Kanker bestrijden met bacteriën

21 augustus 2014 door KV

Bodembacteriën die ons normaal ziek zouden maken, kunnen we inzetten om tumoren te bestrijden. De bacteriën eten kankercellen letterlijk weg.

Bodembacteriën die ons normaal ziek zouden maken, kunnen we inzetten om tumoren te bestrijden. Dat blijkt uit een studie bij honden en een menselijke patiënt. De bacteriën eten de kankercellen letterlijk weg.

Sommige tumoren die niet chirurgisch verwijderd kunnen worden, herbergen diep vanbinnen een gebied dat zo goed als onbereikbaar is voor chemotherapie en straling. In de tumorkern bevindt zich immers geen bloed of zuurstof, wat noodzakelijk is voor het slagen van die traditionele behandelingen. Amerikaanse wetenschappers gebruikten nu een anaerobe bodembacterie (Clostridium novyi) om uitgezaaide tumoren van binnenuit te vernietigen. De bacterie groeit enkel in de zuurstofarme tumorkern, maar laat gezonde cellen onaangeroerd omdat het zuurstof erin voor hem dodelijk is.

Honderd jaar oud

Het idee om kanker met bacteriën te behandelen is verre van nieuw. Tweehonderd jaar geleden al maakten artsen melding van kankerpatiënten waarbij een tumor verdween nadat ze door een huidbacterie waren geïnfecteerd. De New Yorkse arts William Coley gebruikte die kennis vanaf 1890, en begon zijn patiënten te infecteren met de Streptococcus pyogenes-bacterie. De resultaten waren positief, maar toch verwezen nieuwe behandelingen zoals chemotherapie en chirurgie de methode van Coley geleidelijk naar de geschiedenisboeken. Dat komt waarschijnlijk omdat bestraling en chemotherapie makkelijker te standaardiseren waren, terwijl het vaccin van Coley specifiek voor elke patiënt samengesteld moest worden. Bovendien begrepen wetenschappers de onderliggende mechanismen van het vaccin niet, en konden Coley’s opvolgers zijn succes niet reproduceren.

William Coley

Uit een analyse die in 1999 werd uitgevoerd, blijkt echter dat de methode van Coley een gelijkaardige kans op genezing bood als moderne kankerbehandelingen. Wetenschappers vergeleken 128 Coley-behandelingen met 1.675 gelijkaardige moderne gevallen, en vonden dat zijn patiënten gemiddeld nog 8,9 jaar na hun diagnose leefden, vergeleken met 7 jaar voor recentere patiënten. Onder andere dankzij die vaststelling herwonnen wetenschappers interesse voor het meer dan honderd jaar oude vaccin van Coley. Recente pogingen om kanker te bestrijden met bacteriën hadden helaas weinig succes. Een klinische studie waarbij patiënten met een verzwakte Salmonella-bacterie behandeld werden, toonde aan dat de behandeling veilig maar weinig effectief was.

Wat wetenschappers van de Johns Hopkins University (VS) deze week in het vakblad Science Translational Medicine schrijven, klinkt hoopvoller. Zij gebruikten een andere bacteriesoort: de grondbacterie Clostridium novyi, die leeft in zuurstofarme omstandigheden en nauw verwant is met de bacterie die verantwoordelijk is voor botulisme. De wetenschappers injecteerden verzwakte sporen van de bacterie in de tumoren van zestien honden. De wetenschappers kozen voor honden omdat de kanker bij hen spontaan ontwikkelde, in tegenstelling tot bijvoorbeeld genetisch gemodificeerde labratten. Gebruikelijke kankerbehandelingen hadden geen effect, en dus gaven de baasjes hun toestemming om de honden met het experimentele kankervaccin te behandelen. Bij zes van de zestien honden kromp of verdween de tumor, bij vijf andere dieren stopte de tumor met groeien. De onderzoekers vermoeden dat de bacterie enzymen vrijgeeft die de kankercellen vernietigen, waarna ze zich te goed doen aan de dode brokstukken. Het is ook mogelijk dat de bacteriën lokaal het afweersysteem aanvuren om de kankercellen te bestrijden.

Meer onderzoek

Door het succes bij honden, gingen de onderzoekers over naar een uitbehandelde menselijke kankerpatiënt. Het ging om een 53-jarige vrouw waarbij darmkanker was uitgezaaid naar meerdere plaatsen in haar lichaam, waaronder de rechterschouder. De onderzoekers injecteerden minder dan 1 procent van de dosis die de honden binnenkregen rechtstreeks in een tumor in de schouder. Na een maand was die tumor een stuk kleiner, terwijl de andere tumoren ongewijzigd waren blijven groeien.

Bijwerkingen waren er helaas ook, zoals koorts en misselijkheid, verschijnselen die gepaard gaan met een bacteriële infectie. Die symptomen moesten de onderzoekers onder controle houden met antibiotica. De behandeling had ook een onverwacht negatief resultaat. De tumor in de schouder van de vrouw was al binnengedrongen in het opperarmbeen, en zorgde daar blijkbaar voor stevigheid in het bot. Toen de tumor door de bacteriën werd vernietigd, brak het bot en moest de patiënt geopereerd worden. Uiteindelijk overleed de patiënt ook aan de gevolgen van de andere uitgezaaide tumoren.

De onderzoekers noemen hun resultaten bemoedigend, maar willen nog niet van een doorbraak spreken. 'Meer onderzoek is nodig.' Met de methode kunnen volgens de onderzoekers ook niet alle vormen van kanker worden genezen, maar ze hopen wel dat bacteriën op lange termijn ingezet kunnen worden in combinatie met andere behandelmethoden als bestraling en chemokuur.

Meer wetenschapsnieuws in ons gratis Eos Weekblad op tablet: