Robotpancreas voor diabetici

08 juli 2016 door MVS

Het toestel meet de bloedglucosespiegel en past vervolgens automatisch de hoeveelheid toegediende insuline aan.

De kunstmatige alvleesklier - een apparaat dat de bloedglucosespiegel meet bij patiënten met type 1 diabetes en vervolgens automatisch de hoeveelheid insuline dat aan het lichaam wordt afgegeven aanpast - is waarschijnlijk beschikbaar vanaf 2018.

Dat concluderen onderzoekers aan Cambridge University in een paper in Diabetologia. Hun onderzoek bekeek de algehele ontwikkeling van zulke geautomatiseerde technologie, waaronder bijvoorbeeld de ‘bionic pancreas’ (bionische alvleesklier) die is ontwikkeld door wetenschappers van Boston University.

In de paper bekijken de onderzoekers onder meer de snelheid van reageren, de betrouwbaarheid, het gemak en de nauwkeurigheid van de glucosemeters. Ook keken ze of de apparaten bestand waren tegen hacking.

Bij de technologie die op dit moment beschikbaar is, vinden er twee gescheiden processen plaats. De type 1 diabetespatiënt meet verschillende keren per dag zijn bloedglucosespiegel (door middel van een vingerprik). Als die laag blijkt te zijn moeten ze hun insulinepomp extra insuline laten afgeven. Die pomp geeft standaard een minimum aan insuline af via katheter onder de huid.

Het is het samenbrengen van die twee verschillende processen: bloedglucosespiegel meten en insuline toedienen, wat een kunstmatige alvleesklier maakt. Patiënten hoeven dus in de toekomst niet meer voortdurend zelf te controleren, maar dit gebeurt automatisch.

Het grootste voordeel van dit geautomatiseerde proces is dat het afrekent met het probleem dat een diabetespatiënt per dag heel wisselende hoeveelheden insuline toegediend moet krijgen. Onder andere afhankelijk van dieet en fysieke activiteiten, heeft een patiënt enkel een derde tot maar liefst het drievoudige van zijn normale hoeveelheid insuline nodig. Een kunstmatige alvleesklier kan deze fluctuaties lezen en hierop reageren.

Uit de paper van de onderzoekers blijkt dat er nog een aantal zaken verbeterd moet worden voordat de artificiële alvleesklier geschikt is voor gebruik. Het kan bijvoorbeeld nog een half uur tot twee uur duren na de injectie voordat de insuline piekniveaus bereikt in de bloedbaan. Dat is te langzaam onder bepaalde omstandigheden, zoals grote inspanning. Er wordt nog onderzoek gedaan naar sneller werkende soorten insuline, zoals insuline aspart en een vorm die een patiënt moet inhaleren. Ook zijn de systemen nog niet goed bestand tegen hacking.

Ondanks de hindernissen die nog genomen moeten worden zijn de onderzoekers hoopvol en verwachten ze dat een of andere vorm van een kunstmatige alvleesklier vanaf 2018 op de markt verschijnt.