Vijf vragen en antwoorden over de subvarianten van de omikronfamilie

Waarin verschillen de subvarianten van omikron? En hoe goed beschermen de bestaande vaccins?

Twee jaar na de pandemie van het coronavirus is het niet vreemd als je niet meer weet welke varianten er nationaal en wereldwijd circuleren. Na de alfa-, bèta-, gamma-, delta- en omikronvariant, is er al bijna een half jaar geen nieuwe variant met een Griekse letter opgedoken.

In plaats daarvan is er in de afgelopen maanden een schijnbaar eindeloze stroom van ‘subvarianten’ van omikron, de meest recente variant met een Griekse letter, opgedoken.

Hoe verschillend zijn deze subvarianten van elkaar? Kan besmetting door de ene subvariant je beschermen tegen besmetting door een andere subvariant? En hoe goed doen de bestaande coronavirusvaccins - die zijn ontwikkeld vóór de opkomst van omikron - het tegen de subvarianten? Hier vind je het antwoord op deze en andere vragen.

1. Wat zijn subvarianten en in welke mate verschillen ze van elkaar?

De omikron-subvarianten lijken wel een alfabetsoep van letters en cijfers. De oorspronkelijke omikronvariant heette B.1.1.529. Daaruit zijn subvarianten voortgekomen als BA.1, BA.1.1, BA.2, BA.2.12.1, BA.3 en de meest recente, BA.4 en BA.5.

‘Ze verschillen allemaal van elkaar door verschillende mutaties in het stekeleiwit, het deel van het virus dat de gastheercellen binnendringt en de infectie veroorzaakt’, aldus dr. Monica Gandhi, professor geneeskunde aan de Universiteit van Californië-San Francisco.

De kleine mutaties in deze subvarianten kunnen hen een iets besmettelijker maken. Over het algemeen geldt dat hoe hoger het getal na ‘BA’ in de naam van de subvariant, hoe overdraagbaarder die subvariant is. Zo zou BA.2 ongeveer 30 tot 60 procent besmettelijker zijn dan eerdere subvarianten.

Door deze mutaties hebben subvarianten zich wijd kunnen verspreiden, om vervolgens binnen enkele weken te worden ingehaald door een subvariant die iets beter overdraagbaar is. Daarna herhaalt het proces zich.

In België werd de eerste subvariant van omikron, B.1.1.529, eind december 2021 dominant. Die werd begin maart van dit jaar ingehaald door de BA.2-subvariant. BA.2. verloor zijn dominante positie eind juni weer door de opkomst van BA.5.

2. Hoe zit het met de ernst van de ziekte?

Gelukkig zijn de door omikron veroorzaakte symptomen doorgaans minder ernstig dan die van eerdere varianten - een patroon dat lijkt te gelden voor alle subvarianten die tot nu toe zijn bestudeerd. Eén analyse uit Denemarken toonde aan dat BA.2 niet meer ziekenhuisopnames veroorzaakt dan de BA.1 subvariant, aldus Gandhi.

Zelfs de meest recente subvarianten die zijn ontdekt, BA.4 en BA.5, laten ‘geen bewijs zien dat ze gevaarlijker zijn dan de oorspronkelijke omikronvariant, behalve een mogelijk lichte toename in overdraagbaarheid’, vertelt Brooke Nichols, biostatisticus aan de Universiteit van Boston.

Volgens Dennis Cunningham, medisch directeur van infectiecontrole en preventie bij Henry Ford Health in Detroit, zijn de symptomen van de omikron-subvarianten vrij consequent geweest. ‘Het komt minder vaak voor dat mensen hun smaak en reukzin verliezen. In veel opzichten is het een zware verkoudheid. Symptomen zijn bijvoorbeeld een verstopte neus, hoesten, pijn in het hele lichaam en vermoeidheid.’

3. Als je besmet raakt met één subvariant, ben je dan beschermd tegen de andere subvarianten?

Tot nu toe kunnen alle varianten van het virus de bestaande immuunbescherming ‘slechts gedeeltelijk omzeilen, net als bij de seizoensgriep’, vertelt Colin Russell, hoogleraar toegepaste evolutionaire biologie aan het medisch centrum van de Universiteit van Amsterdam.

