Het wordt te warm voor topwijn

21 maart 2016 door Eos-redactie

Klimaatverandering breng wijnkwaliteit in het gedrang.

Een natte lente, een hete zomer en een droge nazomer: dat is nodig voor een uitzonderlijk goede wijn. Maar de klimaatverandering verandert de ingrediënten van die cocktail, melden Amerikaanse onderzoekers in Nature Climate Change.

De wetenschappers analyseerden informatie over het weer, bodemvochtigheid en oogstinformatie die teruggaat tot het jaar 1600. Daaruit blijkt dat vooral in de relatief koele wijnstreken in Frankrijk en Zwitserland een warme zomer en droogte later in het groeiseizoen nodig zijn om vroeg te kunnen oogsten. En zo’n vroege oogst levert vaak een bovengemiddeld goede wijn op.

Door de klimaatverandering wordt die droogte minder belangrijk. Dat zit zo. Verdamping van vocht uit de bodem heeft een koelend effect. In een droge periode lukt dat niet en kan de temperatuur nog iets hoger klimmen. Maar sinds 1980 maakt de klimaatverandering dat extra zetje overbodig. Sindsdien zijn de oogsttijdstippen gemiddeld twee weken vervroegd.

Levert dat dan de ene topwijn na de andere op? Niet echt. De wetenschappers verwijzen naar de extreme zomer van 2003, toen een hittegolf duizenden doden eiste. Ondanks een erg vroege oost, was de wijn toen van matige kwaliteit.

Tijdens de 20ste eeuw is het in Frankrijk zo’n anderhalve graad warmer geworden en die trend zet zich door. In de Elzas, de Champagnestreek, Bourgondië en Languedoc groeien druiven die het goed doen binnen bepaalde klimatologische grenzen. ‘Tot dusver was een warm jaar doorgaans een goed jaar’, zegt Elizabeth Wolkovich (Harvard University). ‘Maar 2003 zou wel eens een indicator kunnen zijn van wat ons te wachten staat. De wijngaarden kunnen die blijvende temperatuurstijging niet aan.’

Eerder onderzoek suggereerde al dat tweederde van de wijnstreken tegen 2050 niet meer geschikt zou zijn voor de druivenrassen die er nu groeien. (ddc)