Zijn je ideeën over chronische lage rugpijn wel correct?

Ongeveer 1 op de 5 Belgen ouder dan 15 jaar kampt met chronische lage rugpijn. Over hoe de pijn te verlichten bestaan heel wat misverstanden. Pijnexpert Anneleen Malfliet (VUB) overloopt de meest voorkomende.

Zo zien we dat de invaliditeit die iemand ervaart als gevolg van chronische lage rugpijn enorm hoog is, en dit leidt tot het vermijden van allerlei sport- en werkgerelateerde activiteiten en bewegingen. Gezien de grote schaal waarop chronische lage rugpijn voorkomt, zouden we kunnen verwachten dat binnen de maatschappij correcte ideeën over deze aandoening leven. Niet is echter minder waar. Met deze blogpost overloop ik graag de belangrijkste maatschappelijke misverstanden omtrent chronische lage rugpijn. Hiermee hoop ik enkele misvattingen voorgoed de wereld uit te helpen, om zo de omgang met chronische lage rugpijn te verbeteren, wat hopelijk kan leiden tot een beter begrip, maar ook tot het geven van juiste adviezen wanneer iemand in je directe omgeving last heeft van chronische lage rugpijn.

In 2004 werd in België een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar de kennis over lage rugpijn in de maatschappij. 2485 deelnemers vulden een enquête in waarin onder meer gepeild werd naar hun overtuigingen met betrekking tot de diagnose en behandeling van lage rugpijn. De deelnemers kregen enkele stellingen voorgeschoteld, waar ze al dan niet mee akkoord konden gaan. Enkele voorbeelden van stellingen waren:

  • Rugpijn duidt op de aanwezigheid van schade of een ernstige aandoening
  • Een foute beweging maken met de rug kan ernstige problemen veroorzaken
  • Rusten is de beste manier om om te gaan met lage rugpijn
  • Fysiek actief blijven is de beste manier om met rugpijn om te gaan
  • Psychologische factoren, zoals gedachten en emoties, kunnen de pijn intensiteit beïnvloeden
  • Etc.

Uit deze studie bleek dat veel mensen foute overtuigingen hebben over lage rugpijn en onrealistische verwachtingen hebben met betrekking tot de oorzaak, diagnose en behandeling ervan. Zo bleek onder andere dat velen medische behandelingen en het vermijden van activiteit de juiste manier achten om met lage rugpijn om te gaan. Zo dacht bijvoorbeeld 77% dat wanneer iemand rugpijn heeft, een ‘foute’ beweging tot ernstige problemen kan leiden. Op vlak van het stellen van een diagnose, is 42% ervan overtuigd dat een röntgenfoto of andere types medische beeldvorming steeds de oorzaak van rugpijn kunnen identificeren. Daarnaast dacht ook 35% (één derde van de deelnemers) dat rust het belangrijkste element binnen therapie voor lage rugpijn is.

Dat dergelijke hoge percentages van mensen overtuigd zijn van deze stellingen is jammer. Dit leidt namelijk niet alleen tot een overconsumptie van medische beeldvorming (wat duur is voor de maatschappij, en mensen onnodig bloot stelt aan straling), maar ook tot passieve manieren om om te gaan met de pijn. Zo zullen dergelijke overtuigingen bijdragen aan het vermijden van allerlei bewegingen en activiteiten waarin de rug gebruikt wordt.

Dit kan ertoe leiden dat men terecht komt in een vicieuze cirkel waarbij men steeds minder fysiek actief wordt, en men – al dan niet bewust – steeds meer zaken begint te vermijden. En dat is jammer, want er is een overvloed aan onderzoek dat aantoont dat net het gebruiken van de rug, en het actief zijn een heel belangrijke rol speelt in het herstel van een episode van lage rugpijn. Dit zien we bijvoorbeeld terugkomen in het bekende vrees-vermijdingsmodel van Vlaeyen et al. (zie figuur hieronder), waarin duidelijk wordt dat net het hernemen van activiteiten nodig is om uiteindelijk tot herstel te komen. De linker zijde van deze figuur toont de negatieve, viceuze cirkel waarin men terecht komt wanneer men schrik heeft om te bewegen, wat uiteindelijk zal leiden tot vermijding, invaliditeit, het niet meer gebruiken van de lage rug, waardoor dit gedrag uiteindelijk de de pijn zo mee blijft ondersteunen.

Het vrees-vermijdingsmodel van Vlaeyen.

Een gelijkaardige conclusie wordt ook getrokken in de KCE en NICE richtlijnen. Beide richtlijnen werden ontwikkeld om zorgverleners (artsen, kinesitherapeuten, etc.) te helpen in het maken van wetenschappelijk onderbouwde keuzes bij de behandeling van lage rugpijn. Interessant is dat in beide richtlijnen wordt aangeraden om de normale dagdagelijkse activiteiten en het werk te hervatten, alsook om een actief oefenprogramma centraal te zetten binnen de therapie. Passieve technieken zoals elektrotherapie, manuele tractie, gordels, korsetten en steunzolen worden absoluut afgeraden.

Mijn doel met deze blogpost is vooral om de algemene bevolking te informeren over foute ideeën die leven rond het behandelen van en omgaan met chronische lagerugpijn. Het belangrijkste besluit dat we kunnen nemen op basis van de heel uitgebreide wetenschappelijke literatuur die hierover bestaat is dat het zeer belangrijk is om actief te blijven en bewegingen met de rug zeker niet te vermijden. Uiteraard is het goed om je hierbij te laten ondersteunen door een zorgverlener die vertrekt vanuit de huidige wetenschappelijke evidentie zodat je actief, maar comfortabel en met een gerust gevoel de lage rugpijn kan aanpakken. En voor alle mensen die iemand kennen met lage rugpijn: hou zeker deze blogpost in je achterhoofd en probeer adviezen rond rust, het vermijden van activiteiten en het aansturen op medische beeldvorming volledig te bannen.

Heb je lage rugpijn of nekpijn en kamp je daarnaast ook met slaapproblemen? Wij zoeken deelnemers voor een wetenschappelijke studie waarbij we bekijken welke therapie (kinesitherapie) hiervoor het beste werkt. Meer informatie verkrijgen of je vrijblijvend opgeven als studiedeelnemer kan via slaapenpijn@vub.be