Voorspelt de eerste babydrol het risico op allergieën?

Het lijkt misschien een ongebruikelijke plek om naar antwoorden te zoeken, maar de inhoud van de eerste luier van een baby kan veel onthullen over de toekomstige gezondheid van een pasgeborene. 

Een team van onderzoekers heeft aangetoond dat de samenstelling van de eerste drol van een baby - een dikke, donkergroene substantie die bekend staat als meconium – geassocieerd is met de mogelijke ontwikkeling van allergieën in het eerste levensjaar.

Pasgeboren kindjes die in het eerste jaar allergieën ontwikkelden, bleken een minder ‘rijk’ meconium te hebben bij de geboorte, zo schrijven de onderzoekers in het tijdschrift Cell Reports Medicine. Meconium bestaat uit verschillende stoffen die tijdens de ontwikkeling worden ingenomen en uitgescheiden. Dit kan variëren van huidcellen en vruchtwater tot stofwisselingsproducten, ook wel metabolieten genoemd. Het kan als het ware als een soort tijdscapsule worden beschouwd, die onthult waar het kind aan blootgesteld is voor de geboorte.

Machine learning algoritme

Met behulp van een machine learning algoritme combineerden de onderzoekers eigenschappen van het meconium, de aanwezige micro-organismen (microbiota) en de klinische gegevens om hiermee te kunnen voorspellen of een baby later allergieën zal ontwikkelen. Hieruit bleek dat er een verband is tussen de aanwezige metabolieten en de ontwikkeling van het immuunsysteem van het kindje. Een dergelijke methode zou de mogelijkheid kunnen bieden om baby’s te identificeren die baat hebben bij vroege interventies, zoals het toevoegen van levende bacteriën aan de voeding (probiotica) om hiermee de gewenste bacteriesamenstelling in de darm te stimuleren.

Hoogleraar human microbiomics Willem de Vos (Universiteit van Helsinki): ‘Dit is een mooie studie die nieuwe inzichten geeft in het belangrijke proces van de bacteriehuishouding in het vroege leven. De bevinding dat metabolieten in het meconium van de pasgeboren baby’s van belang zijn voor de verdere ontwikkeling van het immuunsysteem is interessant en het zou mooi zijn als dit bevestigd kan worden in verdere studies. Wat wel een aandachtspunt is, is het gebruik van antibiotica. In de studiepopulatie hebben 39 van de 88 moeders antibiotica toegediend gekregen, wat veel hoger is dan gebruikelijk. Dit zou de resultaten beïnvloed kunnen hebben.

Hoogleraar microbiologie Jan Knol (Wageningen Universiteit): ‘Eerder onderzoek suggereerde al dat de bacteriesamenstelling in het vroege leven een belangrijke factor is voor de ontwikkeling van het immuunsysteem en de ontwikkeling van allergieën die hiermee gepaard gaan. Een belangrijke bron voor bacteriën in het maag-darm-kanaal van het kind is logischerwijs de moeder. De vraag is waar de metabolieten precies vandaan komen, aangezien dit ook via het bloed van de moeder kan zijn. Het is van belang dat de resultaten in een onafhankelijke studie gevalideerd worden, maar intrigerend is het zeker.’