Als een mier in het water

17 juni 2014 door Eos-redactie

In sommige tropische gebieden hebben mieren zich aangepast aan een waterrijke omgeving: enkele soorten zwemmen ruim tien centimeter per seconde.

In sommige tropische gebieden hebben mieren zich aangepast aan een waterrijke omgeving: een soort zwemt tien keer zijn lichaamslengte per seconde.

De meeste insecten zullen, als ze in het water terechtkomen, hevig spartelen, om uiteindelijk ten prooi te vallen aan een natuurlijke vijand. Niet zo met enkele miersoorten van het geslacht Odontomachus. Zij blijken immers over een indrukwekkende zwemsnelheid te beschikken.

Dat ontdekten twee biologen van de University of Louisville, Kentucky (VS). Ze verzamelden mieren van 35 verschillende soorten in de bossen van Centraal- en Zuid-Amerika. Die lieten ze in het water vallen om te zien hoe het met hun zwemcapaciteiten gesteld was. De resultaten van dat onderzoek werden gepubliceerd in het vakblad The Journal of Experimental Biology.

Tien soorten bleken zich te gedragen als een vis in het water. Sommige zwommen aan een snelheid van ruim drie keer hun lichaamslengte per seconde. Ter vergelijking: Olympisch zwemkampioen Michael Phelps zwemt in die tijdsspanne ongeveer twee meter, ofwel één lichaamslengte.

Maar de grootste kampioen is Odontomachus bauri. De mier van gemiddeld één centimeter lang zwemt ruim tien centimeter per seconde af. Alsof een mens in goed anderhalve seconde een vijftigmeterbad oversteekt.

Je zou verwachten dat de vederlichte mieren als het ware over het water lopen, maar niets is minder waar: ze houden er wel degelijk een uitgekiende zwemslag op na. Hun achterste poten zorgen voor stabiliteit op het water, terwijl ze met hun andere poten peddelen. Door de linker- of rechterkant harder te bewegen, kunnen ze zelfs sturen.

Eenmaal in het water richten de zwemmende mieren zich op de donkere uitsteeksels aan de oever: schaduwen van bijvoorbeeld bomen of rotsen, die aangeven waar het droge land weer begint. Dat fenomeen – zich richten op duisternis – heet skototaxis. (adw)