In gebieden waar meer antibiotica wordt gebruikt, dragen bijen meer resistente bacteriën

20 december 2017 door SST

Darmbacteriën geven antibioticaresistentie aan elkaar door.

Biologen hebben de darmflora van honingbijen – die belangrijke gelijkenissen vertoont met die van mensen – vergeleken tussen bijen in Noorwegen en in de Amerikaanse staat Arizona. In Noorwegen is het gebruik van antibiotica in de landbouw, zowel in de vee- als in de fruitteelt, sterk gelimiteerd, terwijl in de Verenigde Staten zelfs organische boerderijen niet vies zijn van antibiotica zoals tetracycline (de stof waarvoor de onderzoekers de resistentie onderzochten).

De biologen vonden grote verschillen in de aanwezigheid van resistente bacteriën tussen de Noorse en Amerikaanse bijen. Zelfs bij bijen in Arizona die al jaren niet meer rechtstreeks in contact waren gekomen met tetracycline, troffen ze nog een hoge mate van resistentie aan – de wetenschappers vonden liefst zes verschillende mutaties. In Noorwegen lag de resistentie veel lager – hier vonden ze slechts één mutatie.

Volgens de onderzoekers geven de darmbacteriën de resistentie tegen antibiotica aan elkaar door, wat kan verklaren waarom ze zo hardnekkig blijft bestaan in de darmflora van de bijen. Bovendien gebeurt die ‘genentransfer’ veel sneller bij een hogere graad van resistentie in de directe omgeving. Een en ander kan een gevolg zijn van de belangrijke rol die darmbacteriën vaak spelen, waardoor ze minder snel worden weg geselecteerd – zelfs als ze resistent zijn geworden tegen antibiotica.