Gezonde natuur begint in de grond

12 juli 2016 door Eos-redactie

Zwaar bewerkte landbouwgrond laat zich niet makkelijk omtoveren tot waardevol natuurgebied. Gelukkig is er een snelle gezondheidskuur: de bodemtransplantatie.

Zwaar bewerkte landbouwgrond laat zich niet makkelijk omtoveren tot waardevol natuurgebied. Gelukkig is er een snelle gezondheidskuur: de bodemtransplantatie.

Een dun laagje grond uit een natuurgebied bevat genoeg bodembeestjes om de natuur na jarenlange landbouw weer te herstellen. Dat melden Nederlandse onderzoekers in Nature.

Een bodemtransplantatie is het verplaatsen van een laag grond van een natuurgebied naar de plek waar je de natuur wil herstellen – de landbouwgrond. Vroeger gebeurde dat wel eens door een dikke plak bodem te verplaatsen. Dat is niet nodig, ontdekten wetenschappers van het Nederlands Instituut voor Ecologie. Onderzoeker Jasper Wubs: ‘Het gaat om een laagje van nog geen centimeter. Een lightversie van de bodemtransplantatie.’

Bodembeestjes

De magie van de bodemtransplantatie zit hem in de zaden en wortels die de donorgrond meebrengt, maar er is meer dan dat. ‘Ook als er geen zaden in de grond zitten, werkt de transplantatie. Dat is dankzij bodemleven zoals bacteriën, schimmels en kleine diertjes.’

Het bodemleven bepaalt ook het soort natuur dat zich ontwikkelt. De onderzoekers deden de test met heide en grasland. Ze zagen dat de bodembeestjes uit de heide ervoor zorgden dat het nieuwe stuk natuurgebied heide werd, en het omgekeerde gold voor het grasland. ‘Dankzij de juiste bodembeestjes kunnen we natuurontwikkeling veel preciezer sturen dan we dachten’, vertelt Wubs enthousiast.

De EU wil tegen 2020 vijftien procent van de verarmde Europese natuur herstellen. Om dat zo snel voor elkaar te krijgen, komt de light-bodemtransplantatie goed van pas. (mvdh)