Column

'Vaccins zijn altijd de kop van Jut geweest'

Vaccinatietwijfel wegnemen betekent ook het vertrouwen in overheid, artsen en wetenschap herstellen. Pas daarna is het zinvol om uit te leggen hoe een vaccin werkt, schrijft arts en journalist Marleen Finoulst.

Intussen is de vaccinatiecampagne tegen covid-19 in werking getreden, al zijn we nog een heel eind verwijderd van de minimaal 70 procent vaccinatie die nodig is om de pandemie te bedwingen. We hebben nog een lange rit voor de boeg, en die wordt bemoeilijkt door vaccinatietwijfel. Die zal nooit volledig verdwijnen, de logistieke operatie, de informatiecampagne van de overheid en de inzet van wetenschappers en journalisten ten spijt. 

Als factchecker heb ik de voorbije maanden tientallen verhalen over coronavirussen en -vaccins uitgespit en geduid op de website Gezondheid en Wetenschap. Hoe het komt dat deze vaccins zo snel ontwikkeld werden, dat het stukje viraal RNA in dit eerste coronavaccin ons eigen genetisch materiaal niet kan beïnvloeden, of dat een ander coronavaccin niet op geaborteerde foetussen ontwikkeld wordt: al die vragen zijn beantwoord.

Duiding geven aan de hand van wetenschap stelt echter niet iedereen gerust. De inspanningen om twijfel weg te nemen botsen soms op een dieperliggende emotionele weerstand. Het gaat niet altijd om angst voor nevenwerkingen van nieuwe vaccins, maar om angst voor controle door de overheid. 

Opstand

Internationaal onderzoek naar de oorsprong van vaccinatietwijfel leert dat individuen in opstand kunnen komen tegen overheidsbeslissingen die de controle op het eigen leven lijken weg te nemen. Denk aan quarantainemaatregelen die de vrijheid beperken met vaccinatie als de uitweg uit de pandemie. Niet iedereen gaat in die logica mee, al zeker niet diegenen die de verspreiding van het onzichtbare coronavirus als verklaring voor de crisis in vraag stellen. Sommigen bekruipt het gevoel dat ze als een lam naar de slachtbank worden geleid. 

Het is een bekend fenomeen bij de verspreiding van dodelijke infectieziektes. Tijdens de ebola-uitbraak in 2014 in West-Afrika werden bevolkingsgroepen afgezonderd en in quarantaine geplaatst. Nationale en internationale organisaties kwamen zich ter plaatse moeien in Guinee, Sierra Leone, Ghana en Liberia. Zieken werden meegenomen en keerden vaak niet terug. Niet iedereen geloofde dat ze aan ebola, een voor velen onbekende ziekte, waren gestorven. Van overledenen mocht geen afscheid genomen worden: de lijken werden verbrand in plaats van naar plaatselijke gewoonte ritueel te worden begraven. 

Als wetenschappers ergens geen verklaring voor hebben, krijgen geruchten een vruchtbare bodem

Het bracht een geruchtenmolen op gang met verstrekkende gevolgen. In Guinee werden gezondheidswerkers gedood en in Ghana moesten twee vaccinatiecampagnes worden stopgezet omdat inwoners geloofden dat de hulporganisatie mensen opzettelijk kwam besmetten met ebola. De paniek sloeg over naar het Westen. In de Verenigde Staten hielden ouders uit angst ebolabesmetting hun kinderen van school, omdat de schooldirecteur in Afrika was geweest (de plaats in kwestie was meer dan 2.000 kilometer verwijderd van de ebola-uitbraak). 

Een ander voorbeeld is de zikacrisis die Brazilië in 2015 trof. Opvallend veel kinderen werden toen geboren met microcefalie, een abnormaal kleine schedelomvang. Het gerucht circuleerde dat het vaccin tegen difterietetanus-kinkhoest, dat vrouwen in de zwangerschap hadden gekregen, de oorzaak was van de aangeboren afwijkingen. 

Vertrouwen

Als wetenschappers ergens geen verklaring voor hebben, krijgen geruchten een vruchtbare bodem. Zelfs nadat duidelijk was dat het zikavirus door muggen werd overgebracht en bij zwangere vrouwen microcefalie bij het nageslacht veroorzaakt, wilden velen dat niet geloven. Die muggen waren er immers altijd geweest, de vaccins niet. Vaccins zijn altijd de kop van Jut geweest. Je spuit iets in bij een gezonde persoon en vervolgens wordt die ziek. Mensen zien een verband dat er niet is. 

Argwaan tegenover overheid, wetenschappers en vaccinproducenten – die volgens antivaxers onder een hoedje spelen – is de achillespees van alle vaccinatiecampagnes. Objectiveerbare wetenschap slaagt er moeilijk in om dergelijke subjectieve overtuigingen te doen kenteren. Vaccinatietwijfel wegnemen betekent ook het vertrouwen in overheid, artsen en wetenschap herstellen. Pas daarna is het zinvol om uit te leggen hoe een vaccin werkt.