Archief

Uit ons archief: de SARS-uitbraak in 2003

Het beruchte SARS-virus veroorzaakte in 2003 behoorlijk wat paniek, vooral in Azië. In Eos stelden we ons toen de vraag: zijn we voorbereid op een wereldwijde uitbraak?

Eind 2002 dook een mysterieuze longziekte op in de Chinese provincie Guangdong. Van daaruit verspreidde SARS, Severe Acute Respiratory Syndrome, zich razendsnel via Hongkong naar onder andere Vietnam, China en Canada.

Stormloop op mondmaskers, scholen dicht

De Eos-cover van mei 2003.

Het verslag van de SARS-uitbraak kan bijna met een simpele copy+paste dienen als verslag voor de huidige Covid-19-uitbraak. Ook het SARS-virus was een coronavirus dat, opnieuw net als het huidige 2019-nCoV, in China van dier op mens oversprong.

Ook toen was er veel argwaan: 'Je zal vandaag in Singapore, Hongkong of Guangzhou maar beter niet verkouden zijn', schrijft toenmalig hoofdredacteur Filip van Brabander in zijn edito. 'Iedereen is op zijn hoede. In de metro, op straat, op school, in ziekenhuizen spitst iedereen de oren. Het geringste kuchje is voldoende om iemand te isoleren, aan te kijken alsof hij of zij melaats is.'

Ook toen grepen de Chinezen massaal naar een mondmasker. Het bedrijf 3M, toen de belangrijkste producent van mondmaskers, zag zijn verkoopcijfers vertwintigvoudigen. En ook toen was social distancing de regel. Risicopersonen kregen huisarrest, scholen sloten, de luchthavens werden uitgeroepen tot biohazard-gebied en de Rolling Stones annuleerden hun concerten in Peking en Shanghai.

Wetenschappers waarschuwden in het artikel voor het toenemende gevaar dat virussen van dieren op mensen overspringen. Twee jaar na de terroristische aanslagen in New York formuleerde Heidi Allemeersch, de auteur van het stuk, het zelfs zo:

“Terwijl de VS zich zorgen maken over de bioterroristische ambities van Saddam Hoessein, lijkt het hoe langer hoe waarschijnlijker dat de echte bom ergens in een kippenkwekerij in het zuiden van Azië zal barsten”

Wetenschappers gingen, net als vandaag, een race tegen de klok aan. 'Nooit eerder in de geschiedenis slaagden laboratoria erin zo snel nieuwe diagnostische tests te ontwikkelen. De massale inzet van de medici toonde aan dat SARS wel degelijk ernstig wordt genomen', schrijft toenmalig hoofdredacteur Filip van Brabander.

China zwijgt, kritiek op verwaarloosde wetenschap

Op 5 juli 2003 besloot de Wereldgezondheidsorganisatie na een periode van 20 dagen zonder nieuwe gevallen dat de SARS-uitbraak onder controle was. In totaal raakten 8.098 mensen besmet, wat resulteerde in 774 overlijdens. Er werden 17 landen getroffen, België en Nederland waren daar niet bij. De balans was zwaar, maar een pak lichter dan die van de pandemie die we vandaag meemaken.

In de evaluatie van de SARS-uitbraak is er vooral veel kritiek op de gebrekkige communicatie vanuit China, 'Het duurde weken vooraleer de Chinese overheid wou toegeven dat er iets aan de hand was. Het kwam China op een reprimande van de WHO te staan.'

En Marc Van Ranst - ja, ook toen hij - klaagde het gebrek aan middelen voor preventief en geneeskundig onderzoek aan: 'Voor zijn campagne in Irak kreeg president Bush het gigantische budget van 80 miljard euro ter beschikking. Schandelijk veel, vooral als we er het jaarbudget van de Wereldgezondheidsorganisatie tegenover plaatsen: 0,8 miljard. En dat is, voor een organisatie die jaarlijks miljoenen mensen kan redden, wraakroepend weinig.'

Het artikel besluit met de vraag hoe we een nieuwe, misschien wel wereldwijde, virusuitbraak zullen voorkomen. En is de wereld daar klaar voor? Een Amerikaanse wetenschapper reageert negatief: ‘De internationale gemeenschap heeft te weinig geanticipeerd op het losbreken van nieuwe virusstammen uit het broeinest dat vee - vooral in Azië - is.' De wetenschapper roept daarom op om een internationaal surveillance-netwerk op te zetten en de internationale communicatie over nieuwe virus-uitbraken te verbeteren. China reageerde toen afwijzend: ‘We hebben de toestand onder controle’.