Euthanasie op ‘overtollige’ dieren ook bij ons

13 februari 2014 door TN

Dat dierentuindieren, zoals giraf Marius uit de zoo van Kopenhagen, worden gedood omdat er geen plaats meer is, komt geregeld voor in Europa. Ook in de Lage Landen.

Dat dierentuindieren, zoals giraf Marius uit de zoo van Kopenhagen, worden gedood omdat er geen plaats meer is, komt geregeld voor in Europa. Ook in de Lage Landen.

‘Artis hanteert een populatiebeleid met als uitgangspunt dat zij het ontstaan van ‘surplusdieren’ in de collectie tracht te beperken en weloverwogen en slechts als allerlaatste optie euthanasie zal toepassen.’ Terwijl de leeuwen in de zoo van Kopenhagen nagenoten van hun smakelijk hapje giraf brachten verschillende dierentuinen in Vlaanderen en Nederland berichten als bovenstaande naar buiten. De algemene teneur: we houden van onze dieren en we doen er alles aan om ze te laten leven. Maar, zo geven ze vaak toe, als het echt niet anders kan, is euthanasie als allerlaatste optie mogelijk.

Waarom een perfect gezond dier doden? De kogel voor giraffenmannetje Marius op zondag 9 februari was het eindpunt van een lange keten van gebeurtenissen en beslissingen. Toen Marius anderhalf jaar geleden geboren werd was het al duidelijk dat hij weinig ‘waarde’ had. Netgiraffen zijn wijdverspreid in Europese dierentuinen, wat paren niet noodzakelijk maakt. Zeker niet met Marius, omdat zijn genen een te groot risico op inteelt met zich mee zouden brengen. In het wild leven volwassen bullen alleen, en het gevaar bestond dat Marius na anderhalf jaar zijn vader zou aanvallen en zijn moeder zou dekken.

De zoo van Kopenhagen vond binnen de strenge krijtlijnen van de EAZA (European Association of Zoos and Aquaria) geen andere dierentuin die Marius kon opnemen. Verkopen was helemaal geen optie. De volgende stap, contraceptiva, kon ook niet wegens neveneffecten op organen. Bovendien neemt Marius dan de plaats in van genetisch belangrijkere dieren. Netgiraffen in het wild vrijlaten wordt op dit moment niet gedaan en kan ook pas na strenge selectie. Als enige optie, aldus de zoo, bleef de dood over. Marius kreeg de kogel (een injectie zou het vlees besmetten) en werd om educatieve redenen in stukken gesneden voor een geïnteresseerd publiek. Een deel werd bijgehouden voor research, de rest was voer voor de roofdieren.

Mensen reageerden verontwaardigd, petities werden ondertekend, dierentuinen boden nog snel een plaatsje aan voor Marius. De directie van de Kopenhaagse zoo was verbaasd. Om de populatie gezond te houden, doden zij jaarlijks 20 tot 30 dieren die zich iets te succesvol voortplanten: geiten, antilopes, wilde zwijnen, luipaarden, chimpansees. Zij worden het ‘surplus’ genoemd. Dat gaat al jaren zo in Kopenhagen.

In Nederland soms

In 1999 verscheen in AD Magazine een artikel over het ‘geheime’ einde van de surplus in de Nederlandse dierentuinen. Het leest als een spannend verhaal: parken willen soorten weg omdat ze uit de mode zijn, jonge dieren die in het voorjaar bezoekers lokken, verdwijnen plots in het najaar. Degelijke controle ontbreekt en er is zelfs een schimmige Belg die de surplus levend verhandelt of, bij gebrek aan interesse, de huiden alleen. Ook de dubieuze houding van het publiek komt aan bod: als een koe wordt geboren met als enig levensdoel hamburger te worden, kraait er alleen een vegetariër naar. Maar als een zoodirecteur voorstelt de surplus aan snoezige tijgers naar de Chinese medicijnenindustrie te sturen, is het kot te klein.

Vandaag is het publiek niet veranderd: ze verwachten nog steeds dat zoo’s hun gezonde dieren niet doden. De Nederlandse tuinen zelf communiceren dan weer openlijk over hun geëuthanaseerde surplus. Diergaarde Blijdorp in Rotterdam wijdt er een pagina aan op hun website. Wanneer dieren, vaak mannetjes, nergens heen kunnen en dierenartsen geboortebeperking afraden wegens gezondheidseffecten of onomkeerbaarheid, worden ze heel af en toe gedood en soms aan de roofdieren gevoederd. GaiaZOO uit Kerkrade meldt dat ze begrip heeft voor het besluit van de Kopenhaagse dierentuin en dat ze een half jaar geleden ook een hert heeft laten inslapen wegens plaatsgebrek. In Burgers’ Zoo in Arnhem overkwam een gnoe vorig jaar hetzelfde.

