‘Testen? Overweeg een vingerprik in plaats van een gewone bloedafname’

In elk exitplan neemt testen een belangrijke positie in. Dat kan grootschalig en van thuis door bloed af te nemen met een vingerprik, schrijft toxicoloog Christophe Stove (UGent).

Fotocredit: Neoteryx

Analyse op een bloeddruppel afgenomen na een prikje: het overgrote deel van ons heeft dit al (onbewust) meegemaakt vlak na de geboorte, in het kader van het opsporen van een aantal aangeboren afwijkingen via de hielprik. Ook voor veel diabetespatiënten is het een dagelijkse routine. 

Maar er is veel meer mogelijk met een druppel bloed. Aan de Universiteit Gent voeren we routinematig analyses uit om te controleren op de aanwezigheid van een merker die aangeeft hoeveel alcohol een individu de voorbije maand heeft gebruikt. En in een aantal Nederlandse laboratoria worden geneesmiddelenconcentraties opgevolgd via gedroogde bloeddruppeltjes. Het gaat dan om patiënten die een transplantatie ondergingen en levenslange opvolging nodig hebben. Zij kunnen de stalen thuis afnemen.

Die laatste toepassing lijkt in deze #blijfinuwkot-periode een hoge vlucht te nemen. Verplaatsingen naar een dokter of ziekenhuis voor een bloedafname ter bepaling van een geneesmiddelenconcentratie worden in versneld tempo vervangen door afnames thuis, door de patiënt zelf.

In het licht van het bovenstaande, met een ‘exitplan’ in het vooruitzicht, met de mogelijkheid van haarden van heropflakkering, en met scenario’s waarbij het uitgebreider testen van (delen) van de bevolking steeds prominenter op de agenda komt, stelt zich de vraag: kunnen ook de zogenaamde ‘serologische tests’ op een druppel gedroogd bloed worden uitgevoerd? Dergelijke tests zijn niét bedoeld om het eigenlijke virus op te sporen (zoals wel gebeurt op de neus- of keelswabs). Ze hebben als voornaamste bedoeling de aanwezigheid na te gaan van antistoffen in het bloed, als teken van een doorgemaakte besmetting.

Momentum

Staalafname via gedroogde bloeddruppels, met afname thuis en verzending naar een laboratorium, werd gedurende de laatste tien jaar in belangrijke mate verkend als een alternatieve optie, als aanvulling op of vervanging voor de conventionele bloedafname voor bijvoorbeeld geneesmiddelenbepalingen. Voor tal van toepassingen werd al aangetoond dat op deze manier betrouwbare resultaten kunnen worden bekomen, mits inachtname van een correcte staalname en een aantal aandachtspunten bij de eigenlijke bepaling in het laboratorium. 

Straks moeten we mogelijk bloedtests afnemen van tienduizenden mensen, misschien zelfs meerdere keren per persoon. Dan kan een vingerprik een belangrijk voordeel zijn

De huidige situatie kan een momentum vormen voor het sampling at home-veld. Contact met een arts of ander medisch personeel kan immers als extra belasting worden gezien, aangezien niet alleen een extra verplaatsing moet worden gemaakt, maar eveneens telkens de nodige voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen, en dit louter voor de afname van een bloestaal. 

Bovendien is ook de te anticiperen schaalgrootte waarop mogelijk zal moeten worden getest hier een belangrijke factor: bij duizenden tot tienduizenden mensen zal, indien hierop zal worden ingezet, een bloedafname dienen te gebeuren, misschien zelfs meerdere keren per persoon. Indien dit kan gebeuren via een vingerprik in plaats van via een conventionele bloedafname, zou dit een belangrijk voordeel kunnen betekenen.

Kwaliteit boven

Cruciaal in deze is dat er geen toegevingen mogen worden gedaan op de kwaliteit van het resultaat: een betrouwbare uitspraak kan immers slechts gemaakt worden indien én het staal én de bepaling van goede kwaliteit zijn.

Wat betreft de staalname zijn er succesvolle voorbeelden voorhanden: verleden jaar nog voerde ons laboratorium, in het licht van Tournée Minérale, een studie uit, waarbij honderden mensen begin, midden en eind februari thuis een druppeltje bloed opvingen. In plaats van een druppel bloed op een papiertje te laten vallen gebeurde dat met behulp van een staafje met een absorberend tipje.

