Onderhuidse sensor maakt opvolging van diabetes type 1 makkelijker

Om te onderzoeken of bij mensen met diabetes type 1 de ziekte symptomatisch gaat worden, maken artsen vandaag gebruik van een glucosetest. Onderzoekers aan de VUB bewezen dat onderhuidse sensoren een alternatief kunnen vormen voor die tijdrovende en soms vervelende test.

Foto: voor de klassieke glucosetolerantietest moet er op verschillende tijdstippen bloed worden afgenomen.

Aster Desouter is endocrinoloog in opleiding aan het UZ Brussel. Voor haar doctoraat wil ze de opvolging van diabetes type 1 minder belastend maken.

Mensen met diabetes type 1 lopen voor ze ziek worden dus al met een soort van aankondiging van hun ziekte?

‘Tot twintig jaar voor de diagnose op de traditionele manier kunnen we al signalen van diabetes oppikken in het bloed via auto-antilichamen. Bij diabetes type 1 reageert het afweersysteem tegen lichaamseigen cellen, de betacellen, en vernietigt die stilaan. Die betacellen staan in voor de aanmaak van insuline, de stof die onze suikerhuishouding regelt.’

‘Diabetes type 1 heeft een erfelijke component. Mensen met familieleden met diabetes kunnen zich dus laten testen op antilichamen tegen betacellen. In meer dan negentig procent van die verwanten vinden we geen antistoffen, die kunnen we dus geruststellen. Mensen bij wie we verschillende antistoffen vinden, zullen op lange termijn diabetessymptomen ontwikkelen.’

‘De klassieke manier om die mensen op te volgen is een jaarlijkse orale glucosetolerantietest: mensen drinken een vloeistof met glucose erin, waarna op verschillende tijdstippen bloed wordt afgenomen. Aan de bloedwaarden weten we of de diabetes symptomatisch wordt. De test neemt veel tijd in beslag. Het is ook niet de leukste test vanwege het prikken, en hij is moeilijk uit te voeren bij jonge kinderen. Soms moeten we mensen wel twintig jaar opvolgen voordat we diabetessymptomen zien.’

Jullie vonden een alternatief voor die glucosetest.

‘We werken met een onderhuidse sensor, een heel klein buisje in de huid dat vijf dagen lang elke vijf minuten de suikerwaarde meet in het vocht tussen de cellen. Veel diabetespatiënten lopen nu al met zo’n sensor rond, en wij wilden weten of die ook symptomatische diabetes kan voorspellen. En dat kan hij. We zien dan namelijk bij mensen met nog niet symptomatische diabetes dat de variabiliteit van die suikerwaarden toeneemt, dikwijls na de maaltijd.’

‘De sensor leek al langer veelbelovend bij onderzoek waarin mensen hem één periode van vijf dagen droegen. Wij zijn de eersten die naar de voorspellende waarde van herhaaldelijke meetperiodes van de sensor keken. Sommige mensen hebben we wel tien jaar gevolgd.’

‘De voorspellende kracht van de sensor hebben we vergeleken met die van de klassieke suikertest. De sensor voorspelt een beetje minder goed dan de suikertest, maar hij lijkt een goed alternatief in combinatie met een hemoglobine A1C -meting. HbA1C is een parameter die nu al opgevolgd wordt bij diabetespatiënten. Hij geeft het percentage rode bloedcellen waaraan glucose is geplakt, en weerspiegelt zo de gemiddelde bloedsuikerwaarden van de laatste twee à drie maanden.’

Wat is nu het plan voor de toekomst?

‘We doen nu nog verder onderzoek met een nieuwere versie van de sensor die je dubbel zo lang kan dragen, en waarbij je geen vingerprikjes meer moet doen om hem te calibreren. Vooraleer we de methode als echt alternatief kunnen aanbieden, moeten we ook beter afspreken wat een abnormale variabiliteit in de suikerwaarden is.’

‘In de toekomst zullen we ook niet alleen verwanten van mensen met diabetes type 1 screenen, maar de algemene populatie. Want maar tien procent van de nieuwe patiënten heeft verwanten met diabetes. Dus als je alleen familie screent, mis je negentig procent van alle mensen die de ziekte gaat ontwikkelen.’

‘Het aantal diagnoses stijgt, vooral op jonge leeftijd. Dat is gevaarlijk omdat jonge kinderen vaak ook het meest agressieve beeld van de ziekte hebben. Bovendien: als je op vier jaar diabetes krijgt, moet je daar je hele leven lang nog mee rondlopen. Hoe langer je diabetes duurt, hoe meer risico op de complicaties ervan. Door de vroege opvolging zullen we ook vroeg kunnen ingrijpen als er vertragende medicatie beschikbaar komt.’