De wereld: onze tuin

19 augustus 2015 door Eos-redactie

De mens is verantwoordelijk voor de verspreiding van meer dan 13.000 plantensoorten wereldwijd.

Dat de mens al dan niet bewust planten (en dieren) de wereld rond transporteert, is bekend. Voor het eerst hebben wetenschappers nu in kaart gebracht hoeveel plantensoorten vaste voet aan de grond hebben gekregen in gebieden waar ze oorspronkelijk niet voorkomen. De mens is verantwoordelijk geweest voor de vestiging van minstens 13.168 soorten – zo’n 4 procent van de bekende plantensoorten – buiten hun natuurlijke leefgebied, melden ze in Nature.

De wetenschappers bestudeerden meer dan 800 regio’s op het vasteland en op eilanden, goed voor ongeveer 80 procent van het landoppervlak. Daaruit blijkt dat in Noord-Amerika de meeste soorten zijn ‘ingeburgerd’: bijna 6000 soorten zijn er na hun introductie in geslaagd zich permanent te vestigen. Europa komt met zo’n 4100 soorten op de tweede plaats.

‘De planten worden zowel bewust als onbewust verspreid’, zegt Jan Wieringa van Naturalis Biodiversity Centre, die aan het onderzoek meewerkte. ‘In Australië zijn bijvoorbeeld veel planten terecht gekomen via veetransporten met hooi – en zaad – aan boord. Veel planten worden moedwillig ingevoerd, als sierplant. Ook vandaag nog ‘ontsnappen’ veel sierplanten uit tuinen en burgeren ze zich in. Ook soorten die dat vroeger niet konden omdat ons klimaat toen net te koud was.’

Donoren

Vooral eilanden blijken makkelijk te koloniseren: op eilanden in de Stille Oceaan vonden de onderzoekers het grootste aantal soorten in verhouding tot hun oppervlakte. De wereldwijde plantenmigratie verloopt onevenwichtig, ontdekten de wetenschappers verder. Vooral gebieden in het noorderlijk halfrond zijn grote ‘donoren’ aan gebieden in het zuidelijk halfrond. ‘Een grote stroom planten is naar Australië gegaan’, zegt Wieringa. ‘De planten daar zijn heel uniek en minder competitief – wat het voor exoten makkelijker maakt – en aarden zelf bijna nergens anders. Ook in Afrika komen heel wat exoten uit streken met een gematigd klimaat voor, vooral in berggebieden. Vermoedelijk zijn vroeger veel meer planten al dan niet opzettelijk naar de koloniën versleept dan er terugkwamen.’

Niet dat er bij ons weinig uitheemse soorten voorkomen. ‘Onze halve flora bestaat eruit’, zegt Wieringa. ‘Soorten die algemeen zijn geworden zijn bijvoorbeeld bezemkruiskruid en de Amerikaanse vogelkers.’

Op basis van hun onderzoek hopen de wetenschappers beter te begrijpen welke omstandigheden en plantenkenmerken verspreiding in de hand werken. ‘Vooral soorten die gebaat zijn bij extra voedingsstoffen zoals stikstof in de bodem, verspreiden zich makkelijk’, zegt hoofdauteur Mark van Kleunen (Universität Konstanz). ‘Net als soorten die aan zelfbevruchting doen. En Darwin schreef al dat uitheemse soorten die evolutionair zeer verschillend zijn van inheemse soorten een grotere kans hebben om zich te vestigen. Sommige studies bevestigen dat, andere niet. We willen dat nu wereldwijd analyseren.’ (ddc)