Podcast

Drie vrouwelijke pioniers die over het hoofd werden gezien

De ontdekster van het coronavirus was een vrouw, net zoals de eerste klimaatwetenschapper en de persoon die de Amerikaanse achterstand in de space race met Rusland dichtte. Wetenschapsjournaliste en deeltjesfysicus Margriet van der Heijden schreef er een boek over: “Ongekend”. In deze aflevering vertelt ze het verhaal van wetenschapsheldinnen June Almeida, Eunice Foote en Mary Sherman Morgan.

June Almeida

June Almeida (1930-2007) maakte in 1969 met een elektronenmicroscoop als eerste een afbeelding van een coronavirus. Ze was we nu een eerste generatie student noemen, want ze was de dochter van een buschauffeur uit Glasgow. Ze begon onderaan de ladder als laborant op haar zestiende in een ziekenhuis in Glasgow. Ze had een enorme nieuwsgierigheid en wilde verder, wilde meer. Ze verhuisde naar Londen, waar ze in een ziekenhuis met meer aanzien als laborant kon beginnen. Daar ontmoette ze haar latere echtgenoot, de kunstenaar Enrique Almeida. Haar eigen achternaam was Hart, June Hart.

De twee trouwden en verhuisden naar Canada. In een ziekenhuis in Ontario mocht ze met een elektronenmicroscoop werken. Dat was destijds een nieuwe techniek. De elektronenmicroscoop maakte het mogelijk om bijvoorbeeld virussen af te beelden die zich in weefsels bevonden. Almeida was er zeer vaardig in. Ze ontwikkelde methodieken om de mogelijkheden van de elektronenmicroscoop tot het uiterste te benutten. Zo werd ze ondanks haar beperkte opleiding toch co-auteur van wetenschappelijke publicaties.

Dat trok de aandacht van de St Thomas's Hospital Medical School in Londen, waar ze werd aangenomen en uiteindelijk een doctoraat behaalde. In 1976 maakte ze dan de allereerste afbeelding van een aantal virussen, waaronder het coronavirus. Het leverde een publicatie op in het prestigieus wetenschapsblad Nature. “Haar” virus zou 44 jaar later de wereld in pauze dwingen (maar onder andere dankzij haar bijdrage ook terug ontwaken).

Eunice Newton Foote

Eunice Newton Foote (1819-1888) was de eerste wetenschapper die aantoonde dat koolstofdioxide (CO2) de temperaturen op aarde zou kunnen verhogen. Niet zijzelf, maar natuurkundige Joseph Henry, maakte dat inzicht bekend. Hij las haar artikel in 1856 voor aan de American Association for the Advancement of Science. Vrouwen werden daar toen nog niet toegelaten.

Eunice Newton Foote deed haar experimenten ook niet aan een instituut. Ze had een enorme interesse in natuurkunde, en ging letterlijk in haar keuken aan de slag met grote glazen potten. Ze vulde die met vochtige of droge lucht in verschillende concentraties, en onderzocht de samenstelling van die lucht, zoals de concentratie koolstofdioxide. Ze plaatste de potten in de zon en observeerde in welke potten de temperatuur sneller steeg - dat bleek in de potten waarin de CO2 hoger was.

Die bevindingen koppelt ze in haar paper aan de atmosfeer van de aarde. Ze beschreef zo als eerste het broeikaseffect. Het belang van Foote's onderzoek werd niet meteen opgemerkt. Het werd ook geweigerd door het Philosophical Magazine, waarvan John Tyndall één van de redacteuren was. Drie jaar later publiceerde John Tyndall gelijkaardige bevindingen, al blijft het een open vraag of hij zich door de bevindingen van Foote liet “inspireren” of zelf onafhankelijk tot dezelfde inzichten kwam.

Mary Sherman Morgan

Het best bewaarde geheim in de ruimterace, zo omschrijft the Royal Society of Chemistry ingenieur Mary Sherman Morgan (1921–2004). Zij bedacht de brandstof die de eerste Amerikaanse satelliet (US Explorer 1) in een baan om de aarde bracht, maar stierf met nauwelijks een spoor van haar prestaties. Zelfs haar eigen zoon viel compleet uit de lucht toen ex-collega’s het belang van haar prestaties bekend maakten.

Mary Sherman Morgan was een boerendochter uit Ohio. Het was heel normaal geweest dat ze van kinds af op het land zou werken, maar ze was ook heel erg slim en een sociaal werker moedigde haar ouders aan om Mary naar school te sturen. Ze ging studeren aan de Manon State University, maar het is niet duidelijk of ze die studies ook heeft afgewerkt. Na de oorlog ging ze werken bij de American Aviation Company. Ze kreeg intussen ook een kind dat ze moest afstaan aan een nicht. Onderbrak ze haar studies vanwege die zwangerschap? Dat weten we niet.

Ze bedacht als enige vrouw onder 900 mannelijke collega’s de raketbrandstof hydyne, die een omgebouwde raket de extra kracht gaf die nodig was om de US Explorer 1 in een baan om de aarde te krijgen. Net op tijd, want de Russen hadden een jaar eerder al de Sputnik gelanceerd. Destijds wist niemand iets over de bijdrage van Mary Sherman Morgan. Ze had ook nog voor de lancering van de satelliet het bedrijf verlaten omdat ze zwanger was en ook heel erg moe (een burn-out?). Daarna raakt ze helemaal uit beeld. Zelfs aan haar twee zoons en dochters vertelt ze niets over haar cruciale bijdrage aan de Amerikaanse ruimtevaart.

Over de spreker

Margriet van der Heijden is deeltjesfysicus en hoogleraar wetenschapscommunicatie in de natuurkunde aan de TU Eindhoven. Ze is auteur van het boek "Ongekend", een bundeling van korte biografieën van vrouwen die tegen de heersende tijdsgeest in onderzoekers werden in de fysica, chemie of wiskunde.

Internationale Dag van Vrouwen en Meisjes in de Wetenschap

Op 11 februari is het de Internationale Dag van Vrouwen en Meisjes in de Wetenschap. In onze podcast "Wetenschapsheldinnen" gaan we op zoek naar onderzoeksters die een grote impact hebben gehad op de wetenschappelijke wereld of de persoonlijke carrière van actieve wetenschappers.