Meten bij kinderen is niet altijd weten

17 juni 2014 door Eos-redactie

Binnen de kindergeneeskunde zijn veelgebruikte metingen en procedures vaak onprecies en amper nuttig.

Binnen de kindergeneeskunde zijn veelgebruikte metingen en procedures vaak onprecies en amper nuttig.

Dokters voeren vaak metingen uit om de onzekerheid over de diagnose te verminderen. Maar zijn die metingen wel altijd zo nuttig? Dat onderzocht UMCG-promovendus Jolita Bekhof, die als kinderarts werkt in het Amalia kindercentrum van Isala (Zwolle).

Bekhof nam het nut en de precisie onder de loep van vijf metingen en procedures die binnen de kindergeneeskunde vaak worden toegepast: het meten van glucose in de urine uit luiers van pasgeborenen met behulp van teststrips, de diagnostische waarde van klinische symptomen bij het opsporen van ernstige infecties bij prematuren, de vochtbalans bij zieke pasgeborenen, de beoordeling van de mate van benauwdheid bij kinderen en het gebruik van virale tests bij de luchtweginfectie bronchiolitis.

Uit haar onderzoek bleek alleen de glucosetest betrouwbaar. De andere metingen en procedures waren onvoldoende precies of onvoldoende nuttig. Als er vooraf niet veel kans is op ziekte, leidt aanvullend onderzoek bijvoorbeeld niet tot minder ongerustheid of minder klachten bij de patiënt dan wanneer de metingen of procedures niet worden uitgevoerd.

Bekhof is van mening dat het juist in de kindergeneeskunde belangrijk is om aanvullende metingen of tests kritisch te bekijken. In de westerse wereld zijn de meeste kinderen immers gezond. Ze stelt dat dokters in hun opleiding het adagium ‘meten is weten’ leren en daardoor een onvoorwaardelijk vertrouwen hebben in getallen. Maar, zo besluit ze, dat gaat niet altijd op. ‘Eigenlijk klopt dat alleen als je weet wat, hoe, wie en waarom je meet’, stelt ze.

Bovendien mogen artsen volgens Bekhof niet uit het oog verliezen dat elke meting schadelijk kan zijn voor patiënten, zeker als het een invasieve meting betreft. Ook wijst ze op de kosten die aan elke meting verbonden zijn en op het risico op vals-positieve uitslagen. (ev)