Ouder worden met ADHD

14 januari 2013 door Eos-redactie

Symptomen van kinderen met ADHD kunnen veranderen. Dat ligt meer aan hun omgeving dan aan hun genen.

Kinderen bij wie ADHD is vastgesteld, zien als volwassene hun klachten meestal veranderen en afnemen, maar niet volledig verdwijnen. Dat komt omdat de ontwikkeling en het verloop van de aandachtsstoornis zowel door omgevingsfactoren als door genen worden beïnvloed, en deze verschillende effecten hebben.

Onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam namen de stabiliteit en de veranderingen in aandachtsproblemen onder de loep en onderzochten de invloed van genen en omgevingsfactoren daarop. Ze deden dat aan de hand van de gegevens van 44.607 tweelingen van het Nederlands Tweelingen Register. Uit de resultaten bleek dat de genen die aandachtsproblemen van volwassenen beïnvloeden, voor een groot deel overeenkomen met de genen die verantwoordelijk zijn voor dergelijke klachten bij kinderen en jongeren. Dit betekent dat genen ertoe bijdragen dat aandachtsproblemen blijven bestaan, vanaf de kindertijd tot op ten minste zestigjarige leeftijd.

Anderzijds bleek dat omgevingsfactoren vaak alleen een tijdelijk effect hebben. Omdat genetische invloeden blijvend zijn, zijn veranderingen in aandachtsproblemen dan ook voornamelijk te danken aan veranderingen in omgevingsinvloeden. Deze resultaten ondersteunen het idee dat omgevingsinvloeden zo snel mogelijk moeten worden geoptimaliseerd om langdurige aandachtsproblemen te voorkomen en te beperken. (ev)