Gat in de ozonlaag groeit dicht

04 juli 2016 door Eos-redactie

Dat danken we aan wereldwijde inspanningen om de productie van drijfgassen te verminderen.

Het hangt al decennia hardnekkig boven de Zuidpool, maar nu is het gat in de ozonlaag aan de beterhand. Dat hebben we te danken aan wereldwijde inspanningen om de productie van drijfgassen aan banden te leggen.

Haarlak, koelkasten, brandblussers; het zijn enkele van de producten die vroeger chloorhoudende drijfgassen gebruikten om de druk binnenin te verhogen. Toen wetenschappers ontdekten dat het chloor in die producten de beschermende ozonlaag in onze atmosfeer aantast, trokken ze aan de alarmbel. Wereldwijd werd actie ondernomen en in 1987 tekenden bijna alle landen het Protocol van Montreal, dat de productie van drijfgassen aan banden legt.

Van die maatregelen plukken we nu de vruchten. Amerikaanse en Britse onderzoekers stellen vast dat het gat in de ozonlaag weer dichtgroeit. Dat is een goede zaak, want ozon beschermt ons tegen schadelijk UV-licht. Susan Solomon van het Massachusetts Institute of Technology (MIT), die het onderzoek leidt, is enthousiast: 'We creëerden een probleem en besloten als groep, als wereld: "We moeten van deze moleculen afraken". Nu zijn we ervan af en dit is de reactie van de planeet.'

Het gat in de ozonlaag is niet altijd even groot. Ozon is niet alleen gevoelig voor chloorhoudende stoffen, maar ook voor licht en temperatuur. Chloor, zonlicht en de lage temperatuur aan de polen vormen een gevaarlijke cocktail. Die laat het gat boven de Zuidpool ieder jaar groeien vanaf augustus, wanneer de lange poolwinter eindigt. Het gat bereikt zijn maximale grootte in oktober.

De onderzoekers stellen vast dat het gat niet alleen kleiner is, het verschijnt ook later op het jaar dan in 2000. In vijftien jaar tijd is het gekrompen met vier miljoen vierkante kilometer, de helft van de oppervlakte van de Verenigde Staten.

Nochtans stond het er in 2015 minder goed voor: het gat bereikte toen een recordgrootte. De onderzoekers ontdekten dat de oorzaak lag bij een vulkaanuitbarsting in Chili. Vulkanen sturen geen chloorhoudende stoffen de lucht in, maar wel fijne deeltjes. Die deeltjes zorgen ervoor dat er aan de polen meer wolken ontstaan, waar het chloor mee reageert. (mvdh)

De studie is gepubliceerd in Science.