Aangezien een deel van deze mensen thuis twee stalen afnam, op hetzelfde moment, konden we eveneens aantonen dat de variatie die optrad van staalname tot en met analyse zeer acceptabel was. Dit toont aan dat, mits het verstrekken van geschikte informatie, correcte staalname daadwerkelijk mogelijk is, ook door personen die nog nooit een dergelijk staal afnamen via vingerprik. Bovendien is een eenvoudige visuele controle mogelijk om na te gaan of de stalen aan vooropgestelde kwaliteitseisen voldoen.

De bekomen gedroogde bloedstaaltjes kunnen op een veilige manier, in een plasticzakje in een envelop, gewoon via de post worden verstuurd naar een laboratorium

Verdeling van staalafnamekits zou bv. kunnen gebeuren via de apotheken, waarbij de apotheker dan eveneens informatie zou kunnen verstrekken met betrekking tot correcte staalname door de betrokkene zelf. 

Trouwens, ook bij personen die niet in staat zouden zijn om zelf een vingerprik uit te voeren (bv. ouderen, kinderen of mindervaliden) is geassisteerde staalname via vingerprik, door iemand met minimale ervaring, mogelijk. De bekomen gedroogde bloedstaaltjes kunnen op een veilige manier, in een plasticzakje in een envelop, gewoon via de post worden verstuurd naar een laboratorium, waar de analyse kan gebeuren.

Credit: Dries Luyten

Duidelijk potentieel

Voor de eigenlijke analyse en de interpretatie van het resultaat zijn er een aantal zaken waarmee rekening moet worden gehouden. Vooreerst gebeurt de bepaling in bloed in plaats van in serum (de vloeistoffractie in het bloed waarin de rode bloedcellen zich bevinden). Aangezien bovendien gewerkt wordt met gedroogd bloed is er sowieso eveneens een aanpassing in de staalvoorbereidingsprocedure nodig: het gedroogd bloedstaal moet immers weer in oplossing worden gebracht vooraleer de bepaling kan worden uitgevoerd. Dit kan op vrij eenvoudige manier.

Bij een aantal laboratoriumtesten zal een aanpassing in de eigenlijke uitvoering vereist zijn. En idealiter gebeurt er nog een omrekening van een bloed- naar serumconcentratie (waarin de bepaling standaard gebeurt). Ook hiervoor zijn er procedures voorhanden. Tot slot is er vanzelfsprekend het beperkte staalvolume, wat impliceert dat de te gebruiken test voldoende gevoelig zal moeten zijn. 

Concreet wordt bij de afname slechts zo’n 10 µl bloed afgenomen – dit stemt overeen met een kleine druppel (slechts een honderdste van 1 milliliter). De factor gevoeligheid zal in belangrijke mate de keuze van de laboratoriumtest bepalen: immers, niet elke commercieel beschikbare test zal in staat zijn om, uitgaand van dergelijk klein volume bloed, de gewenste gevoeligheid te halen. Bovendien mag niet worden ingeboet op de intrinsieke kwaliteitseisen van de test én moeten voldoende testen beschikbaar zijn.

Het is momenteel nog niet duidelijk welk gehalte aan antistoffen nodig is om bescherming te beiden tegen een nieuwe infectie

Finaal is er nog de interpretatie van het resultaat: vooralsnog kan uit een positief resultaat enkel besloten worden dat iemand positief (geweest) is, en dus een besmetting heeft doorgemaakt of doormaakt. Het is momenteel nog niet duidelijk welke ‘titer’ of welk gehalte aan antistoffen nodig is om bescherming te beiden tegen een nieuwe infectie. Ook is op dit moment niet duidelijk of en hoe lang een bepaalde titer bescherming zal bieden tegen een volgende infectie. 

Deze vragen hebben op zich niets te maken met de test zelf. Ze zijn ook onafhankelijk van hoe het resultaat werd bekomen (via klassieke bepaling in serum of via een gedroogde bloeddruppel).

De haalbaarheid van de bepaling van antistoffen in een druppel gedroogd bloed wordt ondersteund door succesvolle voorbeelden uit de wetenschappelijke literatuur. Een aantal zaken onderstrepen bovendien het potentieel van gedroogde bloeddruppels om een doorgemaakte infectie met SARS-CoV-2 op te sporen.

Zo zijn er momenteel al laboratoriumtests beschikbaar die worden aangewend voor dit doeleind; of ze voldoende goed zijn dient nog onafhankelijk te worden geëvalueerd. Ook werd recent in de Verenigde Staten een studie opgezet door de ‘National Institutes of Health’ waarbij in een cohorte van tienduizend vrijwilligers via een druppel gedroogd bloed de aanwezigheid van antistoffen zal worden nagegaan.