijkse insuline-injecties?

06 juni 2017 door MVH

Een nieuw medicijn zou de glucosespiegel in het bloed van diabetespatiënten tot vier weken lang kunnen controleren. Een hele verbetering in vergelijking met de dagelijkse insuline-injecties die de meeste patiënten nu moeten zetten.

Meer dan 90% van de diabetespatiënten heeft diabetes type 2. De β-cellen in hun pancreas produceren te weinig insuline en ook de werking van het aanwezige insuline neemt af. Daardoor kunnen patiënten onvoldoende glucose opnemen uit hun voeding en stijgt hun bloedsuikerspiegel.

Huidige behandelingen van diabetes type 2 richten zich op het signaalmolecule GLP1 (glucagon-like peptide 1). GLP1 stimuleert de pancreas om insuline te produceren in aanwezigheid van glucose, wat helpt om de bloedsuikerspiegel te verlagen. GLP1 wordt echter snel afgebroken in ons lichaam. Wetenschappers zijn er ondertussen in geslaagd om de afbraak van GLP1 te vertragen, maar een mechanisme dat de vrijgavesnelheid van GLP1 controleert, ontbreekt nog.

Amerikaanse onderzoekers aan de Duke universiteit ontwikkelden een techniek waarbij ze GLP1 kunnen koppelen aan een temperatuurgevoelig polypeptide. Na injectie reageert de verbinding met lichaamswarmte waarop het een bio-afbreekbaar depot vormt dat langzaam GLP1 vrijgeeft.

In muizen blijft het medicijn tien dagen actief, in rhesus-aapjes meer dan 14 dagen en de hoop is dat mensen pas om de maand een nieuwe injectie nodig hebben. ‘Omdat ons metabolisme trager is dan dat van muizen en apen zou het medicijn in theorie nog langer werken. Onze hoop is dat dit het eerste tweewekelijkse of maandelijkse medicijn wordt voor type 2 diabetespatiënten,’ zegt Kelli Luginbuhl, doctoraatsstudent aan de Duke universiteit.

De onderzoekers willen het onderzoek verder uitbreiden naar andere diermodellen en ook de mogelijke immuunreacties op het nieuwe geneesmiddel in kaart brengen.