Hoewel sommige mensen die BA.1 hebben gehad ook BA.2 hebben gekregen, suggereert het eerste onderzoek dat infectie met BA.1 ‘een sterke bescherming biedt tegen herinfectie met BA.2’, aldus de Wereldgezondheidsorganisatie.

‘Dit kan verklaren waarom de BA.2-golf niet zo groot was als de zeer grote BA.1-golf tijdens de winter’, vertelt Gandhi.

De mate van bescherming kan variëren afhankelijk van hoe ziek je was, waarbij milde gevallen de immuniteit misschien een maand of twee opkrikken en de bescherming na ernstige ziekte wel een jaar kan duren.

4. Hoe verhouden de bestaande covid-19-vaccins zich tot deze subvarianten?

Hoewel de huidige vaccins en boosters niet zo succesvol zijn in het beschermen tegen omikron als tegen eerdere varianten, zullen ze mensen over het algemeen beschermen tegen ernstige ziekte.

‘We blijven stabiel met de vaccins die we gebruiken’, vertelt dr. William Schaffner, professor in preventieve geneeskunde en gezondheidsbeleid aan Vanderbilt Universiteit. ‘Ik heb nog geen enkele studie gezien die aantoont dat de omikron-subvarianten heel anders reageren op de vaccins.’

De vaccins genereren cellen die bekend staan als ‘geheugen B-cellen’ en het is aangetoond dat ze verschillende varianten herkennen, vertelt Gandhi. De vaccins brengen ook de productie van T-cellen op gang, die beschermen tegen ernstige ziekte, zegt ze.

‘Terwijl B-cellen dienen als geheugenbanken om antilichamen te produceren wanneer die nodig zijn, versterken T-cellen de reactie van het lichaam op een virus en helpen ze cellen te rekruteren om de ziekteverwekker rechtstreeks aan te vallen.’

Het eindresultaat is dat een doorbraakinfectie met de subvarianten voor een gevaccineerd individu ‘mild zou moeten blijven’.

De brede verspreiding van een relatief milde virusstam heeft waarschijnlijk vruchten afgeworpen door velen enige immuniteit te geven, of ze nu gevaccineerd waren of niet. Uit onderzoek blijkt dat mensen die gevaccineerd waren en vervolgens besmet raakten zelfs een grotere bescherming hadden dan mensen die gevaccineerd waren en geen covid hadden gekregen.

‘Deze ‘omikronfamilie’ zou inderdaad een lichtpuntje kunnen bieden in het verloop van de pandemie’, vertelt Schaffner.

Ondertussen beginnen vaccinfabrikanten vaccins te ontwerpen die zich specifiek richten op omikron, en sommige zouden een coronavirusvaccin combineren met een seizoensgriepvaccin in één shot. Maar deze vaccins bevinden zich nog in een vroeg stadium, en Schaffner zegt dat hij vermoedt dat ze niet klaar en goedgekeurd zullen zijn voor het griepvaccinatieseizoen van deze herfst.

Of dergelijke nieuwe vaccins de volgende stap vormen in de strijd tegen covid zal afhangen van wat de autoriteiten beslissen.

5. Kunnen we volledig nieuwe varianten verwachten?

De enige nieuwkomers in de afgelopen weken waren bijkomende subvarianten van omikron. Dat is zeker niet vergelijkbaar met de opkomst van geheel nieuwe varianten als delta of omikron zelf.

‘Er ligt nog niets op de loer, en de bewaking is behoorlijk agressief’, vertelt Schaffner.

Volgens schattingen is meer dan 60 procent van de wereldbevolking blootgesteld aan omikron en meer dan 65 procent van de wereldbevolking heeft ten minste één dosis van het vaccin ontvangen, vertelt Gandhi.  ‘Dus ik duim dat de ontwikkeling van nieuwe varianten zal vertragen met deze mate van immuniteit.’

Ben ik beter beschermd tegen corona na een coronabesmetting?

Lees hier het antwoord

Dit artikel verscheen eerder in Scientific American.