Sommige jaren gebeurt het niet, andere jaren drie tot vier keer, zegt Wineke Schoo, parkmanager en biologe bij Burgers Zoo. ‘We kweken alleen met dieren waarvan we denken dat we ze kwijt kunnen, maar dat kan pas na een jaar of twee en dan is de situatie soms veranderd. Bepaalde dieren, zoals sommige vogels, kunnen dan naar particulieren maar alleen als we weten dat ze er echt goed voor zorgen. Met alle Nederlandse dierentuinen hebben we een ethische code afgesproken dat we euthanasie prefereren boven een suboptimale plaatsing. Een boer kan wel zeggen: ik heb hier nog een weiland, daar kan die giraf op, maar dat wil niet zeggen dat het de ideale oplossing is voor dat dier.’ Als euthanasie volgt, gebeurt dat niet zoals in Denemarken. ‘We geven meestal een spuitje. Heel af en toe wordt er regulier geslacht, zoals dat met een koe gebeurt. Dat vlees wordt dan aan onze roofdieren gegeven, open en bloot aan het publiek. De slachting en versnijding, zoals in de zoo van Kopenhagen, natuurlijk niet.’

En België?

Zowel de Olmense Zoo als Bellewaerde bij Ieper kunnen zich niet herinneren dat ze overtollige dieren hebben moeten euthanaseren. Hun surplus kon altijd geplaatst worden. Peter Van Genechten, hoofddierenverzorger bij het Antwerpse Aquatopia, vertelt hetzelfde. Al is hun dierkeuze, vissen, een meevaller. ‘Die krijgen we meestal snel kwijt omdat ze duur zijn in aankoop, en dan nemen dierentuinen die al gemakkelijker van ons over. Kleine dieren kunnen vaak ook sneller geplaatst worden dan een giraf.’

In de Verenigde Staten is het ‘not done’ overtollige dieren zomaar af te schieten en is sterilisatie de oplossing. Europa lijkt daar iets losser in te zijn. Maar het hangt van land tot land af en dat verklaart het verschil in aantal gedode surplusdieren tussen de Lage Landen en Denemarken, zegt Wineke Schoo van Burgers’ Zoo.

‘Scandinavië is een andere cultuur, daar wordt meer geslacht. Ik begrijp dan ook niet goed de opschudding nu, het wordt daar al veel langer gedaan en allesbehalve heimelijk. Het is wel de eerste keer een giraf, misschien daarom?’

Is Vlaanderen dan vrij van het slachten van surplusdieren? Niet meteen. Tijdens een interview op Radio 1 veronderstelt Chris Dusauchoit, bekend van zijn natuurtelevisieprogramma’s, ‘dat het wel gebeurt maar dat het niet aan de grote klok wordt gehangen.’ Sander Hofman, curator zoogdieren bij de Zoo van Antwerpen, zegt in een interview met de krant De Standaard dat hij het alvast niet afzweert: ‘Euthanasie is soms beter dan een dier twintig jaar te plaatsen op een plek waar dat dier het niet goed heeft.’

Het is dus mogelijk, en hetzelfde zou kunnen voor de andere Vlaamse dierenparken. Bellewaerde verklaart dat het niet zomaar op eigen houtje beslist, maar zich houdt aan de EAZA-richtlijnen. EAZA had echter geen probleem met de beslissing van de zoo van Kopenhagen. En over dieren die in een Europees fokprogramma (European Endangered Species Programme of EEP) zitten hebben zoo’s zelfs helemaal niets te zeggen. De stamboekhouder is één Europees park dat beslist voor het hele continent. In samenspraak met EAZA bepalen zij welk dier mag voortplanten, welk mag verhuizen of welk nutteloos is. In het geval van Kopenhagen besloot ook de stamboekhouder: exit Marius.

Bij ons kan het dus ook. Alleen zou het besluit om giraf Marius te doden wat meer doordacht mogen zijn geweest, zegt bioloog Robby Van der Velden van de Olmense Zoo. ‘De beslissing lag natuurlijk niet bij Kopenhagen alleen. Mochten wij het voor het zeggen hebben gehad, hadden we misschien wat meer moeite gedaan. Ik heb niet de indruk dat ze in Kopenhagen heel erg goed gezocht hebben naar alternatieven.’

Dit artikel verscheen ook in Eos Weekblad. Elke vrijdag bieden we u een nieuwsgedreven weekblad, gelardeerd met beeld en geluid. De Eos-app kunt u gratis downloaden (iOS en Android). Met die app haalt u de wekelijkse uitgaven gratis binnen, en kunt u ook Eos Magazine, Psyche&Brein en Eos Memo kopen.